Een zekere standvastigheid kan de lezers van dit weblog niet worden ontzegd: ook prijsvraag 6 leverde geen goed antwoord op. De juiste oplossing was: Sal Santen – De B van Bemazzel (1989).
Omdat de Kortsluiting-redactie het tijd acht voor een nieuwe prijs, hebben wij besloten de prijs die de vorige keren klaarlag nu toch uit te reiken; en wel aan Coen Peppelenbos, vanwege zijn volharding waar het het inzenden van helaas foute antwoorden betreft. Mocht de heer Peppelenbos geen belangstelling hebben, dan mag hij de gewonnen cd + tekstboekje natuurlijk terugschenken aan de uitgever die zijn best zal doen om het geretourneerde bij een wel belangstellende onder te brengen.
De nieuwe prijs: Trotski’s brochure Hun moraal en de onze. Uitgave: Revolutionair Communistische Partij, 1946 (eerste zelfstandige uitgave in het Nederlands).
De spelregels: degene die het eerst het juiste antwoord geeft op onderstaande vragen is de winnaar. Heeft binnen twee weken - niemand beide antwoorden goed, dan is degene die het eerste één juist antwoord gaf de gelukkige.
De vragen
1. wie schreef onderstaande zinnen; en
2. uit welke oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk (een roman) is deze passage afkomstig?
Het citaat:
Toen hij de afgelopen winter bij me kwam met het plan om samen naar Indonesië te gaan, was ik er meteen voor in. Het was net of ik dat gemiste stuk avontuur in mijn leven wilde inhalen. Ik zie die psychiater weer voor me in dat buitenmodeluniform. Die smalle vossekop met die bos stug haar erboven. Dat geleerdenbrilletje op die spitse neus. Net Trotsky. En ik wist van tevoren dat ik mijn bek moest houden. Bob, die al bij die slijmjurk geweest was, had me nog gewaarschuwd. Alleen maar ja en nee en ik weet niet mompelen en een beetje boers en onverschillig praten, want die vent die deugt niet. Een gluiperd eerste klas. Klootzak die ik was. Binnen vijf minuten was ik gedichten van Gerrit Achterberg aan het opzeggen, alsof ik daarmee de Militaire Willemsorde kon verdienen. En toen kon ik mooi achterblijven in dat vervloekte Holland, waar de armoede van voor de oorlog gewoon door scheen te gaan alsof er niets gebeurd was. Later, toen ze in plaats van tegen de Jappen tegen de Indonesiërs zelf bleken te moeten knokken, was ik blij dat ik niet in die schandelijke koloniale oorlog verzeild was geraakt. Dat de poëzie me tenminste daarvoor behoed had. Maar iedere keer als ik een brief van Bob kreeg waarin hij schreef over de overweldigende en indrukwekkende natuur vol angstaanjagende geluiden en kanjers van insekten en reptielen en dat als iedere vinger van je hand een lul was er nog te veel mooie meiden om het kamp zwierven om allemaal te grazen te nemen, voelde ik mijn leven mislukt. Een zak die in Holland was achtergebleven.
Omdat de Kortsluiting-redactie het tijd acht voor een nieuwe prijs, hebben wij besloten de prijs die de vorige keren klaarlag nu toch uit te reiken; en wel aan Coen Peppelenbos, vanwege zijn volharding waar het het inzenden van helaas foute antwoorden betreft. Mocht de heer Peppelenbos geen belangstelling hebben, dan mag hij de gewonnen cd + tekstboekje natuurlijk terugschenken aan de uitgever die zijn best zal doen om het geretourneerde bij een wel belangstellende onder te brengen.
De nieuwe prijs: Trotski’s brochure Hun moraal en de onze. Uitgave: Revolutionair Communistische Partij, 1946 (eerste zelfstandige uitgave in het Nederlands).
De spelregels: degene die het eerst het juiste antwoord geeft op onderstaande vragen is de winnaar. Heeft binnen twee weken - niemand beide antwoorden goed, dan is degene die het eerste één juist antwoord gaf de gelukkige.
De vragen
1. wie schreef onderstaande zinnen; en
2. uit welke oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk (een roman) is deze passage afkomstig?
Het citaat:
Toen hij de afgelopen winter bij me kwam met het plan om samen naar Indonesië te gaan, was ik er meteen voor in. Het was net of ik dat gemiste stuk avontuur in mijn leven wilde inhalen. Ik zie die psychiater weer voor me in dat buitenmodeluniform. Die smalle vossekop met die bos stug haar erboven. Dat geleerdenbrilletje op die spitse neus. Net Trotsky. En ik wist van tevoren dat ik mijn bek moest houden. Bob, die al bij die slijmjurk geweest was, had me nog gewaarschuwd. Alleen maar ja en nee en ik weet niet mompelen en een beetje boers en onverschillig praten, want die vent die deugt niet. Een gluiperd eerste klas. Klootzak die ik was. Binnen vijf minuten was ik gedichten van Gerrit Achterberg aan het opzeggen, alsof ik daarmee de Militaire Willemsorde kon verdienen. En toen kon ik mooi achterblijven in dat vervloekte Holland, waar de armoede van voor de oorlog gewoon door scheen te gaan alsof er niets gebeurd was. Later, toen ze in plaats van tegen de Jappen tegen de Indonesiërs zelf bleken te moeten knokken, was ik blij dat ik niet in die schandelijke koloniale oorlog verzeild was geraakt. Dat de poëzie me tenminste daarvoor behoed had. Maar iedere keer als ik een brief van Bob kreeg waarin hij schreef over de overweldigende en indrukwekkende natuur vol angstaanjagende geluiden en kanjers van insekten en reptielen en dat als iedere vinger van je hand een lul was er nog te veel mooie meiden om het kamp zwierven om allemaal te grazen te nemen, voelde ik mijn leven mislukt. Een zak die in Holland was achtergebleven.
7 opmerkingen:
Jan Wolkers
De kus.
Ja.
En ja!
Hieperdepiep gefeliciteerd!!
Eindelijk een grote literaire en politieke prijs die zijn weerga niet kent. Ik kom de prijs graag een keer ophalen (kan ik meteen de Trotskibibliotheek vereeuwigen). Na lezing en beluistering zal ik die geven aan de mediatheek van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en zo mijn particuliere bezit ten dienste stellen van het algemeen belang.
Rood Front, kameraad!
Wil je bij het ophalen een felrode wijn of een proletarische pils?
Een droge, witte wijn.
Grutjes, ik dacht dat die wereldrevolutionairen alleen maar wodka dronken.
Een reactie posten