woensdag 9 juli 2008

Interessante geschiedenis


(Een wat lang verhaal. Maar dat moest even.)
Bij onderzoek ten behoeve van de roman die ik (Kortsluiting-redactie Groningen) momenteel aan het schrijven ben - Door het donker -, stuitte ik voor het eerst in mijn toch al ruim 46 jaar durende leven op bewijs dat mijn begin vorige eeuw n.a.v. de Boerenoorlog als jongetje met zijn ouders naar Nederland uitgeweken grootvader de waarheid sprak, toen hij zei dat zijn vader secretaris (“de rechter hand”) was van Paul Kruger, de president van de Zuid-Afrikaansche Republiek (beter bekend als Transvaal).
In het tijdschrift Kleio (nr. 32, 2000) staat op pp. 42-60 een artikel van J.C.H. Grobler, getiteld ‘He possessed intimate access to the President’: Piet Grobler, Kruger’s confidant. (Het artikel werd geschreven in het Afrikaans, en in het Engels vertaald door Bridget Theron. De ondertitel van Kleio luidt: Journal of the Department of History, University of South Africa. Tydskrif van die Departement Geskiedenis, Universiteit van Suid-Afrika.). In dit artikel trof ik de naam aan van mijn overgrootvader Henri Christiaan ten Haaf. Ik wil de lezers van Kortsluiting dit stukje familiehistorie niet onthouden.

Onderstaand citaat (afkomstig van pp. 45-46) lijkt trouwens tevens antwoord te geven op de vraag waar het virulente atheïsme van mijn opa vandaan kwam – een atheïsme dat ook ik meekreeg in mijn opvoeding, en waarvan ik tot op de dag van vandaag een net zo vurig pleitbezorger ben als mijn grootvader gedurende zijn hele leven was. Mijn opa was derhalve fanatiek, dat toen een vriend van hem vertelde zich bekeerd te hebben tot het christendom, hij de man zonder verdere plichtplegingen onmiddellijk de deur wees en hem ook nooit meer heeft willen spreken; ik heb dit optreden van mijn opa van jongs af aan hogelijk bewonderd.
Is het activistische atheïsme van de Ten Haafs terug te voeren op politiek gekonkel in Transvaal in het jaar 1898?

In May and June 1898 the civil service was reorganised and a number of new senior officials were appointed, while others were given new posts. State Secretary Leyds was named as the new Envoy Extraordinary of the SAR overseas. Ex-President F W Reitz of the Orange Free State succeeded Leyds as State Secretary.[16] Both Kruger and Leyds favoured the choice of the Free Stater Abraham Fischer (MEC) for the post ahead of Reitz, but Fischer was not interested.[17] The brilliant young jurist, J C Smuts, was appointed State Attorney. Grobler introduced Smuts to Kruger and in fact recommended him for the position.[18] The Under State Secretary of External Affairs, C van Boeschoten, was named chargé d'affaires to the overseas legation and consequently a new Under Secretary had to be found. On 4 June it was announced that Piet Grobler was to be the next Under State Secretary of External Affairs - a move which was dubbed 'a source of gratification to burgher and uitlander alike'.[19] On 1 July 1898 the 25-year old Grobler took over the responsibilities of the Under State Secretary.[20]
Grobler's appointment was criticised in some quarters. Leyds for example wrote: 'de benoeming van Piet Grobler was vir mij een ver[r]assing' (the nomination of Piet Grobler was a surprise to me). He saw H C ten Haaf, the first clerk, as the logical successor to Van Boeschoten.[21] T J Krogh, the Under State Secretary of Internal Affairs in fact blamed Leyds for not making the necessary arrangements for the appointment of a new Under State Secretary before his departure for Europe.[22] It is well known that at the time (1898) Leyds was one of the few officials who still enjoyed the full confidence of Kruger and that the president usually followed his advice. J S Smit, Government Commissioner of Railways, was highly dissatisfied with 'de willekeurig aanstelling van Doppers - Verbeeld u Piet Grobler OSS van Buitelandsche zaken ... waar moet dat heen!'[23] (the indiscriminate appointment of Doppers - imagine, Piet Grobler as Under State Secretary of External Affairs - whatever next!). Like the president, Grobler was also a member of the Gereformeerde Kerk (Reformed Church) and was thus a 'Dopper'.

[16] Ibid, pp 11±12.
[17] D S Jacobs, 'Abraham Fischer in sy tydperk, 1850-1913', Archives Yearbook for SA History, II, (1965), pp 272-273; K van Hoek, Gesprekke met dr W J Leyds (Pretoria, 1939), p 22.
[18] W K Hancock, Smuts I: The sanguine years, 1870-1919 (Cambridge, 1962), p 68; J C Smuts, Jan Christian Smuts (London, 1952), p 38.
[19] The Standard and Diggers' News (Weekly edition), 4 June 1898.
[20] The Weekly Press, 2 July 1898.
[21] TAD, Leyds Archive (hereafter LA) 252 (iii), General correspondence: Leyds - Krogh, 28 July 1898, unnumbered (typed copy).
[22] TAD, E 32, LA, M film A 553, box 69: Krogh - Leyds, 3 September 1989.
[23] Ibid, M film A 556, box 78: Smit - Leyds, 6 November 1898.


Geset, gedruk en uitgegee deur die Universiteit van Suid-Afrika, 2001. © Alle regte voorbehou.
Set, printed and published by the University of South Africa, 2001. © All rights reserved.

Geen opmerkingen: