maandag 30 augustus 2010

Lezen en Luieren in de weiden van Friesland

Dichter Karel gaat vandaag op vakantie. Twee weken maar liefst, naar een internetloze buurtschap in Friesland - de buurtschap waar hij al jaren zijn zomervakantie doorbrengt in gezelschap van zijn De Verloofde. Al jaren ook is het tijdens die vakantie prachtig weer, kortom: de zonnige nazomer komt nu.
Dichter Karel en De Verloofde zullen Groningen waarschijnlijk geen seconde missen, mede omdat de geliefde poezen Setske en Cissy meegaan. Dat De Verloofde en Dichter Karel Stad niet zullen missen komt voor vele lezers wellicht als een verrassing: het onechtpaar geeft immers altijd zo hoog op over hun woonplaats en de bevolking daarvan. Dat klopt, maar het is natuurlijk nooit slecht om even bij de buren te kijken om je ervan te vergewissen dat het gras daar niet groener is; zelfs al schijnt de zon daar altijd volop.
De door De Verloofde en Dichter Karel jaarlijks gefrekwenteerde buurtschap heeft geen snackbar en ligt niet op een eiland, waardoor de kans nihil is - tot groot genoegen van De Verloofde en tot verdriet van Dichter Karel - dat ze een ontmoeting zullen hebben met Zanger Bob, die na eerder een hit gescoord te hebben met het prachtlied Vleeskroket (op dit moment op youtube 271.687 keer bekeken en beluisterd, u leest het goed: 271.687 maal) nu de hitlijsten bestormt met de song Met jou op een eiland. Hier de clip, bij wijze van zonnige vakantiegroet en ansicht - tot dra.

zaterdag 21 augustus 2010

Picknick en Poetry in de duinen van Castricum


De weersverwachting is goed;
HET GAAT DOOR!

De Zaanse dichterskring presenteert
PICKNICK & POETRY 2010

Zaterdag 21 augustus 2010, 16:00 tot ca. 19:00 uur.
Op een nieuwe locatie in de duinen van Castricum.

Met medewerking van o.a. de dichters:
Daniël Dee, Pom Wolf, John Epke, Rob Vos, Annemarie Kuster, Agaath Bekker en Kees-Jan Sierhuis

De muziek wordt verzorgd door:
HOORUS

Het is de bedoeling dat iedereen zijn of haar eigen picknickmand met inhoud meeneemt. Voor toegang tot het duingebied is een geldige duinkaart nodig (1,50 per persoon, verkrijgbaar uit de automaat op de parkeerplaats bij Johanna’shof; Johannisweg 3 Bakkum)!

Locatie: De picknick vind plaats op een groot speelveld aan de ‘van Oldebarneveldweg’ Volg de zeeweg vanuit Castricum richting Castricum aan Zee, De van Oldebarneveldweg is een fietspad dat de Zeeweg kruist. Neem dit fietspad links, na 800 meter ligt het speelveld links.

In Memoriam Trotski (1879-1940)


Vandaag zeventig jaar geleden stierf Lev Davidovitsj Bronstein, beter bekend als Trotski, aan de verwondingen die hij opliep toen een stalinistische agent hem met een pikhouweel de schedel insloeg. Dat Trotski één van de grootste geesten van de twintigste eeuw was, zal de lezer waarschijnlijk niet zo maar aannemen van onze redactie te Groningen. Dat veel van Trotski’s artikelen nog steeds actueel zijn, zal diezelfde lezer ook niet klakkeloos geloven.
Dus laten we de lezer zelf oordelen, door hieronder een uit 1923 stammende, nog niet eerder in het Nederlands verschenen verhandeling van Trotski over economie te publiceren. (Nee, geen zorgen: we maken hier op Kortsluiting geen gewoonte van – beloofd.)


DE CURVE VAN DE KAPITALISTISCHE ONTWIKKELING

een brief aan de redactie in plaats van het beloofde artikel

[21 april 1923]

Engels schreef in zijn inleiding bij De Klassenstrijd in Frankrijk van Marx:

Wanneer men de gebeurtenissen van alle dag afzonderlijk en in hun opeenvolging beoordeelt, zal men nooit terug kunnen gaan tot de uiteindelijke economische oorzaken. Zelfs vandaag de dag nog, in weerwil van het feit dat de desbetreffende vakliteratuur zo’n rijkdom aan materiaal levert, zal het zelfs in Engeland onmogelijk blijven de ontwikkeling van de industrie en van de handel op de wereldmarkt en de veranderingen die in de productiemethoden plaatsgrijpen zodanig van dag tot dag na te gaan, dat men voor ieder willekeurig tijdstip de algemene balans kan opmaken uit deze veelvuldig met elkaar verweven en steeds wisselende factoren, waarvan bovendien de belangrijkste meestal gedurende lange tijd in het verborgene werkzaam zijn voordat ze zich plotseling met geweld aan de oppervlakte doen gelden. Een duidelijk overzicht over de economische geschiedenis van een gegeven periode kan nooit in die tijd zelf, maar slechts achteraf verkregen worden, nadat het materiaal verzameld en geschift is. De statistiek is hierbij een noodzakelijk hulpmiddel, dat altijd achter de feiten aanholt. Men zal daarom voor de eigentijdse geschiedschrijving maar al te vaak gedwongen zijn deze, de belangrijkste factor, als een constante grootheid en de bij de aanvang van het desbetreffende tijdvak aangetroffen economische situatie als voor de hele periode gegeven en onveranderlijk te behandelen ofwel slechts die veranderingen in de situatie in aanmerking te nemen, die een gevolg zijn van duidelijk waarneembare gebeurtenissen en die daarom eveneens duidelijk zichtbaar zijn. Daarom zal de materialistische methode zich er hier maar al te vaak toe moeten beperken politieke conflicten te herleiden tot de belangenstrijd tussen de door de ontwikkeling van de economie gegeven, bestaande maatschappelijke klassen en fracties van klassen, en de afzonderlijke politieke partijen te laten zien als de al dan niet adequate politieke uitdrukking van deze zelfde klassen en klassenfracties.
Het spreekt vanzelf dat deze onvermijdelijke veronachtzaming van de eigentijdse in de economische situatie optredende veranderingen, die de eigenlijke basis vormen van alle te onderzoeken gebeurtenissen, een bron van fouten moet zijn.”* [Onze cursivering - L.T.]
[* In: Karl Marx, De Klassenstrijd in Frankrijk. 1848 tot 1850 (Uitgeverij Pegasus, Amsterdam 1974, pp. 7-8).]

Deze ideeën, die Engels kort voor zijn dood onder woorden bracht, zijn door niemand verder uitgewerkt. Voor zover ik weet zijn deze regels zelfs weinig geciteerd – in ieder geval veel minder dan eigenlijk zou moeten. Sterker nog, hun betekenis lijkt aan vele marxisten voorbijgegaan te zijn. De verklaring hiervoor is ook weer in de door Engels aangevoerde redenen te vinden, op grond waarvan hij strijdt tegen elke soort van sluitende economische verklaring van eigentijdse gebeurtenissen.
Het is een zeer moeilijke opgave, onmogelijk in zijn geheel op te lossen, om de ondergrondse impulsen vast te stellen, die de economie op de politiek van vandaag overdraagt. En toch kan het verklaren van politieke fenomenen niet uitgesteld worden, omdat de strijd niet wachten kan. Daaruit volgt de noodzaak om in de dagelijkse politieke activiteit de toevlucht te nemen tot verklaringen die zo algemeen zijn, dat ze bij veelvuldig gebruik tot waarheden als koeien worden.
Zolang de politiek op steeds één en dezelfde manier bedreven wordt, steeds binnen dezelfde grenzen verloopt, en met een constante snelheid voorwaarts gedreven wordt, dat wil zeggen zolang de accumulatie van economische kwantiteit niet tot een omslag van de politieke kwaliteit heeft geleid, dient dit type verklarende abstractie (“de belangen van de burgerij”, “imperialisme”, “fascisme”) min of meer zijn doel: niet een politiek feit in al zijn concreetheid te verklaren, maar hem terug te brengen tot een bekend sociaal fenomeen – wat op zichzelf natuurlijk van onschatbare waarde is.
Maar wanneer in deze situatie een belangrijke verandering plaatsvindt, en zeker bij een scherpe wending, onthullen deze algemene verklaringen hun volstrekte ontoereikendheid en worden ze tot nietszeggende gemeenplaatsen. In deze gevallen is het elke keer weer noodzakelijk om analytisch veel dieper te boren, teneinde het kwalitatieve aspect te bepalen en indien mogelijk bovendien de impulsen van de economie op de politiek kwantitatief te meten. Deze “impulsen” representeren de dialectische vorm van de “opgaven” die hun oorsprong vinden in de dynamiek van de basis en die zich aandienen als problemen die opgelost moeten worden op het niveau van de bovenbouw.
Golvingen in de economische conjunctuur (boom-depressie-crisis) betekenen op zich al periodieke impulsen, die leiden tot nu eens kwantitatieve, dan weer kwalitatieve veranderingen, en die nieuwe formaties op het gebied van de politiek voortbrengen. De inkomsten van bezittende klassen, het staatsbudget, lonen, werkloosheid, buitenlandse handelsbalans etc. zijn nauw met de economische conjunctuur verbonden en oefenen op hun beurt grote directe invloed uit op de politiek. Dit alleen al volstaat om duidelijk te maken, hoe belangrijk en vruchtbaar het is om de geschiedenis van politieke partijen, staatsinstellingen, enz. in samenhang met de cycli van de kapitalistische ontwikkeling nauwgezet te bestuderen. Hiermee willen we absoluut niet zeggen dat deze cycli alles verklaren: dat is uitgesloten, al was het alleen maar omdat de cycli zelf geen fundamentele maar afgeleide economische fenomenen zijn. Ze ontvouwen zich op de basis van de ontwikkeling van de productiekrachten, via de marktverhoudingen. Maar cycli verklaren een heleboel, omdat zij door hun automatisch pulseren een essentiële dialectische springveer in het mechaniek van de kapitalistische maatschappij vormen. De breekpunten van de industriële conjunctuur brengen ons dichterbij de bepalende momenten van de ontwikkeling van politieke tendensen, wetgeving en elke vorm van ideologie.
Maar kapitalisme wordt niet alleen door de periodieke wederkeer van de cycli gekarakteriseerd – was dat het geval, dan zou er sprake zijn van een complexe herhaling, maar niet van dynamische ontwikkeling. Industriële cycli hebben in verschillende periodes een verschillend karakter. Het hoofdonderscheid tussen hen wordt bepaald door de kwantitatieve onderlinge verhoudingen tussen de crisis- en de boomperiode binnen elke gegeven cyclus. Wanneer de boom de vernietiging of beperking van de voorafgaande crisis met een overschot herstelt, dan beweegt de kapitalistische ontwikkeling zich omhoog. Wanneer de crisis – die vernietiging, of in ieder geval een inkrimping van de productiekrachten betekent – in hevigheid de bijbehorende boom overtreft, dan hebben we als resultaat een neergang van de economie. Tenslotte hebben we, wanneer de crisis en de boom elkaar in kracht benaderen, een tijdelijk en stagnerend evenwicht in de economie. Dat is in grote lijnen het schema.
Wij zien in de geschiedenis, dat gelijksoortige cycli in series gegroepeerd zijn. Er zijn hele periodes in de kapitalistische ontwikkeling, waarin een aantal cycli wordt gekarakteriseerd door zeer sterke booms en zwakke kortdurende crises. Het resultaat is een sterk opgaande beweging van de basiscurve van de kapitalistische ontwikkeling. Er zijn periodes van stagnatie, wanneer deze curve, terwijl ze cyclische schommelingen doormaakt, gedurende tientallen jaren op ongeveer dezelfde hoogte blijft. En tenslotte zijn er bepaalde historische periodes waarin de basiscurve, onderwijl als altijd cyclische schommelingen doormakend, in zijn geheel naar beneden duikt, de neergang van de productiekrachten uitdrukkend.
Het is al mogelijk om a priori te stellen dat periodes van energieke kapitalistische ontwikkeling kenmerken moeten hebben – op het gebied van de politiek, het recht, de filosofie, de poëzie – die sterk verschillen van die in de periodes van stagnatie of economische neergang. Sterker nog, een overgang van een tijdperk van de ene soort naar een andere moet natuurlijk de grootste schokken veroorzaken in de verhoudingen tussen klassen en tussen staten. Tijdens het Derde Wereldcongres van de Komintern moesten we dit punt benadrukken – in de strijd tegen de zuiver mechanistische opvatting van het voortschrijdende kapitalistische verval. Als periodieke afwisselingen van “normale” booms door “normale” crises hun weerslag hebben op alle gebieden van het sociale leven, dan veroorzaakt een overgang van een hele boom-periode naar een periode van neergang, of omgekeerd, enorme historische verstoringen; en het is niet moeilijk om aan te tonen dat in veel gevallen revoluties en oorlogen plaatshebben op de grens tussen twee verschillende periodes van economische ontwikkeling, d.w.z. op de las van twee verschillende segmenten van de kapitalistische curve. De gehele moderne geschiedenis vanuit dit standpunt te analyseren is waarlijk één van de meest bevredigende opgaven van het dialectisch materialisme.
In navolging van het Derde Wereldcongres van de Komintern, nam professor Kondratiev dit vraagstuk onder de loep – zich, als gebruikelijk, alle moeite getroostend om de door het congres zelf aangenomen formulering te vermijden – en probeerde hij om naast de “kleine cyclus”, die een periode van tien jaar bestrijkt, het concept te ontwikkelen van een “grote cyclus”, die ongeveer vijftig jaar omspant. Volgens zijn systematisch gestileerde constructie, bestaat een grote economische cyclus uit zo’n vijf kleine cycli, en bovendien heeft de ene helft daarvan het karakter van een boom, en de andere helft dat van een crisis, met alle noodzakelijke overgangsfasen. De statistische bepalingen van grote cycli die door Kondratiev werden verzameld, zouden moeten worden onderworpen aan zorgvuldige en niet al te goedgelovige controle met betrekking tot zowel afzonderlijke landen als de wereldmarkt in zijn geheel. Het is nu al mogelijk om daarop vooruitlopend professor Kondratievs poging te weerleggen, om aan door hem grote cycli genoemde periodes hetzelfde “strakke wetmatige ritme” toe te schrijven dat te zien is in kleine cycli; het is een duidelijk foute generalisatie die voortkomt uit een formele analogie.
De periodieke herhaling van kleine cycli wordt bepaald door de interne dynamiek van de kapitalistische krachten, en komt altijd en overal tot uiting wanneer de markt eenmaal ontstaan is. Wat betreft de grote segmenten van de kapitalistische curve van ontwikkeling (vijftig jaar) – professor Kondratiev stelt onvoorzichtig voor om die ook als cycli te bestempelen –, hun karakter en duur worden niet bepaald door de interne wisselwerking van kapitalistische krachten, maar door die externe omstandigheden door wier kanaal de kapitalistische ontwikkeling stroomt. Het verwerven door het kapitalisme van nieuwe landen en continenten, de ontdekking van nieuwe natuurlijke hulpbronnen en, in het kielzog hiervan, zulke grote gebeurtenissen op het niveau van de “bovenbouw” als oorlogen en revoluties, bepalen het karakter en de afwisseling van periodes van opgang, stagnatie, of neergang van kapitalistische ontwikkeling.
Welke weg zou het onderzoek moeten volgen?
Het bepalen van de curve van kapitalistische ontwikkeling in zijn niet-periodieke (basale) en periodieke (secundaire) fasen en breekpunten met betrekking tot afzonderlijke landen die voor ons van belang zijn en met betrekking tot de gehele wereldmarkt – dat is het eerste deel van onze taak. Wanneer we de curve eenmaal vastgelegd hebben (de methode van vastlegging is natuurlijk een speciale kwestie op zichzelf, en zeker geen simpele, maar hij behoort tot het domein van economisch-statistische techniek), kunnen we hem opdelen in periodes, afhankelijk van de hoek van op- en neergang die gemaakt wordt met een as op een grafiek. Op deze manier verkrijgen we een grafisch weergegeven schema van economische ontwikkeling, d.w.z. de karakterisering van “de eigenlijke basis (...) van alle te onderzoeken gebeurtenissen” (Engels).
Afhankelijk van de concreetheid en gedetailleerdheid van ons onderzoek, hebben we misschien een aantal van zulke schema's nodig: één met betrekking tot landbouw en veeteelt, een andere met betrekking tot zware industrie, enzovoort. Met dit schema als ons uitgangspunt, moeten we het vervolgens synchroniseren met politieke gebeurtenissen (in de breedste zin van het woord) en we kunnen dan niet alleen zoeken naar overeenkomsten – of om het voorzichtiger te stellen, onderlinge verbanden – tussen duidelijk afgebakende periodes van het sociale leven en de scherp weergegeven segmenten van de curve van kapitalistische ontwikkeling, maar ook naar die directe ondergrondse impulsen die gebeurtenissen in gang zetten. Het gevaar is natuurlijk aanwezig om al doende te vervallen in de meest vulgaire schematisering en, vooral, om de sterke onderlinge beïnvloeding en opeenvolging van ideologische processen te veronachtzamen – om uit het oog te verliezen dat economie alleen in laatste instantie beslissend is. Er is nooit gebrek geweest aan karikaturale conclusies getrokken met behulp van de marxistische methode! Maar het om deze reden afwijzen van de bovenaangegeven formulering van de kwestie (“het riekt naar economisme”) is het demonstreren van volstrekt onvermogen om de essentie van het marxisme te begrijpen; het marxisme dat de oorzaken van veranderingen in de sociale bovenbouw zoekt in de veranderingen van de economische onderbouw, en nergens anders.

Met het risico dat we ons de theoretische toorn van tegenstanders van “economisme” op de hals halen (en gedeeltelijk met de bedoeling hun verontwaardiging uit te lokken) presenteren wij hier een schematische grafiek die een willekeurig curve van kapitalistische ontwikkeling over een periode van negentig jaar voorstelt, volgens bovengenoemd stramien. De algemene richting van de basiscurve wordt bepaald door het karakter van de kleinere conjuncturele curven waaruit hij is samengesteld. In ons schema zijn drie periodes scherp te onderscheiden: twintig jaar van zeer geleidelijke kapitalistische ontwikkeling (segment A-B); veertig jaar van energieke opgang (segment B-C); en dertig jaar van aanhoudende crisis en neergang (segment C-D). Wanneer we in dit diagram de meest belangrijke historische gebeurtenissen voor de betreffende periode invoeren, dan is alleen al het aanschouwelijk naast elkaar plaatsen van belangrijke politieke gebeurtenissen en de veranderingen van de curve voldoende om een idee te geven van de onschatbare waarde die ze kunnen hebben als uitgangspunten voor historisch materialistisch onderzoek. Het parallellisme van politieke gebeurtenissen en economische verandering is natuurlijk uiterst betrekkelijk. In het algemeen registreert en reflecteert de “bovenbouw” nieuwe ontwikkelingen op economisch terrein pas met aanzienlijke vertraging. Maar deze wetmatigheid moet worden blootgelegd door een concreet onderzoek van die complexe onderlinge samenhangen waarvan we hier slechts een grafische aanwijzing presenteren.
In het rapport voor het Derde Wereldcongres illustreerden we ons idee met enkele historische voorbeelden uit de periode van de revolutie van 1848, de periode van de eerste Russische revolutie (1905) en de periode waardoor we nu gaan (1920-1921). We verwijzen de lezer naar deze voorbeelden. Ze bieden niets definitiefs, maar tonen wel duidelijk het uitzonderlijke belang van de door ons naar voren gebrachte benadering, vooral voor het begrijpen van de belangrijkste sprongen in de geschiedenis: oorlogen en revoluties. Wanneer wij in deze brief gebruik maken van een volkomen willekeurig grafisch schema, zonder te pogen een werkelijke periode uit de geschiedenis als basis te nemen, dan doen we dat om de eenvoudige reden dat zo’n poging veel te veel zou lijken op een onvoorzichtig vooruitlopen op de uitkomsten van een volledig en zorgvuldig onderzoek – dat nog gedaan moet worden.
Op dit moment is het natuurlijk nog onmogelijk om met enige mate van zekerheid te voorspellen welke onderdelen van de geschiedenis belicht zullen worden, en hoeveel licht geworpen zal worden door een materialistisch onderzoek dat zou uitgaan van een meer concrete studie van de kapitalistische curve en van de samenhang tussen de laatste en alle aspecten van het sociale leven. Resultaten die op deze manier wellicht zullen worden bereikt, kunnen alleen het resultaat zijn van zo’n onderzoek zelf, dat systematischer en methodischer moet zijn dan de historisch materialistische uitstapjes die tot nu toe zijn gemaakt.
Hoe dan ook belooft zo’n benadering van de moderne geschiedenis de theorie van het historisch materialisme te verrijken met resultaten die veel waardevoller zijn dan het zeer onbetrouwbare speculatieve gegoochel met de ideeën en begrippen van de materialistische methode door sommige van onze marxisten, die de methodes van het formalisme overbrachten naar het domein van de materialistische dialectiek, waardoor de taak beperkt werd tot het preciseren van definities en classificaties en tot het opdelen van lege abstracties in een aantal even lege delen; het heeft, kortom, het marxisme versneden met de onfatsoenlijk elegante gekunsteldheden van de epigonen van Kant. Het is inderdaad dwaas om een instrument eindeloos te slijpen en herslijpen, en daarbij marxistisch staal weg te kappen, wanneer het de taak is om het instrument te gebruiken om het ruwe materiaal te bewerken!
Naar onze mening zou dit thema het onderwerp kunnen leveren voor uiterst vruchtbare arbeid van onze marxistische werkgroepen over historisch materialisme. Onafhankelijk onderzoek op dit gebied zal ongetwijfeld nieuw licht werpen op – of op zijn minst meer licht laten schijnen over – zowel geïsoleerde historische gebeurtenissen als complete periodes. Ten slotte zou alleen al de enkele gewoonte om te denken in termen van de voornoemde categorieën de politieke oriëntatie in de huidige periode enorm vergemakkelijken, omdat het een periode is waarin duidelijker dan ooit tevoren het verband wordt blootlegt tussen kapitalistische economie (die het hoogtepunt van verzadiging heeft bereikt) en kapitalistische politiek (die volkomen losgeslagen is).
Ik beloofde lang geleden om dit thema uit te werken voor de Vestnik Sotsialisticheskoi Akademii [Bode van de Socialistische Academie]. Tot nu toe ben ik door omstandigheden verhinderd om deze belofte gestand te doen, en ik weet niet of ik in de nabije toekomst in staat zal zijn om hem na te komen. Daarom beperk ik mij vooralsnog tot deze brief.

donderdag 19 augustus 2010

Joost Oomen nieuwe huisdichter RUG

Joost Oomen, derdejaars student Nederlands, is de nieuwe huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen. Komend studiejaar schrijft hij gedichten over de academische wereld en het studentenleven voor de universiteitskrant UK en wil hij de universiteit 'wakker schudden'. Te beginnen bij de opening van het Academisch Jaar, 6 september. =Lees verder bij de Groninger Gezinsbode =

dinsdag 17 augustus 2010

Literaire Trotski Quiz (44)


Zeg, die Literaire Trotski Quiz, bestaat die nog wel? Jazeker. Ziehier. Alvorens de nieuwe opgave uit te tikken of op te typen, eerst maar even de oplossing van de vorige aflevering: RoobjeeVincent en Astrid van Gogh verdwijnen in een korenveld (Manteau, Brussel & Den Haag 1977), pp. 67-69.
Over nu naar opgave 44. Omdat opgave 43, als door ons ingeschat, inderdaad ondoenlijk was – we ontvingen in ieder geval geen juiste oplossing – is de bij die opgave behorende prijs nog steeds in ons bezit. We willen echter uitreiken, vandaar dat ook Literaire Trotski Quiz (44) de vorm heeft van een prijsvraag: wie als eerste de goede oplossing post krijgt een exemplaar van K-1, van de schoonheid en de kracht een boek waarin Trotski wordt genoemd.
Dit zijn de bijbehorende vragen:
1. welke columnist schreef eind jaren zeventig onderstaande regels over moderne vormgeving, die destijds gekenmerkt werd door steeds verder abstraheren, steeds meer eenvoud en steeds dikkere, grotere lijnen; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig werk werden ze ontleend?

Als je dat zo ziet krijg je de indruk dat in onze dagen alle verfijning is gaan zitten in machines en apparatuur. De afbeeldingen zijn weer terug in de gebeitelde eenvoud van het stenen tijdperk, wat heel onlogisch is als je bedenkt dat de reproduktiemogelijkheden juist zo toegenomen zijn en je de ‘Nachtwacht’ op behangselpapier kunt kopen.
De ellende komt doordat er te veel ‘creatieve’ beroepen en baantjes en opleidingen bestaan die te veel mensen produceren die belang hebben bij het nieuwe. Nieuw is in en oud is out en als het nieuwe model eenmaal in gebruik genomen wordt, verdwijnt het oude als Trotski uit de Russische geschiedschrijving.

maandag 16 augustus 2010

If Elvis was still alive, he would be dead by now


Desalniettemin herdenken wij op gepaste wijze.
En nog eenmaal de King himself op z'n best.

zondag 15 augustus 2010

Arme Robbie


Klik op plaatje voor vergroting of ga naar de wc in de Theeschenkerij van het Westerbroekpark te Den Haag.

zaterdag 14 augustus 2010

Poëzie aan de Waterkant

Poëzie aan de Waterkant wordt zaterdag 14 augustus voor de 10e keer gevierd. Een literair evenement dat elk jaar plaatsvindt in augustus bij de Haagse Theeschenkerij en Roeibotenverhuur de Waterkant. Poëzie aan de Waterkant staat voor enerverende woordkunst met dichters en singer-songwriters. Naast een ´best of´ programma met dichters en singer-songwriters die eerder succesvol optraden aan de Waterkant is er zoals altijd aandacht voor nieuw dichttalent met de Talentengroep Neem het Woord en de winnaars van de Haagse Scholenslam. Ook is er aandacht voor twee hoofdgasten uit voorgaande edities, Simon Vinkenoog en Driek van Wissen.

Het middagprogramma is van 14.00-17.00 uur. Gasten zijn Eva Meijer (singer-songwriter), Jeroen de Vos, Ellen Deckwitz, Rowena Geerts, Anne Büdgen, Macronizm (indierap unplugged), Daniël Dee en Edith Ringnalda.

Het avondprogramma is van 19.00-21.00 uur en bestaat uit: Laszlo Huszar, Kasper Peters, Frank van Pamelen, Poëzie op muziek van Jimi Hellinga/Timo de la Mar/Diann van Faassen & Harry Zevenbergen, Andy Fierens, Tjitske Jansen, Bird (indiefolk) en de poëziegrabbelton.

De toegang is gratis. Een maaltijd tussendoor kost €12,- (vooraf reserveren via de theeschenkerij: 070-3502863)

Poëzie aan de Waterkant
Zaterdag 14 augustus
14.00-21.00 uur
Theeschenkerij de Waterkant (Westbroekpark t/o Haringkade, Den Haag)

vrijdag 13 augustus 2010

De Wetenschappelijke Vraag van Vandaag


Vrijdag de dertiende. Ons laat het koud natuurlijk, bijgelovig zijn we niet. Maar waarom dan toch dag en datum genoemd? Omdat het linkshandigendag is en we vandaag dus Kortsluiting-Rotterdam in het zonnetje zetten. Want linkshandigen hebben onvermoede problemen, zo leerde de redactie te Groningen de afgelopen tien jaar van zijn De Verloofde – probeer maar eens met een gewone schaar linkshandig te knippen: godsonmogelijk, want je duwt de bladen/messen uit elkaar. Aandacht dus heden voor het zware leven der linkshandigen.
Maar er is nog iets, zo ontdekte Kortsluiting-Groningen, en dat iets heeft hij nog nooit ergens vermeld gezien. Dus: Primeur! Nieuws! Wetenschap! Hoera!

GRONINGEN. Of het algemeen geldig is weet ik niet, maar in ieder geval De Verloofde is niet alleen linkshandig maar ook langbenig, eh… linksbenig: wanneer we gearmd over straat gaan, of waar dan ook, en even tot stilstand zijn gekomen – bijvoorbeeld voor de etalage van een damesmodewinkel, schoenenzaak of parfumerie – en vervolgens weer opstarten, dan beginnen we allebei met een ander been: ik zet eerst mijn rechterbeen vooruit, De Verloofde eerst het linker, waardoor er na ieder oponthoud gehupst moet worden om in sinc te lopen. (Voor de goede orde: geen van ons is een telganger, we lopen allebei gewoon.)

Vraag aan onze lezers: is dit toeval, of zijn (de meeste) linkshandigen ook linksbenig? Graag uw ervaringen.

woensdag 11 augustus 2010

Geen bloemen en geen krokodillentranen

Het youtubelinkdumpen bevalt Kortsluiting-Rotterdam uitermate goed. Daarom nu een frisse, jonge man uit Rotterdam, want er komen ook leuke mensen uit Rotterdam en niet alleen Wouters, Pimmen of Gerards.

Goslink mag wat ons betreft de sensatie van dit najaar worden. Een bewonderenswaardig feitje, om tot slot nog te vermelden, is dat Goslink zijn instrumenten zelf bouwt uit restmateriaal. En dan nu zijn muziek.

Dan zwijgen wij stil

Er werd me toch iets fraais in de schoot geworpen: Joost Zijn Onemanband Showorkest. We zijn hier nu toch al twee dagen aan het youtubelinkdumpen, daar kan nog wel een dagje bij. Vandaag geen nummertjes over huishoudelijke apparatuur of roodnekken, maar doorleefde liederen over huiselijke beslommeringen en ander leed.

De nieuwe Meindert Talma is opgestaan.
Meer? Meer!

Iets heel anders, en toch ook weer niet, als toegift: Henk van der Veen alias MC Henkie, een lokaal Gronings product – geen Country & Western maar City & Northern zeg maar. Hoewel al een paar jaar oud, nog immer fris klinkend en actueel.

dinsdag 10 augustus 2010

Kleine wasjes, grote wasjes

Kortsluiting-Rotterdam is wel degelijk een liefhebber van Americana en schaamt zich daar niet voor. En dat deze muziekstijl heus niet alleen over coiboi's en overspelige dames gaat, bewijst John Hartford met het volgende huiselijke tafereel.


maandag 9 augustus 2010

Redneck 'n' Redhead

Nee, nee, we houden niet van Country and Western, maar soms komen er fijne nummers uit redneckland. Zo is Kortsluiting-Groningen altijd dol geweest op The devil went down to Georgia van the Charlie Daniels Band:

Nou is Charlie Daniels geen echte redneck, in tegenstelling tot David Allan Coe van wie het volgende liedje is. Speciaal uitgezocht door de redactie te Groningen voor die te Rotterdam.

Oké, nog eentje dan. Mede vanwege het filmpje: voor alle de Fuckups, nu eens niet van Johnny Cash maar van Coe de Redneck.

zondag 8 augustus 2010

Nieuwe Literaire Quiz (5)


Zeg, die Nieuwe Literaire Quiz, bestaat die nog wel? Jazeker. Ziehier. Alvorens de nieuwe opgave uit te tikken of op te typen, eerst maar even de oplossing van de vorige aflevering: Jacobus Bos – Veilig is het nergens. Gedichten (Uitgeverij Wereldbibliotheek bv, Amsterdam 2010), p. 28. En we herhalen het nog maar een keer: Jacobus Bos is een zeer interessant dichter die ten onrechte nauwelijks gelezen wordt, dus laat staan besproken – wellicht binnenkort in dit theater.
Tijd voor de nieuwe opgave. Nog steeds zit de vechtsport ons hoog, dus wederom een citaat over boksen.
De vragen:
1. wie schreef onderstaande passage; en
2. uit welke oorspronkelijk Nederlandstalige roman zijn deze regels afkomstig?

Zolang als ik hem kende had hij zinloos geweld verheerlijkt. Hoe zinlozer des te liever het hem was. Dus zo’n boventallige Turk rats-flats even omleggen, daar had hij in principe wel oren naar – feitelijk al sinds ze hem vroeger ’s nachts uit zijn knapenslaap gewekt hadden voor de legendarische bokswedstrijden van de ‘fluwelen moker’ Cassius Clay alias Mohammed Ali. En een van [zijn] favoriete filmacteurs was de één-voudige Oscarwinnaar Joe Pesci, wiens handelsmerk het was om volstrekt uit het niets zomaar iemand in razende woede in elkaar te trappen, of dit nu precies zo in het script stond of niet. Heerlijk om te zien, dat gaf ik graag toe. De ander elimineren. ‘I try to catch the opponent on the tip of his nose,’ zoals de eminente Voltairekenner en oud-bokskampioen Mike Tyson het op een van zijn tatoeages zo mooi verwoordde. Waarom? ‘Because I try to punch the bone into the brain.’ Daarom. De opponent precies op het juiste puntje raken en hem aldus met zijn neus op de feiten drukken, daar kwam het uiteindelijk op neer. Kill’em all, let God sort them out. Als we dan toch allen poppetjes waren in een videogame, dan konden we er maar beter het beste van proberen te maken.

vrijdag 6 augustus 2010

Wat voorafging


Vorige week zat er in de inbox een mailtje afkomstig van de mij onbekende Ernst ten Haaf:

Onlangs was ik aan het googlen op H.C. ten Haaf en kwam ik een stukje van jou van 2008 tegen op de blog Kortsluiting. Als ik het goed heb, zijn mijn en jouw opa elkaars broers. Ik heb bij het overlijden van mijn vader een map met documentatie gekregen betreffende onze overgrootvader H.C. ten Haaf. Hierin trof ik onder andere originele aanstellingsbrieven aan behorende bij verschillende functies die hij vervulde. De meeste van deze documenten zijn ondertekend door Paul Kruger zelf. Echter ook foto's van de familie en hun huis in Klerksdorp.
Mocht je het interessant vinden om dit materiaal in te kijken dan ben ik daartoe met plezier bereid.

Uiteraard heb ik meteen teruggemaild en inmiddels heb ik een aantal scans van documenten en foto’s in mijn bezit. Bovendien hebben we afgesproken elkaar na de vakantie te ontmoeten, in de hoop dat we elkaar kunnen aanvullen bij de reconstructie van onze voorgeschiedenis.
Dankzij de documenten ben ik al wat wijzer: zo wist ik wel dat mijn overgrootvader H.C. ten Haaf vanuit Nederland geëmigreerd was naar Transvaal (officieel de Zuid-Afrikaansche Republiek), maar had ik geen idee wanneer en waarom. Welnu, het blijkt een – polyglot begrip – carrière-move te zijn geweest. In 1888 kreeg de Nederlands Rijkstelegrafist 2de klasse Hendrik Christiaan ten Haaf de door de zaakwaarnemer van de Zuid-Afrikaansche Republiek in Nederland, Beelaerts van Blokland, ondertekende schriftelijke bevestiging dat hij was aangesteld als telegrafist in dienst van de Zuid-Afrikaansche Republiek.

Later ontving H.C. ten Haaf een door staatspresident Paul Kruger en staatssecretaris Leyds ondertekend document van dezelfde strekking.

Nadat H.C. ten Haaf zich gevestigd had in Klerksdorp, ging het voorspoedig met zijn ambtelijke carrière. Hierover een volgende keer meer.

donderdag 5 augustus 2010

Help!


Soms moeten poëten zich bezighouden met prozaïsche zaken. Vandaag bijvoorbeeld: we ontvingen via e-mail een “bedelbrief” van Grenzeloos – en we kunnen niet anders dan die brief hier publiceren.
Soms zijn woorden niet genoeg. Lees maar.
En geef.

De overstromingen en regenval in de Pakistaanse provincie Baluchistan laten een spoor van vernieling achter. Volgens diverse instanties zijn er op dit moment meer dan 1000 doden en ruim 2.5 miljoen mensen zijn anderszins getroffen door de moessonregens. Ruim 100.000 mensen hebben cholera. De hulpacties van de overheid laten zich omschrijven als te weinig en te laat. Hieronder plaatsen wij een vertaling van een recente oproep van de Labour Party Pakistan.

De hevige regenval heeft de afgelopen dagen in verschillende delen van Baluchistan (Pakistan) onverwachte overstromingen veroorzaakt. Doorgebroken dijken zorgen voor overstromingen. Ten minste drie dorpen in het district Sibi zijn vernietigd. Huizen, vee - zoals runderen en geiten -, huishoudelijke artikelen, kleding, schoenen en andere voorwerpen zijn vernietigd. Inwoners van de dorpen zitten op dit moment zonder drinkbaar water, voedsel, onderdak en hebben kleding nodig.
De situatie is in het bijzonder nijpend voor kinderen en vrouwen; er is dringend behoefte aan voedsel en kleding. Door gebrek aan schoon drinkwater in de getroffen gebieden verspreiden zich tal van ziektes. Griep, koorts, diarree en cholera zijn geconstateerd en verspreiden zich snel.
De reactie van de regering heeft de zaken enkel erger gemaakt. Zij slaagde er niet om direct tot actie over te gaan, waardoor tienduizenden mensen zonder hulp kwamen. De overheid kwam pas na vierentwintig uur in tentenkampen om een schamele hoeveelheid voedselpakketten uit te delen.
De kloof tussen de hoeveelheid voedsel die wordt verdeeld en het grote aantal mensen dat dringend eten nodig heeft leidde tot gevechten, wat de situatie voor deze mensen nog verergert.
Rubina Baluch, lid van het vrouwensecretariaat van de Labour Party Pakistan in Baluchistan en inwoner van één van de getroffen dorpen, zegt: “Er is hier absoluut niets meer. We hebben dringend behoefte aan voedsel, water en kleding”. Naar schatting zijn in Baluchistan tenminste 10.000 mensen slachtoffer geworden van de natuurramp.
De Labour Party Pakistan organiseert een hulpkonvooi naar de mensen in de getroffen gebieden. De LPP vraagt dringend om donaties in de vorm van geld of in de vorm van kleding, schoenen, medicijnen, schoon drinkwater.

De Labour Party Pakistan (LPP), de Pakistaanse zusterorganisatie van Grenzeloos, is een van de grootste linkse organisaties in Pakistan en is actief in de getroffen gebieden. De LPP organiseert een inzamelingsactie voor een hulpkonvooi met voedsel, medicijnen en kleding. Vanuit Nederland willen wij de Labour Party Pakistan ondersteunen en zamelen we geld in voor de hulpcampagne.
Donaties, groot en klein, kunnen worden overgemaakt op giro 5543271 t.n.v. Socialistische Alternatieve Politiek, Nijmegen o.v.v. ‘Pakistan’.
De LPP is actief betrokken bij vakbondsstrijd, feminisme en homostrijd. Voor meer informatie zie hun website. De LPP is ook betrokken bij het wekelijkse Engelstalige online tijdschrift International Viewpoint.

zondag 1 augustus 2010

Dichters in de Prinsentuin (2)

Daar zijn we weer, we hadden het beloofd. Dichters in de Prinsentuin begon dit jaar, geheel tegen de gewoonte in, met regen. De poëzieliefhebbers, hulde zij met hen, interesseerde het niets.

En even later was daar de beloning: mooi weer. Dus konden de dichters de loofgangen in, waar het er backstage zo uitziet:

Zoals altijd was het optredende dichtersvolk weer een mix van ons onbekend (wie weet hoe de dichteres in onderstaand filmpje heet wordt verzocht dat even te melden - en ook de titel van het gedicht is welkom) [Egbert Hovenkamp (II, denken wij) meldt: "de dichteres heet: Djoeke Ardon." En de Verloofde merkte op: 'ach, was je verliefd?']

en ons bijzonder bekend: na zijn gedicht over worst en voetbal is iedereen natuurlijk uitermate benieuwd naar Het Ding van Daniël Dee.

Intermezzo

Ministeck. Daar moest ik aan denken toen ik zojuist via skype in blote pokkel achter de pc gespot werd door de merkwaardig gepixelde Verloofde.