Zeg, die Nieuwe Literaire Quiz, bestaat die nog wel? Jazeker. Ziehier. Alvorens de nieuwe opgave uit te tikken of op te typen, eerst maar even de oplossing van de vorige aflevering: Jacobus Bos – Veilig is het nergens. Gedichten (Uitgeverij Wereldbibliotheek bv, Amsterdam 2010), p. 28. En we herhalen het nog maar een keer: Jacobus Bos is een zeer interessant dichter die ten onrechte nauwelijks gelezen wordt, dus laat staan besproken – wellicht binnenkort in dit theater.
Tijd voor de nieuwe opgave. Nog steeds zit de vechtsport ons hoog, dus wederom een citaat over boksen.
De vragen:
1. wie schreef onderstaande passage; en
2. uit welke oorspronkelijk Nederlandstalige roman zijn deze regels afkomstig?
Zolang als ik hem kende had hij zinloos geweld verheerlijkt. Hoe zinlozer des te liever het hem was. Dus zo’n boventallige Turk rats-flats even omleggen, daar had hij in principe wel oren naar – feitelijk al sinds ze hem vroeger ’s nachts uit zijn knapenslaap gewekt hadden voor de legendarische bokswedstrijden van de ‘fluwelen moker’ Cassius Clay alias Mohammed Ali. En een van [zijn] favoriete filmacteurs was de één-voudige Oscarwinnaar Joe Pesci, wiens handelsmerk het was om volstrekt uit het niets zomaar iemand in razende woede in elkaar te trappen, of dit nu precies zo in het script stond of niet. Heerlijk om te zien, dat gaf ik graag toe. De ander elimineren. ‘I try to catch the opponent on the tip of his nose,’ zoals de eminente Voltairekenner en oud-bokskampioen Mike Tyson het op een van zijn tatoeages zo mooi verwoordde. Waarom? ‘Because I try to punch the bone into the brain.’ Daarom. De opponent precies op het juiste puntje raken en hem aldus met zijn neus op de feiten drukken, daar kwam het uiteindelijk op neer. Kill’em all, let God sort them out. Als we dan toch allen poppetjes waren in een videogame, dan konden we er maar beter het beste van proberen te maken.
Tijd voor de nieuwe opgave. Nog steeds zit de vechtsport ons hoog, dus wederom een citaat over boksen.
De vragen:
1. wie schreef onderstaande passage; en
2. uit welke oorspronkelijk Nederlandstalige roman zijn deze regels afkomstig?
Zolang als ik hem kende had hij zinloos geweld verheerlijkt. Hoe zinlozer des te liever het hem was. Dus zo’n boventallige Turk rats-flats even omleggen, daar had hij in principe wel oren naar – feitelijk al sinds ze hem vroeger ’s nachts uit zijn knapenslaap gewekt hadden voor de legendarische bokswedstrijden van de ‘fluwelen moker’ Cassius Clay alias Mohammed Ali. En een van [zijn] favoriete filmacteurs was de één-voudige Oscarwinnaar Joe Pesci, wiens handelsmerk het was om volstrekt uit het niets zomaar iemand in razende woede in elkaar te trappen, of dit nu precies zo in het script stond of niet. Heerlijk om te zien, dat gaf ik graag toe. De ander elimineren. ‘I try to catch the opponent on the tip of his nose,’ zoals de eminente Voltairekenner en oud-bokskampioen Mike Tyson het op een van zijn tatoeages zo mooi verwoordde. Waarom? ‘Because I try to punch the bone into the brain.’ Daarom. De opponent precies op het juiste puntje raken en hem aldus met zijn neus op de feiten drukken, daar kwam het uiteindelijk op neer. Kill’em all, let God sort them out. Als we dan toch allen poppetjes waren in een videogame, dan konden we er maar beter het beste van proberen te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten