zondag 19 december 2010

Hartverwarming

Ach ja, de nachtdienst. Soms even naar buiten, sigaretje roken. Voel je de vorst, voel je je ijsbeer. Denk je terug aan één van de hoogtepunten van de Deutsche Welle: het prachtige Eisbär van Grauzone.
Zet het volume op vol, sluit je ogen en versmelt met de rond je huis gierende sneeuwstorm.

zaterdag 18 december 2010

Daar komen de ratten


Volgens het Dagblad van vandaag zullen er uiteindelijk vijftien namen op de lijst prijken. Vandaag staan de nummers één, twee en drie van de PVV-lijst in de krant. Voor de Provinciale Statenverkiezingen van Groningen trekken onderstaande drie fascisten de stinkende kar:

1. Ton van Kesteren (zie portret linksboven + links op de foto hieronder)

2. Klara Wolthof (rechts op de foto)

3. Matthijs Jansen (midden op de foto)

dinsdag 14 december 2010

Het leven weer opgepakt


Zo, de sport ligt achter ons, kunnen we nu weer aan het werk. In Groningen is eindelijk echt begonnen (zie illustratie) aan de novelle Witte koorts – het streven is: eind volgend jaar in de winkel.
Van de straat (prozie/poëza) – najaar 2011 in de schappen bij de boekhandel – nadert de voltooiing.
Verder in de pen: Door het donker (roman) en Alleen de titel is nog niet af (roman); het laatstgenoemde werkje werd eerder aangekondigd als Stinkende heelmeesters.
O, wat heb ik het druk.

donderdag 9 december 2010

Gun Roel zijn recht


Roel van Duijn mag dan een rare druif zijn, met zijn anarchisitisch geïnspireerde voorkeur voor ludieke acties als het uitdelen van krenten, dat neemt niet weg dat ik zeer geïnteresseerd ben in wat zich afspeelt in zijn hoofd – misschien wel juist daarom: omdat ik hem niet kan volgen. Goed nieuws derhalve, dat Van Duijn zich heeft voorgenomen zijn memoires te schrijven. Voor dit project vroeg hij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) toestemming om zijn BVD-dossier in te zien (BVD staat voor Binnenlandse Veiligheidsdienst, de voorloper van de AIVD). Die werd hem niet verleend, en uit protest is een petitie gestart om Van Duijn alsnog inzage te geven. Hoewel wij, mannen van Kortsluiting, de actie als vrij kansloos inschatten, roepen we toch iedereen op om die petitie te tekenen: het is altijd goed als iets wordt ondernomen om de sectie stiekum in de wielen te rijden. Tekenen kan hier.

Nu we het toch over de geheime dienst hebben: ter redactie ligt nog een restpartij van het verduveld interessante werkje De trotskistenangst van de BVD. Over functie en werking van een geheime dienst in de burgerlijke samenleving (Amsterdam 2001). Het 257 pagina’s tellende boek is mede daarom zo interessant, omdat het vol staat met als “vertrouwelijk” aangemerkte documenten waaruit blijkt hoe een geheime dienst erin slaagt beroepsverboden te effectueren. Interesse in deze documentaire? Schrijf een mailtje aan kareltenhaaf [apending] hotmail.com en je (u) krijgt het boek thuisgestuurd voor slechts € 5,= (inclusief porto).

omslagfoto:
Groningen, 9 december 1990
[vandaag exact twintig jaar geleden dus]: trotskist Karel ten Haaf (met gleufhoed en zonnebril) demonstreert incognito tegen de BVD.

woensdag 8 december 2010

K-1 pool: Contender #9


Robert “Nescio Nomen” Prijs

CITY : Groningen
DATE OF BIRTH : November 11, 1987
HEIGHT : 180 cm
WEIGHT : 65 kg

QUOTE : ‘Voor een kopstootje doet deze jongen zelfs mee aan een K-1 pool.’

Kwartfinales:
1. Mighty Mo vs. Peter Aerts
Winnaar: Peter Aerts
2. Semmy Schilt vs. Kyotaro
Winnaar: Semmy Schilt
3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong
Winnaar: Alistair Overeem
4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă

Halve finales:
5. Peter Aerts vs. Semmy Schilt
Winnaar: Semmy Schilt
6. Alistair Overeem vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Alistair Overeem

Finale:
7. Semmy Schilt vs. Alistair Overeem
Winnaar en wereldkampioen: Semmy Schilt

(maar weet ik veel...)

P.S.
Extra: de tussenstand van de poll op de officiële K-1 site, 8 december, 12.59 uur. De loop is er een beetje uit: sinds de vorige tussenstand (7 december, 05.00 uur) hebben slechts een kleine tweeduizend fans hun stem uitgebracht – in 36 uur. Het lijkt derhalve veilig om te stellen dat de einduitslag van de officiële K-1 poll niet veel zal afwijken van deze grafiek:




dinsdag 7 december 2010

In de VPRO gids

Morgen in de winkel. Nu al op Kortsluiting.

K-1 pool: Contender #8


Stefan
“Respect”
Nieuwenhuis

CITY : Groningen
DATE OF BIRTH : February 27, 1972
HEIGHT : 182 cm
WEIGHT : 85 kg

QUOTE : ‘Ik heb uiteindelijk toch op safe gegokt. Jammer, want die hele Schilt kan me gestolen worden. Maar het gaat om de pool hè. :)’

Kwartfinales:
1. Mighty Mo vs. Peter Aerts
Winnaar: Mighty Mo
2. Semmy Schilt vs. Kyotaro
Winnaar: Semmy Schilt
3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong
Winnaar: Alistair Overeem
4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă

Halve finales:
5. Mighty Mo vs. Semmy Schilt
Winnaar: Semmy Schilt
6. Alistair Overeem vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Alistair Overeem

Finale:
7. Semmy Schilt vs. Alistair Overeem
Winnaar: Semmy Schilt

P.S.
Extra: de tussenstand van de poll op de officiële K-1 site, 7 december, 05.00 uur [19.276 stemmen] – Overeem consolideert zijn voorsprong; opmerkelijk is de opmars van Daniel Ghiţă: zouden Roemeense fans massaal aan het stemmen geslagen zijn?
(voor eerdere tussenstanden zie:
hier 6 december, 15.06 uur [11800 stemmen]; en
hier 5 december, 14.51 uur [5847 stemmen] en 4 december, 15.17 uur [1005 stemmen])



maandag 6 december 2010

K-1 pool: Contender #7


Harry “Beer” Zijlstra

CITY : Groningen
DATE OF BIRTH : April 23, 1965
HEIGHT : 184 cm
WEIGHT : 107 kg

QUOTE : ‘Wat is de inzet trouwens?’

Kwartfinales:
1. Mighty Mo vs. Peter Aerts
Winnaar: Peter Aerts
2. Semmy Schilt vs. Kyotaro
Winnaar: Semmy Schilt
3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong
Winnaar: Alistair Overeem
4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Gökhan Saki

Halve finales:
5. Peter Aerts vs. Semmy Schilt
Winnaar: Semmy Schilt
6. Alistair Overeem vs. Gökhan Saki
Winnaar: Alistair Overeem

Finale:
7. Semmy Schilt vs. Alistair Overeem
Winnaar: Alistair Overeem

P.S.
Extra: de tussenstand van de poll op de officiële K-1 site, 6 december, 15.06 uur [11800 stemmen]
(zie hier de tussenstand van gisteren, 5 december, 14.51 uur [5847 stemmen]; en eergisteren, 4 december, 15.17 uur [1005 stemmen])



zondag 5 december 2010

K-1 pool: Contender #6


Karel “Red Star Charlie” ten Haaf

CITY : Groningen
DATE OF BIRTH : January 9, 1962
HEIGHT : 187 cm
WEIGHT : 101 kg

QUOTE : ‘Ik hoop dat Peter Aerts zijn waarschijnlijk laatste kans grijpt en het toernooi wint, maar ik heb er een hard hoofd in.’

[Ik ga er in onderstaande voorspelling vanuit dat het ruim twee weken oude gerucht op mixfight en kickbox.nl niet klopt, en dat Daniel Ghiţă niet moeilijk liep vanwege een blessure maar omdat hij spierpijn had van het harde trainen.]

Kwartfinales:
1. Mighty Mo vs. Peter Aerts
Winnaar: Peter Aerts, op punten (als Aerts tenminste niet tegen een haymaker oploopt)
2. Semmy Schilt vs. Kyotaro
Winnaar: Sem Schilt, op punten (wel uitkijken voor de explosieve rechtse hoek van Kyotaro, want als die erop zit is het klaar)
3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong
Winnaar: Alistair Overeem, op k.o. (blijft Spong de eerste ronde overeind, dan kon hij wel eens winnen: hij is een betere kickbokser dan Overeem)
4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă, op k.o.

Halve finales:
5. Peter Aerts vs. Sem Schilt
Winnaar: Sem Schilt, op punten
6. Alistair Overeem vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă, op k.o.

Finale:
7. Sem Schilt vs. Daniel Ghiţă
Winnaar (op punten) en wereldkampioen: Daniel Ghiţă
[Ik denk eigenlijk dat Daniel Ghiţă pas volgend jaar de finale wint, maar om de K-1 pool spannend te houden vul ik wat anders in dan Dee, zodat 11 december niet alleen in de ring maar ook in de huiskamer een gezonde rivaliteit ontstaat.]

P.S.
Extra: de tussenstand van de poll op de officiële K-1 site, 5 december, 14.51 uur (afgezet tegen de tussenstand van gisteren, 4 december, 15.17 uur) – met bovenaan een opmerkelijke ontwikkeling, die haast doet vermoeden dat er een GeenStijl-achtige stemactie ten faveure van Overeem bezig is:

zaterdag 4 december 2010

K-1 pool: Contender #5


Daniël “Hammer of Thor” Dee

CITY : Rotterdam
DATE OF BIRTH : November 12, 1975
HEIGHT : 192 cm
WEIGHT : 80 kg, ruim

QUOTE: ‘Het wordt zo spannend.’

Kwartfinales:
1. Mighty Mo vs. Peter Aerts
Winnaar: Peter Aerts
2. Semmy Schilt vs. Kyotaro
Winnaar: Semmy Schilt
3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong
Winnaar: Alistair Overeem
4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă

Halve finales:
5. Peter Aerts vs. Semmy Schilt
Winnaar: Semmy Schilt
6. Alistair Overeem vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă

Finale:
7. Semmy Schilt vs. Daniel Ghiţă
Winnaar en wereldkampioen: Semmy Schilt

P.S.
Extra: de tussenstand van de poll op de officiële K-1 site, 4 december, 15.17 uur:



vrijdag 3 december 2010

Literaire Trotski Quiz (48)


Jeemig, die was moeilijk, nummertje 47. Niet één inzending. Geen enkele poging. Kennen onze lezers de klassieken dan zo slecht? Of vonden ze het te voor de hand liggend en werd er daarom niet gereageerd? Wij denken het laatste. Voor de enkeling die het wel moeilijk vond: de juiste oplossing was Menno ter Braak – ‘Waarom niet driehonderd pagina’s?’ [Over: Albert HelmanWaarom Niet]. In: Verzameld werk. Deel 5 (G.A. van Oorschot, Amsterdam 1949), pp. 96-97.
De volgende opgave dan maar. Vrij ondoenlijk, vrezen wij.
Eerst de vragen:
1. welke literator schreef onderstaande regels; en
2. aan welke oorspronkelijk Nederlandstalige roman werd deze passage ontleend?
Vervolgens het citaat:

Toen de ochtend doelloos overging in de middag ben ik opgestaan. Op mijn sokken sloop ik nog één keer door haar woning. Geruisloos tilde ik hier en daar een voorwerp op: een boek, een krant, een blaadje papier, een kledingstuk. Ik opende haar tas, op zoek, maar op zoek naar wat? Een teken? Een antwoord? Misschien wel alleen maar een foto, denk ik nu. Maar mensen hebben weinig foto’s van zichzelf en degene die ze hebben bewaren ze in diepe laden. Uit gewoonte bleef ik voor haar boekenkast staan en liet, zoals ik dat altijd en overal doe, mijn blik langs de titels gaan. Het was een verzameling als ve;le andere die ik had gezien. Een aantal klassiekers, een plankje recente titels die veel publiciteit hadden gekregen, een plukje kinderboeken en een groepje beduimelde Engelse pockets die de sporen droegen van vliegvelden, treinreizen en dagen aan zee. De onderste plank van de kast werd in beslag genomen door een gehavende en ordeloze stapel syllabi en een rijtje studieboeken die lang geleden voor het laatst van hun plek waren gehaald. Op een gegeven moment werd mijn aandacht getrokken door een vijftal boeken dat ouder dan de andere leek. Ik liet me door mijn knieën zakken, schoof het eerste deel van zijn plaatst in de rij en sloeg het open, wat de band deed kraken van protest. ‘Geschiedenis der Russische Revolutie’, zo las ik. Het was een vertaling van Trotski’s werk uit 1936 van de hand van Johan Valkhoff. Het was niet het binnenwerk dat mij interesseerde, laat staan de inhoud. Het ging mij om de rug, dat uit vijf kloeke ruggen gemetselde muurtje. Ik herkende ze, tenminste, dat dacht ik. Had ik ze ooit ergens op een plank zien staan? Ik schoof jet boek terug op zijn plaats en staarde een tijdlang naar die bruinleren rechthoek. Ik wist bijna zeker dat ik ze eerder had gezien. Bij ons thuis? In onze van boeken gespeende huiskamer? In het zomerhuisje van mijn tante en oom? Of bij hen thuis, het huis waaraan ik geen enkele herinnering heb, waarvan ik niet weet of ik er ooit ben geweest, of zelfs maar waar het stond of staat?

donderdag 2 december 2010

K-1 pool: Contender #4


Daniel “The Savage Samurai” Ghiţă

CITY : The Hague
COUNTRY : Romania
DATE OF BIRTH : April 22, 1981
HEIGHT : 195 cm
WEIGHT : 110 kg

QUOTE : I’m not like wooha.

Kwartfinales:

1. Mighty Mo vs. Peter Aerts
Winnaar: Peter Aerts

2. Semmy Schilt vs. Kyotaro
Winnaar: Semmy Schilt

3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong
Winnaar: Alistair Overeem

4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă

Halve finales:

5. Peter Aerts vs. Semmy Schilt
Winnaar: geen opgave

6. Alistair Overeem vs. Daniel Ghiţă
Winnaar: Daniel Ghiţă

Finale:

7. Peter Aerts/Semmy Schilt vs. Daniel Ghiţă
Winnaar en K-1 World Grand Prix 2010 Champion: Daniel Ghiţă

woensdag 1 december 2010

Weer niet

(vrij naar boer Koekoek)


‘Ik krieg ook nooit een beurs.’

maandag 29 november 2010

K-1 pool: Contender #3


11 december is de dag. K-1 World Grand Prix 2010 Final Eight. Wie wordt dit jaar wereldkampioen K-1? Wie wordt de onbetwist beste staande vechter ter aarde? Fans doen voorspellingen – all over the world, en dus ook op Kortsluiting. Voor wie het even niet op een rijtje heeft, dit is het wedstrijdschema:

Kwartfinales:
1. Mighty Mo vs. Peter Aerts
2. Semmy Schilt vs. Kyotaro
3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong
4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghita

Halve finales:
5. Winnaar 1 vs. Winnaar 2
6. Winnaar 3 vs. Winnaar 4

Finale:
7. Winnaar 5 vs. Winnaar 6

Volgen nu de zekerheden van

Sacha “the Wall” Landkroon

Nou daar komt ’ie dan wat betreft de voorspellingen:

1. Peter Aerts
2. Semmy Schilt
3. Alistair Overeem
4. Daniel Ghita

5. Peter Aerts – Semmy Schilt –> Semmy Schilt
6. Alistair Overeem – Daniel Ghita –> Alistair Overeem

7. Semmy Schilt – Alistair Overeem –> Semmy Schilt


Het stoere vechtersportret was nog even zoeken. Ik zou zeggen: druk hem maar niet te groot af.

Groetjes,

Sacha “the Wall” Landkroon

zaterdag 27 november 2010

Column


Gisteravond was er in ForumImages te Groningen een debat over “vertrouwen in de politiek”. Ter verluchtiging bracht Kortsluiting-Groningen halverwege de avond onderstaande column ten gehore.

Ik heb het altijd een merkwaardige stelling gevonden: het persoonlijke is politiek. Was die stelling in de jaren zestig van de vorige eeuw al immens populair, sinds het doodverklaren van de ideologieën, na de val van de muur, is het een mantra.
Met andere woorden: het ideologisch offensief dat de bourgeoisie heeft ingezet na het failliet van het stalinisme is enorm succesvol geweest. In de zaal ontstaat nu een onrustig geschuifel van voeten en geagiteerd gemurmel: O nee, daar begint hij al. Hoe halen ze het ook in hun hoofd om die vent te vragen, in de aankondiging staat dat hij lid is van de trotskistische Socialistische Arbeiderspartij. Als ik even mag: dat ben ik niet meer, die partij bestaat niet meer. Voor degenen die niet zo bekend zijn met het verschijnsel trotskisme, zal ik het even kort uitleggen: trotskisten zijn aanhangers van de Sovjet-Russische revolutionair Leon Trotski, een bijzonder eigenwijze man van wie bijna al zijn aanhangers de eigenwijsheid hebben overgenomen. De uitspraak ‘zet twee trotskisten bij elkaar en je hebt een scheuring’ is dan ook, zacht uitgedrukt, niet geheel onwaar. Het voert te ver om hier in te gaan op alle ins en outs, maar ik ben zelf na bijna dertig jaar lidmaatschap uit de Socialistische Arbeiderspartij gescheurd, samen met de andere aanhangers van tendens 2, die zich verzette tegen het loslaten van het project van de opbouw van een voorhoedepartij. De achtergebleven leden doopten de Socialistische Arbeiderspartij om tot Socialistische Alternatieve Politiek en zijn actief binnen de SP. Na mijn afscheid van de SAP, de Nederlandse sectie van de Vierde Internationale, ben ik nog een rode maandag lid geweest van Offensief, de Nederlandse afdeling van het Comité voor een Arbeidersinternationale. Offensief vond ik echter te sektarisch, waarop ik besloot om dan maar in mijn eentje door te gaan. En daar marxisten van de trotskistische denominatie natuurlijk de spreekbuis van de massa’s zijn – de massa is ons niet genoeg, vandaar dat we altijd spreken in meervoud – omdat ik de spreekbuis van de massa’s ben, kan ik verklaren dat wat ik hier eensgezind naar voren breng de mening is, of toch in ieder geval zou moeten zijn, van de overgrote meerderheid van de Nederlandse kiezers. Kortom: u luistert nu naar de stem van de Nederlandse kiezer – let op: ik maak de politiek hier persoonlijk door over te stappen op enkelvoud, om aansluiting te vinden bij de tijdgeest: “het persoonlijke is politiek”.
De nu heersende interpretatie van “het persoonlijke is politiek” is enigszins merkwaardig: er wordt gespit in het privéleven van politici en elke gevonden misstap uit het verleden wordt gepubliceerd. Nu moet ik toegeven dat ik geniet van onthullingen over PVV-Kamerleden, maar ik kan niet zeggen dat ik verbaasd ben dat in de fascistische fractie mannen zitten die bejaarden bedreigen of medesporters met spikes voor de bek slaan. Dat fascisten tuig zijn wist ik al, dus die onthullingen schaden mijn vertrouwen in de politiek niet. Wel heeft de afgelopen tijd mijn vertrouwen in de journalistiek een ernstige knauw gekregen. De huidige hausse aan onthullingen begon met PVV-Kamerlid Lucassen. In de televisie-uitzending waarin zijn onfrisse verleden voor het eerst werd geopenbaard, zei één van de geïnterviewde ex-buurtgenoten in een tussenzin, dat Lucassen ook mensen met kinderen wegstuurde uit de speeltuin, omdat het buitenlanders waren. Het verzamelde journaille heeft deze beschuldiging nooit verder onderzocht, noch werd hij zelfs maar vermeld in de vele artikelen die sindsdien werden gewijd aan de brievenbuspisser uit Haarlem. Terwijl een beschuldiging van racisme mij nu juist het onderzoeken waard lijkt in een periode waarin de voorman van de PVV terecht staat op beschuldiging van racisme en bij hoog en bij laag beweert niets met racisme van doen te willen hebben. Dat liegt hij natuurlijk, maar daar gaat het nu niet om. In plaats van dit politiek interessante feit bij de kop te pakken, vond men het interessanter om uit te zoeken of Kamerleden een strafblad hebben – terwijl dat mij absoluut niet interesseert: wie zijn of haar straf heeft uitgezeten heeft zijn of haar schuld aan de samenleving voldaan. Natuurlijk is het dan wel weer genieten als blijkt dat de betreffende strafbladbezitters dat niet hebben gemeld aan hun leider, die daardoor ernstig in verlegenheid wordt gebracht, maar dat de fractie van de geperoxideerde fascist blijkt te bestaan uit hele en halve criminelen is nou niet iets dat mijn vertrouwen in de politiek ondermijnt. Zelfs integendeel: het bevestigt mijn wereldbeeld.
Maar goed, de journalistiek liet het belangrijkste uit de zaak Lucassen liggen en ging op strafbladjacht. Waarschijnlijk uit luiheid stuurde de redactie van RTL-nieuws een vragenlijst aan alle Kamerleden, waarin werd verzocht om aan te geven of men wel eens ergens voor veroordeeld was. En tot mijn grote verbazing vulde de gehele Kamer – op één lid na – de vragenlijst in. Dat Kamerleden zonder morren akkoord gaan met deze aantasting van de privacy, terwijl je van volksvertegenwoordigers niet alleen mag maar zelfs moet verwachten dat ze juist pal staan voor de verdediging van die privacy, dat is een feit dat mijn vertrouwen in de politiek ernstig aantast. Ik zou geweigerd hebben die vragenlijst ingevuld te retourneren. Op principiële gronden. Niet omdat niemand mag weten dat ik weleens ben beboet voor fietsen zonder licht – ik zal dat nu niet meer doen, uit angst te zullen worden aangereden, maar ik was jong en kon niet dood. Een jeugdzonde was het. Die boete heb ik keurig betaald, al moet je in het huidige jargon geloof ik zeggen: ik heb een schikking getroffen. En ik heb ook wel eens dronken op mijn fiets gezeten – hierbij wil ik wel aantekenen dat ik dat onvergelijkbaar vind met het onder invloed achter het stuur kruipen van een potentieel moordwapen als een auto. Die auto geeft mij de gelegenheid om via een bruggetje weer uit te komen bij het onderwerp van vanavond: “Nog maar één op de acht Nederlanders vertrouwt politici op hun woord. Daarmee hebben volksvertegenwoordigers en bestuurders in de vertrouwensindex de laatste plaats overgenomen van die andere onbetrouwbare beroepsgroep: die der tweedehands autoverkopers.” Nu heb ik zelf nog nooit een tweedehands autoverkoper gewantrouwd, maar dat komt misschien omdat ik geen rijbewijs heb. Wel wantrouw ik zo nu en dan een politicus. Dat ik, Nederlandse kiezer, veel politici niet vertrouw op hun woord, komt niet omdat ze misschien wel verzwegen hebben bij het oversteken ooit een rood voetgangerslicht te hebben genegeerd. Dat de Nederlandse kiezer veel politici niet vertrouwt komt omdat door politici in het algemeen niet wordt gekeken naar wat de door hun genomen besluiten betekenen voor de mensen in het land, voor personen, voor iedere kiezer individueel. Als de hier vanavond discussiërende politici, allen vertegenwoordigers van partijen die het economisch neoliberalisme aanhangen, nu eens echt liberaal gingen worden en in plaats van zoiets abstracts als “de economie” de mens centraal zouden stellen in hun politiek; als ze zich druk gaan maken om de gevolgen van hun beleid voor de Nederlandse kiezer, voor elke inwoner van Nederland persoonlijk, pas dan zullen de inwoners van ons land zich betrokken voelen bij de politiek, omdat de politiek zich bij hun betrokken betoont. Vergeet “het persoonlijke is politiek.” Maak de politiek persoonlijk. Mijn persoonlijke vertrouwen in de hervormingsgezindheid van de huidige politiek is echter dermate klein, dat ik ervan overtuigd ben dat om die verandering te bewerkstelligen een revolutie nodig is. Het is aan de leden van het panel om te proberen mij, de massa’s, vanavond met wat meer vertrouwen in de politiek, in politici, huiswaarts te doen keren. Een hele klus.

donderdag 25 november 2010

luister

de straat is leeg omdat de dichter
van de straat zijn verzen raapte

het is lente la la la la

hij heeft dikke ballen
en daarom proberen de andere jongens
hem met een passerpunt in de kloten te prikken

testosteron spuit uit zijn oren
het is voorjaar hiep hoera
en zij is hem gesmeerd

wat heb jij een prachtige benen zeg ik
moet me enorm beheersen om het
kost me erg veel moeite om niet
even te voelen of ze wel echt zijn

en hij plukt weer een vers van zestig
en hij smeert haar en zij smeert hem

iedereen is elkander een kruis

en hij mist haar zeer dat het pijn doet
het is lente

la la la la

maandag 22 november 2010

K-1 pool: Contender #2


11 december is het dan eindelijk zover: de K-1 World Grand Prix 2010 Final Eight. In de aanloop worden op Kortsluiting regelmatig voorspellingen van liefhebbers geplaatst. Onderstaande bijdrage is afkomstig van

Henk “Stormblast” Landkroon

Mijn zekerheden zijn

1. Mighty Mo vs. Peter Aerts ---------------------winnaar Aerts
2. Semmy Schilt vs. Kyotaro ----------------------winnaar Schilt
3. Alistair Overeem vs. Tyrone Spong -----------winnaar Overeem
4. Gökhan Saki vs. Daniel Ghita ------------------winnaar Ghita

5. Aerts vs. Schilt---------------------------------winnaar Schilt (waarschijnlijk is Aerts geblesseerd en zal worden vervangen door reserve, Schilt wint des ondanks toch!!)
6. Overeem vs. Ghita ----------------------------winnaar Ghita

Finale Semmy Schilt vs. Ghita -------------winnaar SEMMY SCHILT, want hij draait gehakt van die Ghita!!

waarschijnlijk 18 of 19 December huldiging Semmy Schilt bij Sportschool Bao Trieu in Groningen!!
Komt allen!!!

zaterdag 20 november 2010

Kunstmarkt


Naar de markt geweest, de Grote Markt in Groningen. Om te schreeuwen tegen de barbaren die kunst willen wegzuiveren. Kunst is immers oncontroleerbaar - en dus ontaard, in de visie van de rechtse idioten die momenteel de lakens uitdelen. Gelukkig zijn er nog mensen die weten hoe die lakens te gebruiken als spandoeken. Duizenden waren er. Met duizenden waren we. En we zagen en hoorden muzikanten van het NNO spelen op het bordes van het stadhuis.

En daarna werden fakkels ontstoken - het begin van een hete herfst en winter. Op naar de linkse lente!

woensdag 17 november 2010

K-1 pool: Contender #1


[Mededeling van de redactie: Jawel, hoera, op 11 december is het sportieve hoogtepunt van het jaar: de K-1 World Grand Prix 2010 Final Eight. Hoewel de echte liefhebbers waarschijnlijk niet in de meerderheid zijn onder de lezers van Kortsluiting – zij verwijlen bij k1hetboek (“van de makers van Kortsluiting”) – willen we toch ook via dit blog de feestvreugde verspreiden. Dat doen we middels de K-1 pool, zoals we dat hier al jaren doen. Vandaag aflevering 1 – van hopelijk vele.]

Marjan “Spek en Bone Crusher” Feith

CITY : Groningen
DATE OF BIRTH : January 5, 1961
HEIGHT : 180 cm
WEIGHT : 60 kg

QUOTE: Klik op de plaatjes voor beter zicht.






zondag 14 november 2010

Herman Brusselmans las voor

Groningen, prozafestival Het Grote Gebeuren. In het programma-onderdeel Hoor de schrijvers lezen, lazen zaterdagavond 13 november vier schrijvers voor - na aan de tand gevoeld te zijn door Annette Timmer: Wouter Godijn, Leo Pleysier, Sanneke van Hassel en Herman Brusselmans. Muzikale intermezzi werden verzorgd door Meindert Talma.


zaterdag 6 november 2010

Sacha Landkroon gedebuteerd


Gisteren werd hij gepresenteerd: de debuutbundel van Sacha Landkroon, dichtclublid, voormalig huisdichter van de RuG (2009-2010). Helaas kon de Kortsluiting-redactie niet aanwezig zijn bij de presentatie wegens verblijf in Rotterdam dan wel de telefooncentrale van het UMCG.
We kunnen dan ook weinig anders doen dan voor een fotografisch sfeerverslag verwijzen naar het weblog van Stormblast1953. Ook over de inhoud kunnen we nog geen zinnig woord zeggen: die hebben we nog niet tot ons genomen. Wel kunnen we de titel duiden: IKS. Dat staat natuurlijk voor “de onbekende”, X, maar eveneens voor “Ik Sacha Landkroon”. De vraag die de lezer zich stelt voordat hij de bundel openslaat: is na het lezen van de gedichten de persoon Sacha Landkroon nog steeds de grote onbekende, gaat het de vent slechts om de vorm of staat de vorm in functie van de vent? Draagt de dichter oplossingen aan of vergroot hij het raadsel, om met een vandaag ten grave gedragen schrijver te spreken? We gaan het lezen.

maandag 1 november 2010

Links dumpen

Even lachen om het sombere weer buiten te houden.
Eerst een boksfilmpje dat volgens ons ook leuk is voor mensen die niet van vechtsport houden:

En dan eentje waarbij onze redacteur in Groningen heeft zitten huilen van het lachen - en dat vindt hij zelf eigenlijk helemaal niet in de haak, maar het is niet anders:

zaterdag 30 oktober 2010

Elsevier.nl contra het vrije woord


Over het nieuwste Gedicht des Vaderlands plaatste de digitale Elsevier een berichtje onder de titel Dichter des Vaderlands: Wilders is een fascist.
De reacties stroomden toe. Teneur: stop de subsidie aan die man; met zo’n achternaam kun je geen Dichter des Vaderlands zijn; vuile haatzaaier, Wilders is moedig en jij bent Palestijn en dus moslim en dus zelf een fascist – dat soort verheffend gebral. Bovendien werd – toefje slagroom op de pudding – de in Nederland geboren en getogen Nederlander Ramsey Nasr meermaals opgeroepen om als het hem hier niet bevalt terug te keren naar zijn eigen land.
Misschien wat naïef, maar ik, Karel ten Haaf, meende te moeten reageren: “Dus dat is de vrijheid van meningsuiting waarvoor Wilders en zijn aanhang zich sterk maken: iedereen mag zeggen wat hij of zij wil, behalve als het tegen Wilders is. De (laf genoeg veelal anonieme) reacties hier laten zien dat Ramsey Nasr het bij het rechte eind heeft. Andersdenkenden de mond willen snoeren – dat riekt, vriendelijk uitgedrukt, naar fascisme. Hup Ramsey!”
Enkele uren na plaatsing wilde ik de reacties op mijn commentaar bekijken – en wat bleek? Mijn reactie was verwijderd door Elsevier. Wel is blijven staan de, vriendelijk uitgedrukt, naar racisme riekende reactie die direct boven de mijne stond. Kortom: voor Elsevier is mijn reactie ontoelaatbaar, maar de nu volgende van Jan Schapers geen probleem (voor de controleurs: pagina 26 van de reacties): “De dichter des vaderlands mag dan een begaafd schrijver zijn ( als je tenminste van zijn werk houdt), het geeft hem geen recht om een gedicht van een van Nederlands grootste dichters, Herman Tollens, te verbasteren c.q. verkrachten. Bovendien is duidelijk, dat er door de aderen van Nasr geen Neerlands bloedt vloeit en dat hij niet van smetten vrij is. Bovendien is het een schande dat hij dit gedicht van Tollens "wien neerlands bloed" misbruikt om te schelden en te beledigen. Niet de heer Wilders maar hij dient voor de rechter te staan voor haatzaaierij.” Jan Schapers bedoelt Hendrik Tollens – het “verbasteren c.q. verkrachten” van de naam van “een van Nederlands grootste dichters” is in zijn ogen blijkbaar geen “schande”.
Aardig is, dat voordat mijn reactie verwijderd werd, W Seffelaar reageerde (op beschaafde wijze, het moet gezegd): “Dacht niet dat iemand van de Wilders aanhangers de nationale rijmelaar het recht ontzegde om zijn schotschrift te publiceren of pathetisch voor te dragen op tv. Hij gaat zijn goddelijke gang maar, want mij betreft maar moet, net als Wilders tegen weerwoord kunnen.”
Benieuwd hoe W Seffelaar reageert op het wegcensureren van mijn bijdrage.

vrijdag 29 oktober 2010

Hup Ramsey!


We kunnen het niet luid genoeg toejuichen: schrijvers die stelling nemen tegen de fascistische schoftenbende van Wilders. Waar onlangs Marc Reugebrink zijn woord een wapen tot verweer maakte, daar kiest nu Ramsey Nasr de frontale aanval. Gisteren publiceerde hij als Dichter des Vaderlands onderstaand gedicht in NRC-Handelsblad. (Wij zijn benieuwd hoe snel de rechtse meerderheid in het parlement haar democratische mombakkes zal afwerpen om het instituut Dichter des Vaderlands af te schaffen – uiteraard onder het mom van bezuinigen, want aan muilkorven doen ze niet, die dolle honden.)

Mijn nieuwe vaderland

Wie neerlands bloed in d’aders vloeit
van vreemde smetten vrij
wiens hart voor volk en orde gloeit
verhef uw zang als wij.
Vandaag zien wij weer één van zin
de vlaggen afgestoft.
Vandaag zet ik mijn feestlied in
voor vaderland en schoft.

Ik eer de leiders van mijn land.
Hun vlekkeloos parcours
leert mij wat macht vóór al verlangt:
’t geweten van een hoer.
Ik eer mijn leiders hemelhoog
en ’t hoogst zit een fascist
die u en mij zolang gedoogt –
zolang als hij beslist.

Beschermt gij, leiders, onze grond
waar vreemde adem gaat
gij die zo rein zijt, kerngezond
en zuiver op de graat.
Wij smeken om een harde hand
in aangewreven haat.
Behoud voor 't lieve vaderland
de blanke natiestaat.

Braakt uit, gij vrienden, vrij van zin
uw krop, uw kreet, uw gal.
Niets is taboe en niets te min
uw bagger minst van al.
Verneder dus wat u niet zint
sla stuk wat niet bevalt
laat zien hoe u dit land bemint
omhels het op zijn smalst.

Hoe klopt ons hart, hoe zwelt ons bloed
bij 't rijzen van dees’ toon.
Klonk ooit een zuiverder gemoed
een leger hart zo schoon?
Waar hoorde men die koekoekszang
voor volk en vaderland?
Dat was toen in het landsbelang
een heel volk werd verbrand.

Dood nu wat afwijkt van uw bloed
en van uw onderbuik.
Bewaar het niet, verdelg het goed
zodat dit land ontluikt.
Wie hier nog onze mildheid zoekt:
los op in brandend veen.
Waar elk verschil werd opgedoekt
zijn staat en burger één.

Wie neerlands bloed in d’aders vloeit
van vreemde smetten vrij
die fabel staat weer eens in bloei
in dwazen zoals wij.
Veel liever word ik door een volk
van hunnen aangerand
dan mee te gaan in deze kolk
van schoft en vaderland.

Ramsey Nasr

dinsdag 26 oktober 2010

astronomie met een hoofdletter g

het hele al in
zichzelf gekeerd als
een gigantische
eierbal

woensdag 20 oktober 2010

Dubbele cijfers


Het heeft lang op zich laten wachten, dit nieuwe deel, mede dankzij het verhuizen naar Friesland van de oorspronkelijke vormgever van de reeks. Een nieuwe vormgever is inmiddels gevonden, en hij heeft er zin in – vandaar dat er dit jaar nog waarschijnlijk ook een volgend deel verschijnt. Waar gaat het eigenlijk over? Over de Nederlandstalige Trotski Bibliotheek, waarvan begin deze maand de tiende band verscheen: deel 19. Voor meer informatie over de reeks én voor bestellingen: zie de on-line catalogus van uitgeverij Revolutionair-Socialistische Publicaties.

donderdag 14 oktober 2010

Stukje over mezelf

Ik heb nog niks over mezelf geschreven.

dinsdag 12 oktober 2010

Literaire Trotski Quiz (47)


Ach, we zijn zo druk. Wee, daarom weinig activiteit hier op het blog. In Rotterdam neemt de redactie nu al weken werkzaamheden waar voor een verhuizende collega, in Groningen worden verwoede pogingen in het werk gesteld om een volgend boek zover af te hebben dat de uitgever het wil meenemen in de voorjaarsaanbieding – of het lukt om hier nog tussen te biggen wordt een dezer dagen duidelijk.
Daarom nu maar weer even een voor ons makkelijk stukje: overtypen voor de quiz. Op de vorige aflevering kwam snel een correct antwoord, gepost door anoniem (René). Benieuwd of het nu weer zo snel gaat. Hier de vragen:
1. welke literator en criticus schreef onderstaande regels; en
2. aan welke oorspronkelijk Nederlandstalige kritiek werd deze passage ontleend?

Het wil mij voorkomen, dat Helman in dit gedeelte van zijn boek een poging heeft willen doen om zich als intellect te rehabiliteren. In een gesprek met G.H. ’s-Gravesande heeft hij eens een merkwaardig eerlijke uitlating aan de publiciteit prijsgegeven: ‘Überhaupt vind ik mezelf een stomme vent en daarom ben ik ijverig. Als je een klein talent hebt, moet je hard werken.’ Ik betwijfel, of die uitlating geheel zonder coquette nevenbedoelingen werd gedaan (b.v. met de verwachting, dat de lezer daaruit zou concluderen, dat die Helman toch om de drommel niet dom was); maar in ieder geval lijkt zij mij, het zij zonder enige boosaardigheid gezegd, zeer juist en Waarom Niet bevestigt deze zelfkarakteristiek trouwens geheel. Waar Helman, zoals in het middengedeelte van zijn roman, probeert de evenknie te worden van Aldous Huxley door een soort Point counter Point op te zetten, daar faalt hij jammerlijk. Om gesprekken boeiend te kunnen maken, moet men nu eenmaal noodzakelijk boeiende ideeën hebben; en die heeft Helman niet, of nauwelijks. Men krijgt bijna de indruk, alsof hier een schrijver voor het eerst systematisch aan het denken is gegaan en nu, zoals meer voorkomt, allerlei gemeenplaatsen voor gloednieuwe vondsten verslijt! Wat de helden van Helman, die hij bovendien niet weet te bezielen, zoals hij het zijn kinderen deed, met elkaar verhandelen, is doorgaans zozeer van de tweede of derde rang, dat men er bij in slaap valt.
Helman zelf geeft te kennen, dat hij meent allerhande dogma’s te hebben aangetast, maar m.i. vergist hij zich daarin bloedig. Het is niet voldoende om af te geven op de bourgeois en de Nederlandse bekrompenheid, en het is daarbij niet zo buitengewoon nieuw ook; met zulke goedkope caricaturen, als Helman geeft, wordt men nog geen revolutionnair naar de geest. Zonder enige twijfel (en dat is voor mij tenslotte weer sympathiek in deze mislukking) zijn die caricaturen voor Helman nieuw; zij wijzen op de ernstige wil, zich van vooroordelen te bevrijden, het communisme af te leiden uit het eilandenbestaan der kinderen en een land de rug toe te draaien, dat hij met zijn instincten haat, zoals men een afkeer kan hebben van de Hollandse koffietafel met haar gestampte muisjes. Maar Helman komt niet verder dan de rancune tegen het burgerdom; de cynismen, die zijn personages verkondigen, zijn een product van die rancune, terwijl het positieve element, dat hij daartegenover stelt (de ‘enkele wachtwoorden’ voor de ‘verspreide en eenzame posten’, d.w.z. zijn communistische idealen voor de nieuwe ‘happy few’) aldus onwillekeurig iets van pedanterie en zelfgenoegzaamheid bij de schrijver verkondigt.
De revolutionnairen van Helman zijn boekenmensen. Zij lijken op de revolutionnairen uit Dostojewski’s Demonen en Trotski’s autobiographie als een kalkoen op een pauw.

dinsdag 28 september 2010

Te laat, maar beter laat

‘Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.’ De schrijver en vertolker van die poëzie overleed op 23 september 2004. We zijn dus te laat om hem op zijn sterfdag te gedenken –
maar ach, wat zijn nu vijf dagen. Wat de redactie te Rotterdam hiervan vindt is in Groningen niet bekend, maar in het hoge noorden zet de redactie als de guurheid van het leven wat te veel dreigt te worden de luidsprekers op vol en vult André Hazes de kamer. Bijvoorbeeld met dit lied:

maandag 27 september 2010

Literaire Trotski Quiz (46)


Pas verschenen: een geweldige roman – en dat zeg ik, Kortsluiting-Groningen, zo weinig dat de Verloofde laatst opmerkte: ‘Lees jij eigenlijk nog wel eens een goed nieuw boek? Wordt het geen tijd om te stoppen met de Nederlandse literatuur en wat meer buitenlands te gaan lezen?’ Die roman ga ik hier dus binnenkort bespreken – een juichende recensie maken is altijd leuk (denk ik). Maar eerst een uit dat boek gelichte Trotski Quiz. Benieuwd of we net zo snel de juiste antwoorden krijgen als de vorige keer.
Jammer is wel, dat onderstaand citaat nou net de enige anomalie uit de prachtige roman bevat: in een maoïstisch angehauchte groep zal niemand ooit een organisatienaam kiezen die verwijst naar Trotski.
Daar gaan we, de vragen:
1. welke literator schreef onderstaande regels; en
2. aan welke pasverschenen oorspronkelijk Nederlandstalige roman werd deze passage ontleend?

Het was een sombere namiddag, daar in het pand aan het Schuitendiep. Ze stonden in de deuropening van een grote kamer en Otto zei: ‘Dit is Leon’, en stelde hem zonder diens reactie af te wachten vervolgens voor aan wie in het schemerduister van de kamer verder nog aanwezig waren: Vladimir, Karl, Jozef, zei hij, Alex, Rosa, Friedrich. Natuurlijk heette niemand zo. Niet werkelijk. Niet echt. Net zomin als Leon Leon heette. Hij verwees daarmee naar Marx en Engels, naar Stalin en, in Leons geval, naar Trotsky, zo begreep die later. Ze heetten zo omdat Otto het gezegd had. En omdat ze elkaar vervolgens zo noemden natuurlijk. Of Karel, Vladi, Jos, Lex soms, kortheidshalve. Freddie. Roosje ook, al hield die daar niet van, Rosa, of hoe ze dan ook heette. ‘Ik ben godverdomme geen klein meisje met bloemetjes in het haar’, zei ze. Nee, geen bloemetjes. Ze had stekeljes, helblonde stekeltjes waar haar hoofdhuid rozig doorheen schemerde. ‘Waterstofperoxide’, zei Ellen Rueling, die gewoon Ellen heette. Van zichzelf. En Rueling. Of dat vermoedde iedereen toch.
Otto noemde Rosa ‘Matratze’, op zijn Duits. Dat mocht dan weer wel. Daarover zei ze nooit iets. Ze hadden iets samen.
Enfin, iedereen had iets met Otto, en met Rosa. Iedereen had iets met iedereen eigenlijk, zo ontdekte Leon later. Niemand die niet met Rosa geslapen had. Of met Ellen. Of met andere ‘moesjes’, zoals Otto ze noemde, meisjes zonder eigen naam, studentes vaak, caissières ook wel – ‘het plebs is een stuk toeschietelijker dan de blauwkous’, zei hij – jonge vrouwen die af en aan kwamen in het pand aan het Schuitendiep.

zondag 26 september 2010

Poëzie op de tribune


Vanavond op bezoek geweest bij goede vriend Harry – een groot voetbalfan, maar zo heeft iedereen wel wat. We kregen het over spreekkoren, en Harry vertelde over een wedstrijd van Groningen tegen Twente, waar een aantal Groningensupporters, toen hun club op voorsprong kwam, begon te scanderen: ‘Alle tukkers zijn homo’s.’ Na een tijdje stierf dit spreekkoor weg, waarop een man opstond en in zijn eentje gloedvol aanhief: ‘Alle mensen zijn homo’s.’

woensdag 22 september 2010

SD en PVV


Goed voorbeeld verdient goede volging. In Zweden hebben anti-fascisten de ledenlijst van de Zwedendemocraten (Sverigedemokraterna, door hen zelf afgekort tot SD) gepubliceerd op internet. Vol lof zijn wij over die actie, en vandaar dat de redactie van Kortsluiting niet veel tijd nodig had om te besluiten hetzelfde te doen met de ledenlijst van de in Nederland rap macht vergarende fascistische Partij voor de Vrijheid. Daar gaan we dan, de ledenlijst van de PVV on-line:

Geert Wilders

dinsdag 21 september 2010

De complimenten

Je heb een lief vrouwtje.
Wees er maar goed zuinig op.

maandag 20 september 2010

Vechtsportliefhebbers vs. burgemeester Van der Laan


Even opscheppen. Vandaag in de Volkskrant, licht gemodereerd, dit door ons geschreven stuk (onder de titel ‘Vechtsport is ballet voor macho’s’):

Onlangs maakte de Amsterdamse burgemeester Van der Laan bekend dat hij vechtsportgala’s wil weren uit zijn gemeente, want die evenementen zouden “netwerkbijeenkomsten van de georganiseerde misdaad” zijn. Sinds hij zijn uitspraak deed verdringen de burgemeester, organisatoren van gala’s en professionele vechtsporters elkaar in de media om hun zaak te bepleiten. Tot nu toe kwam de gewone vechtsportliefhebber, de bezoeker van de gala’s waarover het gaat, in deze kwestie niet aan het woord. Reden voor ons om de pen op te nemen, want mochten de gala’s inderdaad verboden worden, dan zijn duizenden fans de dupe – wij hopen hen een stem te geven in deze discussie.
Elk jaar bezoeken we het It’s Showtime-gala in de Amsterdam ArenA, het grootste vechtsportevenement van Europa. Op de tribunes is het groot feest: twintigduizend liefhebbers gaan een aantal van de beste vechtsporters ter wereld live in actie zien. Voor aanvang van een wedstrijd wensen naast elkaar zittende fans van verschillende vechters elkaar succes. Geen spoor van agressie in het publiek, een geest van sportiviteit overheerst. Dat het de toeschouwers daadwerkelijk om de sport gaat werd nog eens duidelijk tijdens de afgelopen editie van It’s Showtime in de ArenA: voor het wereldtitelgevecht zwaargewicht trad kampioen Badr Hari in de ring tegen uitdager Hesdy Gerges. Bij de opkomst maakten de toejuichingen duidelijk: negentig procent van het publiek was voor Badr Hari, de spectaculaire knock-outer. Toen Hari in de tweede ronde, in strijd met de regels, de op de grond liggende Gerges een trap gaf – een overtreding waarvoor Hari gediskwalificeerd werd – ging het hele publiek als één man achter Gerges staan: zelfs de meest fanatieke Hari-fans keerden zich tegen hun held en op het moment dat Gerges tot overwinnaar werd uitgeroepen kreeg hij een ovationeel applaus.
Sportiviteit op de tribunes, dat is mooi. Maar vechtsport heeft toch met agressie te maken, en hoe kun je daar nou van genieten? Die (veelal retorisch bedoelde) vraag wordt ons als liefhebbers regelmatig gesteld. Als fans van de keiharde kickboksvariant K-1 zeggen we dan: K-1 is meer dan gereguleerde agressie. De totale lichaamscontrole waarvan de vechters blijk geven is van een grote schoonheid; het evenwichtsgevoel en de spierbeheersing die tentoon worden gespreid bij een high kick brengen ons in een hoge staat van verrukking, extase haast. K-1 is dus niet alleen spectaculair – want snel en explosief – maar ook uiterst sierlijk. Het is ballet voor macho’s. Dat wij als dichters en literatuurliefhebbers van deze sport houden, wordt door velen niet begrepen: het vooroordeel dat vechtsport primitief is wordt breed gedragen in kringen van cultuurminnaars. We trekken dan maar een analogie tussen een kickbokspartij en een goed boek: je hoopt natuurlijk altijd op een plotselinge wending in een verhaal, en zo hoop je ook op een onverwachte wending in een gevecht. Het feit dat er een knock-out kan vallen, dus dat het opeens afgelopen kan zijn, dat maakt het al spannend; het feit dat iemand die heel ver voor staat op punten toch nog kan verliezen doordat hij één knal voor zijn kop krijgt – dat houdt een wedstrijd tot het einde toe interessant en spannend.
Vanwege die combinatie van schoonheid en spanning zitten wij dus ieder jaar in de ArenA. En dat wil burgemeester Van der Laan ons afnemen – omdat vechtsportgala’s “netwerkbijeenkomsten van de georganiseerde misdaad” zouden zijn. Ter onderbouwing van deze stelling zei de burgemeester afgelopen maandag in Eén Vandaag: “Uit afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat bepaalde organisatoren rechtstreeks in verband staan met mensen die in de gevangenis zitten, soms veroordeeld voor moord, en dat daar ook gesproken wordt over de organisatie van deze gala’s.” Van der Laan doelt hier duidelijk op Ron Nyquist, één van de directeuren van Golden Glory. Nyquist zit een straf van twintig jaar uit voor een dubbele moord. In het programmablaadje van het Golden Glory-gala op 17 oktober 2009 in de Passenger Terminal in Amsterdam wordt Nyquist geïnterviewd als organisator. Wat Van der Laan hier naar buiten brengt als resultaat van zwaar recherchewerk is dus gewoon openbare informatie. Wat wij echter niet begrijpen is het volgende: waarom mag Nyquist vanuit de gevangenis geen bemoeienis hebben met de organisatie van een vechtsportgala? Voor zover ons bekend is een gevangenisstraf een vrijheidsstraf, en is het niet verboden om geld te verdienen terwijl je een vrijheidsstraf uitzit: mocht één van ons de fout in gaan en in de bak belanden, dan is het ons niet verboden om daar een boek te schrijven en – als dat wordt uitgegeven – de royalty’s op te strijken. Van der Laan bezondigt zich hier dus aan populisme; hij conformeert zich aan de rechtse tijdgeest, aan de roep om strengere straffen en minder rechten voor veroordeelden, in plaats van zich op te stellen als een ware burgervader: een vader voor alle burgers.
Van der Laan in Eén Vandaag: “Er was in 2009 in de ArenA zo’n gala met voor VIP’s een afgezonderd deel (…) en toen is de politie zo verstandig geweest om een grote verkeerscontrole te doen bij de bezoekers voor dat VIP-deel en daaruit bleek de overgrote meerderheid via kentekens of rijbewijzen in verband te brengen met wapendelicten, drugshandel, et cetera. Dat zijn echt dingen die niet kunnen.” Hier heeft hij het over het jaarlijkse It’s Showtime-gala in de ArenA, waarover we schreven in het begin van dit stuk. Volgens It’s Showtime-directeur Simon Rutz zijn er “ongeveer duizend” VIP-plaatsen – van de in totaal twintigduizend plaatsen. Van der Laan wil dus omdat een kleine minderheid van het publiek in de ArenA “via kentekens of rijbewijzen in verband te brengen [is] met wapendelicten, drugshandel, et cetera” het hele festijn verbieden. Ook hier is de redenering uiterst populistisch, en zelfs in strijd met de beginselen van de rechtsstaat: als de personen die in verband gebracht kunnen worden met de door Van der Laan genoemde feiten daarvoor niet veroordeeld zijn, dan zijn ze onschuldig totdat het tegendeel bewezen is; zijn ze er wel voor veroordeeld, dan hebben ze hun straf reeds gehad en is hun schuld aan de samenleving voldaan. Mensen op basis van onbewezen vermoedens schuldig verklaren, en reeds veroordeelden een tweede keer straffen voor hetzelfde delict – “dat zijn echt dingen die niet kunnen.”

donderdag 16 september 2010

Literaire Trotski Quiz (45)


Nadat nummer 44 bevredigend werd afgerond en prijswinnaar Jürgen Smit zich via Facebook blij betoonde met het gewonnen boek K-1, van de schoonheid en de kracht, nu weer een opgave waarmee geen prijs te winnen valt – daarvoor lijkt het ons te makkelijk, de stijl is te herkenbaar en bovendien kunnen kwaadwillenden googlen op de naam van de hoofdpersoon.
Goed, daar gaan we:
1. welke literator schreef onderstaande regels; en
2. aan welke pasverschenen oorspronkelijk Nederlandstalige roman werd deze lange passage ontleend?

Het tennisgrietje dat hem het meest beviel was de vaderlandse Yanina Wickmayer. Ze had weliswaar een neus waarmee je een boom kon ontwortelen en haar borstjes waren net zo groot als twee van de kleinste appelflapjes die de bakker om de hoek ooit verkocht had, maar daar stonden dan weer haar zeer lange benen tegenover en, ongetwijfeld, de vagina ertussen, die Louis, mocht hij Yanina Wickmayer persoonlijk kennen, zou willen leeglepelen met z’n tong. Persoonlijk kennen? dacht Louis. Hoe zou ik daar ooit in slagen? Ik kan natuurlijk beginnen met haar een brief te schrijven, in mijn eigen handschrift. Ik durf te wedden dat alle andere bewonderaars haar per machine contacteren, computer, mail, internet, gsm, Twitter, dat soort rommel, maar ik, ik zou haar met pen en inkt schrijven in sierlijke zinnen, die haar poes tot vochtigheid zouden bewegen. Ik zou beginnen met: ‘Lieve Yanina’, wat familiair lijkt, maar wat denkt dat mokkel wel? Dat Louis Tinner niet familiair is? Dat ze maar wat anders denkt. Dan zou ik vervolgen met: ‘Ik ben een ongeveer 52-jarige man met een ongelooflijk tennisgevoel. Ik moet maar een bal over het net zien vliegen of ik weet al waar hij heen gaat. Zelf doe ik helaas niet aan de edele sport van het tennis omdat dit verhinderd wordt door m’n kunstknieën. Bij een mislukte maffiadeal heeft een lid van de concurretrende bende, een knaap genaamd Johnny Two-Eyes, mij in beide knieën geschoten. Dat kwam omdat ik een partij drugs pardoes in de Leie had gesmeten in plaats van die te verhandelen. Ben jij ook tegen drugs, Yanina? Nochtans zou je met een neus als de jouwe zeker vijf lijnen coke tegelijk kunnen opsnuiven, doch dit terzijde. Overigens struikel ik helemaal niet over die neus. Ik heb grote neuzen genoeg gezien in m’n leven, dus eer een kanjer van een pief mij van m’n stuk brengt, moet er al veel gebeuren. In m’n boekhandel zaliger had ik ooit een klant wier neus zo groot was dat ze er een schoenendoos op kon laten balanceren, en let op, niet een schoenendoos waarin een paar brogues thuishoren, doch wel degelijk een paar gevoerde winterlaarzen schoenmaat 54. Nu ter zake. Zou jij, tussen een aantal games, sets en matches door, een kop koffie met mij willen drinken in café De Hoek alhier in Gent? Ik zal ervoor zorgen dat er geen andere klanten aanwezig zijn, zodat je niet wordt gestoord door opdringerige fans, handtekeningenjagers en mannen die hun vuist in je preut willen duwen, wan je hebt altijd wel van die viezeriken die een vrouw slechts beschouwen als een stuk nat vlees. Ik ben seksueel nauwelijks nog actief, dus mij persoonlijk moet je niet vrezen. Ten hoogste zal ik je vragen, als we elkander wat beter kennen, of je met m’n roede wilt slingeren, uiteraard zonder dat daarbij paparazzi in de buurt zijn. Zo, jij lekker tennisballenmeisje, dit was voorlopig je geheime aanbidder Louis Tinner. Ik hoop van je te horen, mijn adres staat op de achterkant van de enveloppe. PS Mijn roede is erg groot, dus als je ermee slingert, opletten dat je geen vazen van de kast mept.’ Een goeie brief schrijven is een kunst an sich, dacht Louis, en hij stapte de winkel binnen.

*

Algauw bood zich een man aan. Louis begrootte hem op de vader van Vierweghe en Zoon, omdat deze man zeker zeventig jaar oud was, kortom, een bejaarde knar. Hij had een volle kop grijs haar, een grijze baard die leek op die van Leon Trotski, en hij droeg een broek, een hemd, een das en bruine schoenen. ‘Goeiedag, meneer,’ zei hij, ‘kan ik u van dienst zijn?’ ‘Jazeker,’ zei Louis, ‘ik ben hier naar je fantastische handel in tabak en alles wat ermee samenhangt gekomen om een pijp te kopen.’

woensdag 15 september 2010

Wat voorafging (2)

Op de foto: mijn opa Karel Hendrik (staand) en zijn oudere broer Ernst Carl Frederik ten Haaf in Transvaal, ca. 1898.

Waar een boekgevulde vakantie al niet goed voor is: niet alleen trof ik in een recent verschenen roman een nieuwe aflevering van de Literaire Trotski Quiz aan (pleuren we morgen op het net), ook werd er door Nop Maas eindelijk licht geworpen op een mij duistere episode uit de familiegeschiedenis der Ten Haafs – en dat vlak voor ik Ernst ontmoet, mijn achterneef (of zoiets: de kleinzoon van de broer van mijn opa).
Over de broer van mijn opa wist ik niet meer dan dat hij door mijn vader “oom Frits” genoemd werd, en dat hij zelfmoord had gepleegd toen mijn in 1930 geboren vader nog een jong kereltje was. Zoals dat wel vaker gaat in familiekring, werd over die zelfmoord nauwelijks gesproken, zodat ik over het waarom daarvan volledig in het duister tastte: oom Frits zou een jodin hebben bezwangerd en vervolgens de hand aan zichzelf hebben geslagen [aanvulling 30 oktober: volgens mijn tante Carla, de oudste zuster van mijn vader, was er geen sprake van zwangerschap.]. Dat de vrouw in kwestie niet zijn wettige echtgenote was had ik al gededuceerd (al weet ik niet of zijn vrouw misschien gestorven was of dat oom Frits gescheiden was, in welke gevallen er niet gesproken kan worden van ontrouw of overspel – hierover kan achterneef Ernst mij binnenkort hopelijk meer vertellen), maar waarom er altijd gesproken werd over “een jodin” was mij volkomen onduidelijk totdat ik in het eerste deel van de Gerard Reve-biografie van Nop Maas deze passage las, in een hoofdstuk gewijd aan Reves tijd als leerling van het Vossiusgymnasium:
“Positiever rapporteerde Reve over de natuurkundeleraar Ten Haaf, wiens dochter Leny als doubleur bij Gerard in de klas kwam. In de oorlog zou Ten Haaf, ondergedoken met een ex-leerlinge met wie hij een verhouding had, zelfmoord plegen.” (p. 86)
De noot bij deze passage luidt: “Verzameld werk deel 3, p. 488; Reve noemde hem abusievelijk Ten Haeff.”
Uit het “Register op personen en periodieken” blijkt dat het hier gaat om E.C.F. ten Haaf – het kan niet anders of dit is Ernst Carl Frederik ten Haaf, de oudere broer van mijn opa; oom Frits dus.

Terug van vakantie gauw Verzameld werk deel 3 uit de kast getrokken, en p. 488 opgeslagen. Op die pagina, middenin het ‘Derde Hoofdstuk’ van Moeder En Zoon, een uitgebreid portret van oom Frits:

Waren er dan op die school in het geheel geen menselijke, of min of meer competente krachten? Dat heb ik niet beweerd. Van de enkelen, die wel degelijk iets voorstelden, wil ik de natuurkundeleraar Ten Haeff noemen, een jongensachtige, joviale, gulle man, een totaal verscheurd mens weliswaar, maar die niettemin heel levendig en onderhoudend les wist te geven. Zijn werkelijke leven was echter het Nederlandse leger, en zijn schaarse perioden van levensgluk waren de weken dat hij, als kapitein van de genie, op herhalingsoefeningen ging, teneinde door ‘zijn jongens’ op de handen gedragen te worden, over wie hij nooit uitgepraat geraakte. Een zeer intelligente en gevoelige, maar weerloze padvinder, die het leven in zijn gezin en op de school eigenlijk niet aan kon, en van wie ik in het geheim hield, dromend dat hij mijn vader of een met mij vliegers oplatende oom zoude zijn. Het moest haast wel, dat een even formidabele als fel verdrongen homo-erotiek zijn leven heeft verwoest, dat een zeer triest einde had: als officier zich aan de Duitse krijgsgevangenschap onttrekkend en, ondergedoken op het land, in een uitzichtloze liefde met een eveneens ondergedoken jong meisje het spoor totaal bijster gerakend, heeft hij zich voor het hoofd geschoten.

maandag 30 augustus 2010

Lezen en Luieren in de weiden van Friesland

Dichter Karel gaat vandaag op vakantie. Twee weken maar liefst, naar een internetloze buurtschap in Friesland - de buurtschap waar hij al jaren zijn zomervakantie doorbrengt in gezelschap van zijn De Verloofde. Al jaren ook is het tijdens die vakantie prachtig weer, kortom: de zonnige nazomer komt nu.
Dichter Karel en De Verloofde zullen Groningen waarschijnlijk geen seconde missen, mede omdat de geliefde poezen Setske en Cissy meegaan. Dat De Verloofde en Dichter Karel Stad niet zullen missen komt voor vele lezers wellicht als een verrassing: het onechtpaar geeft immers altijd zo hoog op over hun woonplaats en de bevolking daarvan. Dat klopt, maar het is natuurlijk nooit slecht om even bij de buren te kijken om je ervan te vergewissen dat het gras daar niet groener is; zelfs al schijnt de zon daar altijd volop.
De door De Verloofde en Dichter Karel jaarlijks gefrekwenteerde buurtschap heeft geen snackbar en ligt niet op een eiland, waardoor de kans nihil is - tot groot genoegen van De Verloofde en tot verdriet van Dichter Karel - dat ze een ontmoeting zullen hebben met Zanger Bob, die na eerder een hit gescoord te hebben met het prachtlied Vleeskroket (op dit moment op youtube 271.687 keer bekeken en beluisterd, u leest het goed: 271.687 maal) nu de hitlijsten bestormt met de song Met jou op een eiland. Hier de clip, bij wijze van zonnige vakantiegroet en ansicht - tot dra.

zaterdag 21 augustus 2010

Picknick en Poetry in de duinen van Castricum


De weersverwachting is goed;
HET GAAT DOOR!

De Zaanse dichterskring presenteert
PICKNICK & POETRY 2010

Zaterdag 21 augustus 2010, 16:00 tot ca. 19:00 uur.
Op een nieuwe locatie in de duinen van Castricum.

Met medewerking van o.a. de dichters:
Daniël Dee, Pom Wolf, John Epke, Rob Vos, Annemarie Kuster, Agaath Bekker en Kees-Jan Sierhuis

De muziek wordt verzorgd door:
HOORUS

Het is de bedoeling dat iedereen zijn of haar eigen picknickmand met inhoud meeneemt. Voor toegang tot het duingebied is een geldige duinkaart nodig (1,50 per persoon, verkrijgbaar uit de automaat op de parkeerplaats bij Johanna’shof; Johannisweg 3 Bakkum)!

Locatie: De picknick vind plaats op een groot speelveld aan de ‘van Oldebarneveldweg’ Volg de zeeweg vanuit Castricum richting Castricum aan Zee, De van Oldebarneveldweg is een fietspad dat de Zeeweg kruist. Neem dit fietspad links, na 800 meter ligt het speelveld links.

In Memoriam Trotski (1879-1940)


Vandaag zeventig jaar geleden stierf Lev Davidovitsj Bronstein, beter bekend als Trotski, aan de verwondingen die hij opliep toen een stalinistische agent hem met een pikhouweel de schedel insloeg. Dat Trotski één van de grootste geesten van de twintigste eeuw was, zal de lezer waarschijnlijk niet zo maar aannemen van onze redactie te Groningen. Dat veel van Trotski’s artikelen nog steeds actueel zijn, zal diezelfde lezer ook niet klakkeloos geloven.
Dus laten we de lezer zelf oordelen, door hieronder een uit 1923 stammende, nog niet eerder in het Nederlands verschenen verhandeling van Trotski over economie te publiceren. (Nee, geen zorgen: we maken hier op Kortsluiting geen gewoonte van – beloofd.)


DE CURVE VAN DE KAPITALISTISCHE ONTWIKKELING

een brief aan de redactie in plaats van het beloofde artikel

[21 april 1923]

Engels schreef in zijn inleiding bij De Klassenstrijd in Frankrijk van Marx:

Wanneer men de gebeurtenissen van alle dag afzonderlijk en in hun opeenvolging beoordeelt, zal men nooit terug kunnen gaan tot de uiteindelijke economische oorzaken. Zelfs vandaag de dag nog, in weerwil van het feit dat de desbetreffende vakliteratuur zo’n rijkdom aan materiaal levert, zal het zelfs in Engeland onmogelijk blijven de ontwikkeling van de industrie en van de handel op de wereldmarkt en de veranderingen die in de productiemethoden plaatsgrijpen zodanig van dag tot dag na te gaan, dat men voor ieder willekeurig tijdstip de algemene balans kan opmaken uit deze veelvuldig met elkaar verweven en steeds wisselende factoren, waarvan bovendien de belangrijkste meestal gedurende lange tijd in het verborgene werkzaam zijn voordat ze zich plotseling met geweld aan de oppervlakte doen gelden. Een duidelijk overzicht over de economische geschiedenis van een gegeven periode kan nooit in die tijd zelf, maar slechts achteraf verkregen worden, nadat het materiaal verzameld en geschift is. De statistiek is hierbij een noodzakelijk hulpmiddel, dat altijd achter de feiten aanholt. Men zal daarom voor de eigentijdse geschiedschrijving maar al te vaak gedwongen zijn deze, de belangrijkste factor, als een constante grootheid en de bij de aanvang van het desbetreffende tijdvak aangetroffen economische situatie als voor de hele periode gegeven en onveranderlijk te behandelen ofwel slechts die veranderingen in de situatie in aanmerking te nemen, die een gevolg zijn van duidelijk waarneembare gebeurtenissen en die daarom eveneens duidelijk zichtbaar zijn. Daarom zal de materialistische methode zich er hier maar al te vaak toe moeten beperken politieke conflicten te herleiden tot de belangenstrijd tussen de door de ontwikkeling van de economie gegeven, bestaande maatschappelijke klassen en fracties van klassen, en de afzonderlijke politieke partijen te laten zien als de al dan niet adequate politieke uitdrukking van deze zelfde klassen en klassenfracties.
Het spreekt vanzelf dat deze onvermijdelijke veronachtzaming van de eigentijdse in de economische situatie optredende veranderingen, die de eigenlijke basis vormen van alle te onderzoeken gebeurtenissen, een bron van fouten moet zijn.”* [Onze cursivering - L.T.]
[* In: Karl Marx, De Klassenstrijd in Frankrijk. 1848 tot 1850 (Uitgeverij Pegasus, Amsterdam 1974, pp. 7-8).]

Deze ideeën, die Engels kort voor zijn dood onder woorden bracht, zijn door niemand verder uitgewerkt. Voor zover ik weet zijn deze regels zelfs weinig geciteerd – in ieder geval veel minder dan eigenlijk zou moeten. Sterker nog, hun betekenis lijkt aan vele marxisten voorbijgegaan te zijn. De verklaring hiervoor is ook weer in de door Engels aangevoerde redenen te vinden, op grond waarvan hij strijdt tegen elke soort van sluitende economische verklaring van eigentijdse gebeurtenissen.
Het is een zeer moeilijke opgave, onmogelijk in zijn geheel op te lossen, om de ondergrondse impulsen vast te stellen, die de economie op de politiek van vandaag overdraagt. En toch kan het verklaren van politieke fenomenen niet uitgesteld worden, omdat de strijd niet wachten kan. Daaruit volgt de noodzaak om in de dagelijkse politieke activiteit de toevlucht te nemen tot verklaringen die zo algemeen zijn, dat ze bij veelvuldig gebruik tot waarheden als koeien worden.
Zolang de politiek op steeds één en dezelfde manier bedreven wordt, steeds binnen dezelfde grenzen verloopt, en met een constante snelheid voorwaarts gedreven wordt, dat wil zeggen zolang de accumulatie van economische kwantiteit niet tot een omslag van de politieke kwaliteit heeft geleid, dient dit type verklarende abstractie (“de belangen van de burgerij”, “imperialisme”, “fascisme”) min of meer zijn doel: niet een politiek feit in al zijn concreetheid te verklaren, maar hem terug te brengen tot een bekend sociaal fenomeen – wat op zichzelf natuurlijk van onschatbare waarde is.
Maar wanneer in deze situatie een belangrijke verandering plaatsvindt, en zeker bij een scherpe wending, onthullen deze algemene verklaringen hun volstrekte ontoereikendheid en worden ze tot nietszeggende gemeenplaatsen. In deze gevallen is het elke keer weer noodzakelijk om analytisch veel dieper te boren, teneinde het kwalitatieve aspect te bepalen en indien mogelijk bovendien de impulsen van de economie op de politiek kwantitatief te meten. Deze “impulsen” representeren de dialectische vorm van de “opgaven” die hun oorsprong vinden in de dynamiek van de basis en die zich aandienen als problemen die opgelost moeten worden op het niveau van de bovenbouw.
Golvingen in de economische conjunctuur (boom-depressie-crisis) betekenen op zich al periodieke impulsen, die leiden tot nu eens kwantitatieve, dan weer kwalitatieve veranderingen, en die nieuwe formaties op het gebied van de politiek voortbrengen. De inkomsten van bezittende klassen, het staatsbudget, lonen, werkloosheid, buitenlandse handelsbalans etc. zijn nauw met de economische conjunctuur verbonden en oefenen op hun beurt grote directe invloed uit op de politiek. Dit alleen al volstaat om duidelijk te maken, hoe belangrijk en vruchtbaar het is om de geschiedenis van politieke partijen, staatsinstellingen, enz. in samenhang met de cycli van de kapitalistische ontwikkeling nauwgezet te bestuderen. Hiermee willen we absoluut niet zeggen dat deze cycli alles verklaren: dat is uitgesloten, al was het alleen maar omdat de cycli zelf geen fundamentele maar afgeleide economische fenomenen zijn. Ze ontvouwen zich op de basis van de ontwikkeling van de productiekrachten, via de marktverhoudingen. Maar cycli verklaren een heleboel, omdat zij door hun automatisch pulseren een essentiële dialectische springveer in het mechaniek van de kapitalistische maatschappij vormen. De breekpunten van de industriële conjunctuur brengen ons dichterbij de bepalende momenten van de ontwikkeling van politieke tendensen, wetgeving en elke vorm van ideologie.
Maar kapitalisme wordt niet alleen door de periodieke wederkeer van de cycli gekarakteriseerd – was dat het geval, dan zou er sprake zijn van een complexe herhaling, maar niet van dynamische ontwikkeling. Industriële cycli hebben in verschillende periodes een verschillend karakter. Het hoofdonderscheid tussen hen wordt bepaald door de kwantitatieve onderlinge verhoudingen tussen de crisis- en de boomperiode binnen elke gegeven cyclus. Wanneer de boom de vernietiging of beperking van de voorafgaande crisis met een overschot herstelt, dan beweegt de kapitalistische ontwikkeling zich omhoog. Wanneer de crisis – die vernietiging, of in ieder geval een inkrimping van de productiekrachten betekent – in hevigheid de bijbehorende boom overtreft, dan hebben we als resultaat een neergang van de economie. Tenslotte hebben we, wanneer de crisis en de boom elkaar in kracht benaderen, een tijdelijk en stagnerend evenwicht in de economie. Dat is in grote lijnen het schema.
Wij zien in de geschiedenis, dat gelijksoortige cycli in series gegroepeerd zijn. Er zijn hele periodes in de kapitalistische ontwikkeling, waarin een aantal cycli wordt gekarakteriseerd door zeer sterke booms en zwakke kortdurende crises. Het resultaat is een sterk opgaande beweging van de basiscurve van de kapitalistische ontwikkeling. Er zijn periodes van stagnatie, wanneer deze curve, terwijl ze cyclische schommelingen doormaakt, gedurende tientallen jaren op ongeveer dezelfde hoogte blijft. En tenslotte zijn er bepaalde historische periodes waarin de basiscurve, onderwijl als altijd cyclische schommelingen doormakend, in zijn geheel naar beneden duikt, de neergang van de productiekrachten uitdrukkend.
Het is al mogelijk om a priori te stellen dat periodes van energieke kapitalistische ontwikkeling kenmerken moeten hebben – op het gebied van de politiek, het recht, de filosofie, de poëzie – die sterk verschillen van die in de periodes van stagnatie of economische neergang. Sterker nog, een overgang van een tijdperk van de ene soort naar een andere moet natuurlijk de grootste schokken veroorzaken in de verhoudingen tussen klassen en tussen staten. Tijdens het Derde Wereldcongres van de Komintern moesten we dit punt benadrukken – in de strijd tegen de zuiver mechanistische opvatting van het voortschrijdende kapitalistische verval. Als periodieke afwisselingen van “normale” booms door “normale” crises hun weerslag hebben op alle gebieden van het sociale leven, dan veroorzaakt een overgang van een hele boom-periode naar een periode van neergang, of omgekeerd, enorme historische verstoringen; en het is niet moeilijk om aan te tonen dat in veel gevallen revoluties en oorlogen plaatshebben op de grens tussen twee verschillende periodes van economische ontwikkeling, d.w.z. op de las van twee verschillende segmenten van de kapitalistische curve. De gehele moderne geschiedenis vanuit dit standpunt te analyseren is waarlijk één van de meest bevredigende opgaven van het dialectisch materialisme.
In navolging van het Derde Wereldcongres van de Komintern, nam professor Kondratiev dit vraagstuk onder de loep – zich, als gebruikelijk, alle moeite getroostend om de door het congres zelf aangenomen formulering te vermijden – en probeerde hij om naast de “kleine cyclus”, die een periode van tien jaar bestrijkt, het concept te ontwikkelen van een “grote cyclus”, die ongeveer vijftig jaar omspant. Volgens zijn systematisch gestileerde constructie, bestaat een grote economische cyclus uit zo’n vijf kleine cycli, en bovendien heeft de ene helft daarvan het karakter van een boom, en de andere helft dat van een crisis, met alle noodzakelijke overgangsfasen. De statistische bepalingen van grote cycli die door Kondratiev werden verzameld, zouden moeten worden onderworpen aan zorgvuldige en niet al te goedgelovige controle met betrekking tot zowel afzonderlijke landen als de wereldmarkt in zijn geheel. Het is nu al mogelijk om daarop vooruitlopend professor Kondratievs poging te weerleggen, om aan door hem grote cycli genoemde periodes hetzelfde “strakke wetmatige ritme” toe te schrijven dat te zien is in kleine cycli; het is een duidelijk foute generalisatie die voortkomt uit een formele analogie.
De periodieke herhaling van kleine cycli wordt bepaald door de interne dynamiek van de kapitalistische krachten, en komt altijd en overal tot uiting wanneer de markt eenmaal ontstaan is. Wat betreft de grote segmenten van de kapitalistische curve van ontwikkeling (vijftig jaar) – professor Kondratiev stelt onvoorzichtig voor om die ook als cycli te bestempelen –, hun karakter en duur worden niet bepaald door de interne wisselwerking van kapitalistische krachten, maar door die externe omstandigheden door wier kanaal de kapitalistische ontwikkeling stroomt. Het verwerven door het kapitalisme van nieuwe landen en continenten, de ontdekking van nieuwe natuurlijke hulpbronnen en, in het kielzog hiervan, zulke grote gebeurtenissen op het niveau van de “bovenbouw” als oorlogen en revoluties, bepalen het karakter en de afwisseling van periodes van opgang, stagnatie, of neergang van kapitalistische ontwikkeling.
Welke weg zou het onderzoek moeten volgen?
Het bepalen van de curve van kapitalistische ontwikkeling in zijn niet-periodieke (basale) en periodieke (secundaire) fasen en breekpunten met betrekking tot afzonderlijke landen die voor ons van belang zijn en met betrekking tot de gehele wereldmarkt – dat is het eerste deel van onze taak. Wanneer we de curve eenmaal vastgelegd hebben (de methode van vastlegging is natuurlijk een speciale kwestie op zichzelf, en zeker geen simpele, maar hij behoort tot het domein van economisch-statistische techniek), kunnen we hem opdelen in periodes, afhankelijk van de hoek van op- en neergang die gemaakt wordt met een as op een grafiek. Op deze manier verkrijgen we een grafisch weergegeven schema van economische ontwikkeling, d.w.z. de karakterisering van “de eigenlijke basis (...) van alle te onderzoeken gebeurtenissen” (Engels).
Afhankelijk van de concreetheid en gedetailleerdheid van ons onderzoek, hebben we misschien een aantal van zulke schema's nodig: één met betrekking tot landbouw en veeteelt, een andere met betrekking tot zware industrie, enzovoort. Met dit schema als ons uitgangspunt, moeten we het vervolgens synchroniseren met politieke gebeurtenissen (in de breedste zin van het woord) en we kunnen dan niet alleen zoeken naar overeenkomsten – of om het voorzichtiger te stellen, onderlinge verbanden – tussen duidelijk afgebakende periodes van het sociale leven en de scherp weergegeven segmenten van de curve van kapitalistische ontwikkeling, maar ook naar die directe ondergrondse impulsen die gebeurtenissen in gang zetten. Het gevaar is natuurlijk aanwezig om al doende te vervallen in de meest vulgaire schematisering en, vooral, om de sterke onderlinge beïnvloeding en opeenvolging van ideologische processen te veronachtzamen – om uit het oog te verliezen dat economie alleen in laatste instantie beslissend is. Er is nooit gebrek geweest aan karikaturale conclusies getrokken met behulp van de marxistische methode! Maar het om deze reden afwijzen van de bovenaangegeven formulering van de kwestie (“het riekt naar economisme”) is het demonstreren van volstrekt onvermogen om de essentie van het marxisme te begrijpen; het marxisme dat de oorzaken van veranderingen in de sociale bovenbouw zoekt in de veranderingen van de economische onderbouw, en nergens anders.

Met het risico dat we ons de theoretische toorn van tegenstanders van “economisme” op de hals halen (en gedeeltelijk met de bedoeling hun verontwaardiging uit te lokken) presenteren wij hier een schematische grafiek die een willekeurig curve van kapitalistische ontwikkeling over een periode van negentig jaar voorstelt, volgens bovengenoemd stramien. De algemene richting van de basiscurve wordt bepaald door het karakter van de kleinere conjuncturele curven waaruit hij is samengesteld. In ons schema zijn drie periodes scherp te onderscheiden: twintig jaar van zeer geleidelijke kapitalistische ontwikkeling (segment A-B); veertig jaar van energieke opgang (segment B-C); en dertig jaar van aanhoudende crisis en neergang (segment C-D). Wanneer we in dit diagram de meest belangrijke historische gebeurtenissen voor de betreffende periode invoeren, dan is alleen al het aanschouwelijk naast elkaar plaatsen van belangrijke politieke gebeurtenissen en de veranderingen van de curve voldoende om een idee te geven van de onschatbare waarde die ze kunnen hebben als uitgangspunten voor historisch materialistisch onderzoek. Het parallellisme van politieke gebeurtenissen en economische verandering is natuurlijk uiterst betrekkelijk. In het algemeen registreert en reflecteert de “bovenbouw” nieuwe ontwikkelingen op economisch terrein pas met aanzienlijke vertraging. Maar deze wetmatigheid moet worden blootgelegd door een concreet onderzoek van die complexe onderlinge samenhangen waarvan we hier slechts een grafische aanwijzing presenteren.
In het rapport voor het Derde Wereldcongres illustreerden we ons idee met enkele historische voorbeelden uit de periode van de revolutie van 1848, de periode van de eerste Russische revolutie (1905) en de periode waardoor we nu gaan (1920-1921). We verwijzen de lezer naar deze voorbeelden. Ze bieden niets definitiefs, maar tonen wel duidelijk het uitzonderlijke belang van de door ons naar voren gebrachte benadering, vooral voor het begrijpen van de belangrijkste sprongen in de geschiedenis: oorlogen en revoluties. Wanneer wij in deze brief gebruik maken van een volkomen willekeurig grafisch schema, zonder te pogen een werkelijke periode uit de geschiedenis als basis te nemen, dan doen we dat om de eenvoudige reden dat zo’n poging veel te veel zou lijken op een onvoorzichtig vooruitlopen op de uitkomsten van een volledig en zorgvuldig onderzoek – dat nog gedaan moet worden.
Op dit moment is het natuurlijk nog onmogelijk om met enige mate van zekerheid te voorspellen welke onderdelen van de geschiedenis belicht zullen worden, en hoeveel licht geworpen zal worden door een materialistisch onderzoek dat zou uitgaan van een meer concrete studie van de kapitalistische curve en van de samenhang tussen de laatste en alle aspecten van het sociale leven. Resultaten die op deze manier wellicht zullen worden bereikt, kunnen alleen het resultaat zijn van zo’n onderzoek zelf, dat systematischer en methodischer moet zijn dan de historisch materialistische uitstapjes die tot nu toe zijn gemaakt.
Hoe dan ook belooft zo’n benadering van de moderne geschiedenis de theorie van het historisch materialisme te verrijken met resultaten die veel waardevoller zijn dan het zeer onbetrouwbare speculatieve gegoochel met de ideeën en begrippen van de materialistische methode door sommige van onze marxisten, die de methodes van het formalisme overbrachten naar het domein van de materialistische dialectiek, waardoor de taak beperkt werd tot het preciseren van definities en classificaties en tot het opdelen van lege abstracties in een aantal even lege delen; het heeft, kortom, het marxisme versneden met de onfatsoenlijk elegante gekunsteldheden van de epigonen van Kant. Het is inderdaad dwaas om een instrument eindeloos te slijpen en herslijpen, en daarbij marxistisch staal weg te kappen, wanneer het de taak is om het instrument te gebruiken om het ruwe materiaal te bewerken!
Naar onze mening zou dit thema het onderwerp kunnen leveren voor uiterst vruchtbare arbeid van onze marxistische werkgroepen over historisch materialisme. Onafhankelijk onderzoek op dit gebied zal ongetwijfeld nieuw licht werpen op – of op zijn minst meer licht laten schijnen over – zowel geïsoleerde historische gebeurtenissen als complete periodes. Ten slotte zou alleen al de enkele gewoonte om te denken in termen van de voornoemde categorieën de politieke oriëntatie in de huidige periode enorm vergemakkelijken, omdat het een periode is waarin duidelijker dan ooit tevoren het verband wordt blootlegt tussen kapitalistische economie (die het hoogtepunt van verzadiging heeft bereikt) en kapitalistische politiek (die volkomen losgeslagen is).
Ik beloofde lang geleden om dit thema uit te werken voor de Vestnik Sotsialisticheskoi Akademii [Bode van de Socialistische Academie]. Tot nu toe ben ik door omstandigheden verhinderd om deze belofte gestand te doen, en ik weet niet of ik in de nabije toekomst in staat zal zijn om hem na te komen. Daarom beperk ik mij vooralsnog tot deze brief.