donderdag 10 juli 2008

Beroepslezers


(Potverdrie, alweer zo'n lange!)
Op 6 juni jongstleden meldde onze uitgever Anton Scheepstra op zijn weblog: “Een uitgever stuurt van elk nieuw boek een recensie-exemplaar naar de bibliotheekdienst. Die laat er een recensie over schrijven, waarna alle bibliotheken de gelegenheid krijgen het betreffende boek te bestellen. Met soms verrassende resultaten. Zo kwam vandaag bij Uitgeverij Passage de order van alle Nederlandse bibliotheken voor Ajaa van Tjitse Hofman binnen: 1 (één!) exemplaar.”
Een dag later schreef Coen Peppelenbos: “Omdat de meeste bibliothecarissen niet meer echt lezen (Douwe van der Bijl uitgezonderd natuurlijk) zijn deze Biblionrecensenten in leven geroepen die in tweehonderd woorden een boek kunnen maken en breken. Mijn ervaring bij de uitgeverij is dat bibliotheken blind varen op deze 'aanschafsuggesties'. Dieptepunt was de 'recensie' van Els van Geene van Sing Sing waardoor er maar liefst 6 exemplaren van die prachtbundel door alle bibliotheken is ingeslagen.”
Interessant, dachten de onderzoeksjournalisten van Kortsluiting. Hoe zou er over ons werk geschreven zijn door Biblion, en met welk aanschafresultaat?

Albert Hagenaars over Koffiedik zingen: “Aan traditionele poëzie-elementen als klankovereenkomst, metrum en hiërarchische regelbouw (innerlijke vorm) laat Daniël Dee (º1975) zich niks gelegen liggen in deze fraai vormgegeven bundel van 5 delen. De consequentie is dat de waarde van zijn teksten uit de inhoud, zegging en uiterlijke vorm gehaald moet kunnen worden. Bij Dee vallen deze drie begrippen grotendeels samen. Hij werkt sterk associatief in meestal lange zinnen die, als je eenmaal het gewenste ritme volgt, voor een snelle leesrit garant staan langs veel taalvondsten (bijvoorbeeld neologismen en afgebroken woorden) en verrassende perspectieven. Dee is meer proces- dan productgericht maar geen echte vernieuwer. Nog niet! Voor de lezer houdt een en ander in dat in dat hij, anders als bij de meeste poëzievormen, uit het taaldrab (zie titel) zelf een kern moet samenstellen, een zingeving moet peuteren, afhankelijk van zijn instelling. Dit werk is daarmee uitdagender voor de literaire voorhoede dan voor het grote publiek. Eén fragment: ‘jij bent een lippenaflikkend latinsausje mijn sherry / laat mij de vloer voor je dans’.”
Hoeveel ingekochte exemplaren deze recensie precies opleverde is ons op dit moment niet bekend, maar uitgever Anton Scheepstra meent zich te herinneren ‘een stuk of twintig’.

Over meisjespijn schreef Els van Geene een kritiek, die het zeker verdient om volledig te worden weergegeven: “Creator van deze superdikke poëziebundel is een Groningse (podium-)dichter en romanschrijver (1962). Een aantal gedichten is eerder in eigen beheer uitgegeven of verschenen in bloemlezingen. In drie hoofdafdelingen presenteert Ten Haaf zijn themata, "Wein,Weib und Gesang", maar deze dan wel opgeleukt tot You Tube-achtige provocaties. Soms licht er iets op van echte eenzaamheid ("please, mis mij"), van morbide humor en het flirten met de dood, zoals we dat uit de "Zwarte Romantiek" kennen. Maar de vele overbodige herhalingen, de lege aforismen, de puberale erupties die zó vanachter de toog vandaan komen, leveren zelden poëticale meerwaarde op. De tijd dat poëzie iets was "van boven de boomgrens" is gelukkig voorbij, maar als het enige wat in deze teksten verheven wordt de penis is, dan kom je als dichter en lezer te kort.”
Resultaat: één exemplaar verkocht aan een bibliotheek (de Centrale Bibliotheek in Groningen-stad).
Toch kunnen we niet stellen dat dit uitsluitend aan de recensie ligt, want ondanks de zeer positieve bespreking, door Annemiek Buijs, van de roman Geen zomer meer (“Literaire liefdesroman (…) Liefdes- en seksscènes worden afgewisseld met drankgelag, heimweeverlangens, filosofische uitwijdingen en literaire verwijzingen in een toegankelijke en fraaie stijl. Een eigentijdse roman met een klassiek thema dat vooral een jonger publiek en de babyboom-generatie zal aanspreken.”) werden van dit volgens Biblion dus voor vrijwel de gehele Nederlandse bevolking interessante boek door de verzamelde bibliotheken slechts vijf exemplaren aangeschaft; allemaal door bibliotheken in de provincie Groningen - we wonen ja nait in Amsterdam.

Geen opmerkingen: