zondag 2 november 2008

Op naar de boekhandel


Vier jaar heeft het geduurd, maar daar is hij dan toch: de nieuwe dichtbundel van J.A. Deelder. Tussentijds heet het gisteren gepresenteerde, 60 pagina’s tellende boekwerkje dat werd uitgegeven door de Bezige Bij, en het kost slechts twaalf euro negentig. Doen, die aanschaf. Zodra ik het boekje opensloeg was het raak: prachtige poëzie. Het begint al met de ondertitel – niet gedichten of poëzie, maar gedichten? noemt de schrijver het. En dan het werk zelf. Deelder grijpt je vanaf de eerste regel meteen bij de lurven met zijn onopgesmukte, soms ietwat archaïsche, maar altijd directe taalgebruik. Je leest over de naderende dood vooral, de onafwendbaarheid van Hein. Het leven duurt veel te kort, denk je dan, en de dood veel te lang.
Hoewel de bundel na het ijzersterke begin ietwat inzakt (waarmee ik zeggen wil dat de rest van de bundel nogal wisselend van kwaliteit is, al staan er ook volop juweeltjes in) is alleen al de eerste afdeling, 1 (één) getiteld, genoeg om Tussentijds in de kast te willen hebben staan. Volgt nu integraal die prachtige openingsreeks:

Zestig jaar en
nog niet dood

Kleine jongens
worden groot

[p. 7]


Beter te zijn
waar je moet wezen

dan te weten
waar je moet zijn

[p. 8]


Je hart blijft
kloppen tot

het stopt. Dan
houdt het op

[p. 9]


Het licht
in de tunnel

is het nade-
rend eind

[p. 10]

2 opmerkingen:

coen zei

het lijken wel haiku's

Kortsluiting zei

het lijkt HELEMAAL NIETS daarop, op dat hele erge.