zaterdag 16 augustus 2008

Literaire Trotski Quiz (9)


Wederom bleek onze quiz nogal moeilijk, op aflevering 8 kregen we geen goed antwoord. De juiste oplossing: Bert HiddemaScheuren in het asfalt (1985).

De nieuwe opgave: een gedicht, dat het niet verder bracht dan een tijdschriftpublicatie. Wie schreef het?


DE TROTSKIST

Hij werd een vijand, sluipend en subtiel.
Niets rest hem nog dan ’t schuifelig bedoelen
van een in ’t donker kronklend gifreptiel:
aan de rechtstandigen zijn haat te koelen.

En in het nachtcafé, temidden ’t woelen
van de leeghoofdigen, scherpt zich zijn profiel,
als de eerzucht schrijnend opvaart in zijn ziel:
had hij slechts éens zich leider mogen voelen!

Geen leger volgt, geen horen wordt geblazen…
Slechts literaat en derdehands poëet
verbijstert hij nog door zijn linkse frasen. –

Maar de fascist herkent die schorre kreet
– de wrok van wie langs ’s levens zelfkant azen –
en houdt, met dank, het Judasloon gereed.

9 opmerkingen:

coen zei

Ronald Ohlsen?

Anoniem zei

Ik kan een eind meegaan met Coen, maar ik gooi toch ook Leonhard Huizinga in de strijd.

Anoniem zei

Beetje off-topic, maar misschien valt er ook een quiz van te maken: wie is de man die zo in de schijnwerpers staat op de foto die rechtsboven verschijnt? Vraag 2 luidt: waarom plaatst de beheerder van dit blog deze foto?

Kortsluiting zei

@Coen: Ook een sonnettenbakker van formaat, maar nee.
@Marjan: Ook een trotskistenvrind van formaat, maar nee.
@Adriaan: 1. Die met dat grote formaat hoofd, of die andere? 2. Omdat hij zichzelf op die foto wel stoer vindt?

coen zei

@ kortsluiting: Jean Pierre Rawie dan?
@ marjan: van Adriaan en Olivier?
@ Krabbendam: en waar is het rookverbod binnen dit log?

Anoniem zei

@coen: ja, die!

Kortsluiting zei

Nee, Coen, nee. Ouder, veel ouder (niet alleen dan jij, maar ook dan Rawie).

Anoniem zei

Excuus voor mijn wat vreemde reactie, ik was even heel erg blond en verwarde personages, dat kun je zo hebben, al weet ik niet wat dat met een eventueel rookverbod te maken heeft. Praten we niet meer over. *steekt er nog een op*

g, gonggrijp zei

G. Gonggrijp

Beetje late reactie, maar het was Theun de Vries. Dit sonnet ken ik uit een nummer van het blad Politiek en Cultuur uit de jaren dertig.