vrijdag 7 oktober 2011

Literaire Trotski Quiz (56)



Dat was weer geen gemakkelijke, de vorige opgave, getuige het feit dat ons geen juiste oplossing bereikte. Wat was reden geweest voor knallende champagnekurk en schallende loftrompet? Dit: Wim Zaal – Zestig jaar in de beschaving (Aspekt, [Soesterberg] 2002), pp. 104-105.
Nu alweer een moeilijke, denken wij. Maar wel erg leuk om te lezen.
1. welke romancier/essayist/criticus schreef onderstaande even geestige als dodelijke toneelkritiek; en
2. in welk blad werd het hier integraal overgenomen stuk oorspronkelijk afgedrukt?

De roman van Peter Krasnof, een ‘witten’ Rus is bloederig en drakerig genoeg om den revolutionnairen titel te rechtvaardigen. Krasnof schildert episoden uit den tijd van het tsarisme en de revolutie van 1917 op de wijze van den colportageroman en als document van een bepaalde mentaliteit is hij toch zeker niet oninteressant, als men maar niet verwacht iets anders te zullen vinden dan partij-heroïsme en feuilletonpsychologie. L'histoire se répète; de griezelige, ‘zeventig wijzen’, die de wereld besturen in de verbeelding van Krasnof en die zoo half en half met den duivel en de bolsjewieken tegelijk worden geïdentificeerd, vindt men thans in andere gedaante terug in de vermeende ‘Protocollen der Wijzen van Zion’, der nat.-socialisten en de ‘Trotskistische verraders’ der Stalinisten. Eeuwig en onsterfelijk blijft de colportage, die, gemengd met de politieke berekening, altijd weer in staat is de verbeelding van het publiek en sommige romanschrijvers te prikkelen.
‘Van den dubbelen adelaar naar het roode vaandel’ is dus literair gesproken een zeer inferieure roman, waaruit men kan vernemen, dat Trotski een mephistophelisch Joodsch profiel had en Lenin ongeveer op een aap leek; objectiviteit is ver te zoeken, en wie zijn kennis van het marxisme en de Russische revolutie uit het werk van Peter Krasnof zou willen putten, zou tot zonderlinge conclusies komen. Alleen de historicus, die zich voor de psychologie der ‘witten’ contra de ‘rooden’ zal interesseeren en de lezer van den roman-in-vervolgen zullen vermoedelijk in de toekomst nog naar dezen lijvigen roman grijpen.
Anton Verheyen heeft er gisteren echter groote stukken uit voorgedragen, die op het programma waren aangekondigd als ‘machtige voordracht’ en nog meer, dat niet al te bescheiden klonk; zoo zouden b.v. Tsaar Nicolaas, Raspoetin, Lenin en Trotski voor onze oogen herleven, via de uitbeelding van Verheyen. Maar alles was een beetje minder dan het er stond, en Verheyen, die zich als Donkozak had gecostumeerd, zwom rond in de colportagezee van Krasnof, om zoo nu en dan eens een niet onaardige typeering op te duiken. Bewonderen kunnen wij noch de keuze van het boek, noch de voordracht, die monotoon was, dikwijls onnauwkeurig van dictie en vooral: zonder de expressiviteit, waardoor een Charlotte Köhler of een Ruth Draper alleen een tooneel weten te vullen. Vooral tegen het eind (het programma was lang genoeg!) moest Verheyen er zich mit Mühe und Not doorheen slaan. Hij had echter veel succes, en toegegeven moet worden, dat het verhaal soms spannend genoeg is. Voor een voordracht is echter wat meer noodig, en dat heeft Verheyen hier niet weten te geven.

K-1 Final Sixteen: over de matchmaking



Op een Japanse site verscheen nevenstaande matchmaking voor de K-1 World Grand Prix 2011 Final Sixteen van 29 oktober aanstaande. Het betreft hier de oorspronkelijke matchmaking die wij ook al tijden in ons bezit hadden, maar onder embargo: we mochten hem niet publiceren omdat de K-1 dat zelf wilde doen. Nu deze matchmaking op straat (op de digitale snelweg) ligt, mogen we ons er wel over uitlaten, dus: deze matchmaking is inmiddels verouderd; hij was opgesteld voordat duidelijk werd dat de vechters van Golden Glory niet zouden deelnemen wegens wanbetaling door de FEG, het bedrijf dat de K-1 WGP organiseert, en voordat, om dezelfde reden, Peter Aerts en Jerome Le Banner voor deelname bedankten. Toch zou het best kunnen dat enkele van de “oorspronkelijke” partijen blijven staan. We nemen het schema partij voor partij door – leest u even op zijn Japans mee van rechtsonder naar linksboven.
1. Tyrone Spong vs. Ruslan Karaev. Deze partij is mogelijk: beide vechters staan als deelnemer vermeld op de officiële site.
2. Kyotaro vs. Melvin Manhoef. Kan: Manhoef staat aangekondigd, en de Japanners willen natuurlijk graag een landgenoot als deelnemer. Zou een leuke partij zijn, want Manhoef wil natuurlijk revanche voor zijn snelle knock out tijdens hun eerste ontmoeting in de ring.
3. Gökhan Saki vs. Daniel Ghiţă. Gaat niet door: Ghiţă vecht tegen Bajrami, zo bevestigde Anil Dubar, de trainer van Daniel Ghiţă, tegenover Kortsluiting. Saki zal waarschijnlijk niet deelnemen: hij staat onder contract bij Golden Glory.
4. Errol Zimmerman vs. Hesdy Gerges. Door Gerges bevestigd via twitter. Maar wij twijfelen: Zimmerman is van Golden Glory.
5. Peter Aerts vs. Rico Verhoeven. Gaat niet door: Aerts – Mister K-1 himself – neemt dit jaar niet deel aan de WGP. We missen hem nu al.
6. Jerome Le Banner vs. Ben Edwards. Zal niet plaatsvinden: Le Banner trok zich terug (zie boven). Op facebook maakte Edwards bekend dat hij zal uitkomen tegen Singh Jaideep.
7. Alistair Overeem vs. Singh Jaideep. Gaat niet door omdat Overeem, de huidige K-1 WGP kampioen, onlangs een exclusief contract tekende bij de belangrijkste MMA-organisatie UFC waardoor hij niet mag deelnemen – wij zeggen: wat een rotcontract, ons een beetje de regerend kampioen door de neus boren. Wat Jaideep betreft: zie 6.
8. Badr Hari vs. Anderson Silva. Dit kan – zij het dat Hari het in dat geval zal opnemen tegen Anderson “Braddock” Silva, die door de K-1 als deelnemer vermeld staat op de K-1-site, en niet tegen de hier afgebeelde MMA-vechter Anderson “The Spider” Silva.

Dus (o.v.b.):
Tyrone Spong vs. Ruslan Karaev
Kyotaro vs. Melvin Manhoef
Xhavit Bajrami vs. Daniel Ghiţă
Errol Zimmerman vs. Hesdy Gerges (als Golden Glory daar geen stokje voor gestoken heeft)
Ben Edwards vs. Singh Jaideep
Badr Hari vs. Anderson “Braddock” Silva

Blijven over voor de laatste twee partijen, “ongepaard”: de officieel aangekondigde Dževad Poturak, Sergii Lashchenko en Rico Verhoeven; alsmede de volgens onbevestigde geruchten deelnemende Mourad Bouzidi, Rustemi Kreshnik en Paul Slowinski.

woensdag 5 oktober 2011

K-1 Final 16: Daniel Ghiţă vs. Xhavit Bajrami


Lang bleef het spannend, maar de kogel is nu dan toch echt door de kerk: de K-1 World Grand Prix 2011 gaat zeker door. K-1 zelf is bijzonder traag met de nieuwsvoorziening: op 29 oktober is de Final Sixteen, maar nog steeds is niet naar buiten gebracht wie er allemaal aan deelnemen.
Op de officiële K-1-site staan de volgende elf vechters aangekondigd: Badr Hari, Hesdy Gerges, Tyrone Spong, Ruslan Karaev, Daniel Ghiţă, Ben Edwards, Melvin Manhoef, Dževad Poturak, Sergii Lashchenko, Rico Verhoeven en Anderson “Braddock” Silva.
Volgens onbevestigde geruchten krijgen ook Mourad Bouzidi, Rustemi Kreshnik en Paul Slowinski een wildcard. Verder doen mee (zie hieronder): Errol Zimmerman en Xhavit Bajrami.
Met niet alle deelnemers bekend is natuurlijk ook niet duidelijk wie tegen wie vecht.
Maar er zijn een paar zaken uitgelekt:
Hesdy Gerges twitterde dat hij uitkomt tegen Errol Zimmerman, terwijl Ben Edwards op facebook meldde dat hij het zal opnemen tegen Singh Jaideep.
Ook wij hebben een primeur: Daniel Ghiţă, de man die wij tippen als winnaar van de K-1 WGP 2011, treedt in het strijdperk tegen Xhavit Bajrami.

maandag 3 oktober 2011

In de trein van Rotterdam naar Groningen

Even had ik het gevoel auditie te doen voor een pornofilm.
Conducteur: 'Heb ik jou al gehad?'
Ik: 'Jazeker, maar ik wil hem best nog eens laten zien.'

vrijdag 23 september 2011

Dinges

of hoe Fien ons van Frank Masmeijer redde

Fien was de eerste en enige kandidaat van het volledig herziene spelletjesprogramma Dinges. De NCRV had in al haar wijsheid bedacht bejaarden te gebruiken om een begrip te omschrijven zonder het noemen van de naam van dat begrip.

Voor de gelegenheid werd Frank Masmeijer uit de mottenballen gehaald, de voormalig showmaster die ook wel bekend stond als 'het gebit' omdat hij een lach van oor tot oor had. Masmeijer gaf dolenthousiast het woord 'tafel' aan Fien om te definiëren.

Fien ging gelijk van start: 'Ja, dat doet me denken aan vroeger, toen ik nog een mooie meid was.' Masmeijer glunderde, de regisseur eveneens. Het format leek te werken. De glunder verdween echter even snel als hij opgekomen was.
'Ja, toen neukte ik nog. Neuken, neuken, neuken, dat deden we in die tijd. In bed, maar eigenlijk overal, dus ook op de [PIEP] of er onder of er tegenaan. Het maakte me eigenlijk niet zoveel uit. En met wie eigenlijk ook niet. Ik was niet zo kieskeurig, als ik maar flink te grazen werd genomen. En gelukkig wilden de mannen ook wel. Nu niet meer, hè. Ze vinden me te oud. Maar ik wil heus nog wel. Dus als er iemand is die wil? Ik ben misschien dan wel wat broos, maar zelfs op de [PIEP] moet het nog wel lukken.'

De remake van Dinges is er nooit van gekomen.

woensdag 21 september 2011

Opbouwende kritiek aan Anton Molenaar

Ik zou Anton Molenaar graag bemoedigend toe willen spreken. Ik zou hem willen zeggen: 'Goed zo jongen, je opstel begint al echt ergens op te lijken. Maar je bent er nog niet hè, dus ga vooral zo door.' Ware het niet dat Anton Molenaar gewoon een vent van middelbare leeftijd is en geen student.

Als woordvoerder van kunst en cultuur voor Leefbaar Rotterdam heeft hij een verslag (pdf) geschreven waar de honden geen brood van lusten. Het is werkelijk een zeldzaam stuk broddelwerk. De strekking van dit schaamtevolle prul is: omdat er bezuinigd moet worden op kunst en cultuur moeten instellingen uit de cultuursector objectief beoordeeld worden om zo de hoogte van hun subsidie vast te kunnen stellen. Die Anton Molenaar, wat een licht! Hij heeft het zwarte garen uitgevonden, toen het witte al bestond. Dat bezuinigen op de schone kunsten is daarbij helemaal niet erg, want 40% van de Rotterdammers komt toch al niet of nauwelijks in aanraking met cultuur.

En alsof die constatering nog niet genoeg is, bedenkt Molenaar in één ruk door een objectief beoordelingsmodel. Let wel: objectief! Dus geen vage termen meer als 'talentontwikkeling', maar concrete terminologie als 'waarde (artistiek)', 'uniciteit' of 'nadruk college'. Kortom keiharde termen die bruikbaar zijn om instellingen objectief te beoordelen. Hoe komt hij erop! Hij maakt zo ons leven wel erg makkelijk.

De eerste objectieve term (of factor, zoals professor in de weetnietkunde Molenaar die noemt) is 'behoefte'. Want zoals hij concludeert: 'anno 2011 zien we vaak dat het aanbod zeer hoog is, maar de vraag zeer beperkt. Dat resulteert in halfvolle en lege zalen. Dit geldt ook voor verschillende musea.' Omgekeerd geredeneerd hebben veelverdieners als Frans Bauer en Jan Smit met hun volle zalen dus juist recht op het volle pond aan subsidie.

Dat was natuurlijk een geintje, een kwinkslag mijnerzijds. Dat zal Molenaar vast wel begrijpen. Toch? En sowieso: wat is er eigenlijk mis met zulke muziek? Der Anton aus Tirol. En allemaal inhaken!

Daarbij is er helemaal geen behoefte aan cultuur, want 40% van de Rotterdammers zit toch al liever voor de lcd-verrekijk of de plasma-treurbuis. Nee, Anton Molenaar vergast ons liever op zijn wikipedia-kennis: 'Toen de Amerikaan Robert Parker Jr. echter de grand cru’s begon te waarderen op een schaal van 50 tot 100, is een ware wijnrevolutie ontstaan'.

In Molenaars verslagje van maar liefst 1992 woorden (al is dat inclusief de cijfertjes die hij gebruikt) wordt echter met geen woord gerept over het onderwijs. Terwijl het toch de schuld is van dat gebrekkige onderwijs waarom er nu nauwelijks 'behoefte' (harde term!) is aan de schone kunsten. Wie namelijk niet in aanraking komt met de schone kunsten heeft daar geen weet van en zal daar dan ook nooit behoefte aan hebben.

Beste Anton, kerel, ik moet je toch even bemoedigend toe spreken. Ik moet je zeggen: 'Zet jezelf niet langer voor schut. Distantieer je van kunst en cultuur, nu het nog kan. Misschien kan je je beter bezig houden met onderwijs en dan niet in de gemeenteraad, maar gewoon in de schoolbanken.

Daniël Dee

dinsdag 20 september 2011

Literaire Trotski Quiz (55)



Terug van vakantie en meteen zetten we onze lezers weer aan het werk middels een hersenkrakertje. Maar eerst de oplossing van de vorige quiz: Jan Brokken – Baltische zielen. Lotgevallen in Estland, Letland en Litouwen (Uitgeverij Atlas, Amsterdam/Antwerpen 2010), pp. 78-79. Gefeliciteerd Den Drummert!
En dan nu de nieuwe:
1. welke journalist/schrijver/dichter schreef onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig boek werden de nu volgende alinea’s ontleend?

Er hing al meteen onrust in de lucht bij de opening van de Jan Cremer-expositie aan de Willemsparkweg, de eerste zaterdag van 1961. Het zaaltje was afgeladen vol met kunstnozems in zwartleren jekkers, sensatiebeluste nieuwsgierigen en benauwd kijkende verzamelaars in driedelig pak: bij Cremer en maats kon je heibel verwachten! De tentoonstelling zou vijfvoudig worden ingeleid door Armando (kwam niet opdagen), Franck Gribling (liet eveneens verstek gaan), Cornelis Bastiaan Vaandrager (wauwelaar, weggejoeld), Hans Sleutelaar (zag vlug van spreken af) en Simon Vinkenoog die zich door niemand de mond liet snoeren. Met de boodschap dat hij Cremers schilderijen ongenietbaar vond verklaarde hij de expositie voor geopend. De menigte bleef opeengepakt staan, en ja, toen een kar met ‘Verse waar voor hond en kat’ door de straat kwam deed iemand een greep in de stukken runderhart of pens en gooide die over de hoofden heen, gevolgd door een ander die beter kon mikken, waarna de plechtigheid uitliep op een chaos.
Die primitieve repetitie voor toekomstige happenings was typerend voor Cremers vroege dagen en vooral voor de honger naar opstand tegen het heersende fatsoen. Doel of richting had die behoefte nog niet. Maar de achtergestelde fantasten van een vorige generatie, die zagen dat er nu verandering op til was, waren grif bereid de weg te wijzen.
Zij kwamen elke donderdag bijeen op de avonden van de Amsterdamse Gesprekskring in de Raamstraat. Eerst hield een spreker een pleidooi voor theosofie, afschaffing van eigendom, vegetarisme, trotskisme, soefi-beweging, anarchisme, spiritisme of wat dan ook (een tandarts ging tegen elke vorm van verdoving tekeer) en dan volgde een discussie waarbij de redenaar steevast met de grond gelijk werd gemaakt en zijn ideaal op de vuilnisbelt terecht kwam. Dank voor uw komst en tot volgende week.
Alle wegbereiders van Magisch Amsterdam kwamen hier aan het woord.

vrijdag 2 september 2011

Bliksem & Betonrottigheid


[of: De ontwikkeling van een ruzie]

En opeens was er gekrakeel in het altijd zo rustige literaire wereldje van Groningen. De kemphanen: Coen Peppelenbos en Bart FM Droog. Wat was er aan de hand?
Regina Broersma en René Duursma maakten voor Stichting Beeldlijn de documentaire Bliksem & Betonrot. 15 jaar De Dichters uit Epibreren. Naar aanleiding van de persvoorstelling schreef Coen Peppelenbos een recensie, waarop Bart FM Droog kritisch reageerde. Waarna het opeens gigantisch uit de klauwen liep. Hoe kwam dat? En aan wie lag dat – of hebben er twee schuld waar er twee kijven? Een reconstructie.
(Waarom weet ik eigenlijk niet: ik, Kortsluiting-Groningen, had bedacht hier een stukje aan te wijden en dat medegedeeld aan zowel Bart als Coen – en toen moest ik wel. Ik denk dat het idee tot schrijven bij mij postvatte omdat ik niet begreep waarom twee mannen die ik allebei graag mag elkaar zo in de haren vlogen op een toon die ik niet kon rijmen met het onderwerp van discussie. Als motto koos ik de opmerking waarmee Bart zijn laatste bijdrage in de discussie op Tzum besloot: ‘jouw “recensie” is allesbehalve een recensie – wat het wel is laat ik graag aan de lezers die binnenkort de documentaire gezien hebben over.’)

In zijn eerste reactie op Peppelenbos’ bespreking op literair weblog Tzum, plaatste Droog (die op dat moment de film nog niet had gezien) enkele kanttekeningen. De belangrijkste zijn:
1. [Droog:] ‘Je schrijft: “De groep, in wisselende samenstelling, maar op het laatst alleen nog bestaand uit drie mensen” (…) “De man die erbij kwam is uiteindelijk de man die als een koekoek iedereen uit het nest heeft geduwd en alleen achterblijft.”
Dat klopt, maar… in 1994 begonnen we met vijf. Van 1997 tot 1998 bestonden we uit vier personen. Vanaf begin 1998 t/m 2011 (let wel, dat zijn dertien jaar) bestonden de Dichters uit Epibreren uit drie mensen. Uiteindelijk ben ik er dit jaar zelf uitgestapt. Je stelling dat ik een koekoeksjong zou zijn die iedereen eruit flikkert is…’
2. [Droog:] ‘Bij verdere lezing valt me op dat je, om mij ongekende redenen, ontzettend slecht geïnformeerd en vooringenomen klinkt. Zo stel je:
“Paul Jainandun Singh vertrok vrij snel daarna omdat hij niet meer paste binnen het concept en de regeltjes die Bart FM Droog opstelde. Dichter Karel ten Haaf mocht zelfs niet toetreden tot de groep omdat hij hield van een te losse manier van optreden, pilsje in de hand, sigaretje erbij, terwijl drinken voor een voorstelling absoluut niet mocht van Droog.”
Zoals Karel ten Haaf al opmerkte is er nooit sprake geweest van zijn toetreden tot de groep. De regels die bij groepsoptredens golden berusten op wederzijdse afspraken – het niet drinken en roken werden als regels ingevoerd tijdens een groepsvergadering, nádat een professioneel producer ons zulks geadviseerd had.’
3. [Droog:] ‘Je vliegt echt uit de bocht waar je dit beweert: “Ooit bestond in Groningen het literatuurfestival Winterschrift en daar was ik bij betrokken. Door heel veel lawaai te maken in de krant dat jongere schrijvers nooit aan bod kwamen, wisten ze bij de organisatie te bereiken dat er een apart onderdeeltje kwam, Winterschifting, waar zij mochten optreden. Dat vond ik een onsympathiek trekje: jezelf ergens naar binnen schreeuwen.”
In 1996 traden we met De Dichters uit Epibreren op bij Winterschrift. In 1997 verzorgde ik tijdens Winterschrift het programma Café Droog. Waarin ook Bart Chabot, Didi de Paris en Diana Ozon te gast waren.
Pas in 1998 was er sprake van Winterschifting. Niet mijn idee, maar dat van Ronald Ohlsen. In een TV-Noord uitzending over dat Winterschifting is te horen en te zien dat ik vraagtekens zet bij het vermeende gebrek aan ‘jonge’ auteurs bij Winterschrift.
Met andere woorden: je verwijt mij zaken die mij niet te verwijten zijn. Vervolgens noem je me daarom “diabolisch”. Tsja.’

Kanttekening 1
Peppelenbos reageert: ‘Dat jij uit de groep Epibreren stapt zit niet in de film. Volgens mij bestond die groep ook alleen nog maar uit Bart FM Droog, Hofman en Klug waren al afgehaakt. Het beeld dat (volgens mij) uit de documentaire naar voren komt is dat jij ervoor gezorgd hebt dat Epibreren een grote vlucht heeft genomen en dat je tegelijkertijd mensen binnen de groep, vroeger of later, van je vervreemd hebt. Maar dat kan een slecht geïnformeerde en vooringenomen analyse zijn.’
Droog (de toon wordt hoger): ‘Ja hoor, waarzegger Peppelenbos heeft in z’n glazen bol gestaard en weet beter dan ik hoe Epibreren aan z’n eind kwam. Knap, hoor.’
Peppelenbos: ‘Als jij een documentaire over je eigen groep een “glazen bol” noemt dan heb je gelijk. In de documentaire zit niet dat jij het licht hebt uitgedaan bij de groep waarvan je de laatste medewerker was. Daarnaast bestaan over de oorzaak van het uiteen vallen nog steeds erg veel vragen. Die worden niet opgehelderd in de documentaire. Ik geef alleen weer hoe de makers de feiten volgens mij geïnterpreteerd hebben. Meer kan een simpele recensent niet doen.’

Na het zien van de documentaire vind ik er dit van: in de film wordt duidelijk dat Tjitse Hofman in 2008 Epibreren wilde opheffen. Jan Klug en Bart FM Droog waren het daarmee niet eens en men besloot op voorstel van Droog en Klug om de groep voorlopig in de ijskast te zetten, maar ik kreeg als kijker nergens de indruk dat dit besluit van harte ondersteund werd door Hofman. De groep werd dan misschien in 2008 weliswaar niet officieel opgeheven, omdat de meerderheid daartegen was; uit de film komt het beeld naar voren dat Dichters uit Epibreren na het besluit van Hofman in 2008 de facto ophield te bestaan. Dat Droog in 2011 besloot er de brui aan te geven en dat daarmee de groep ook de jure werd opgeheven (er was nu immers een meerderheid, bestaande uit Hofman en Droog, voor opheffing), is niet alleen juridische haarkloverij, maar zit bovendien niet in de documentaire.
De indruk dat Droog “als een koekoek iedereen uit het nest heeft geduwd” zal Peppelenbos gekregen hebben naar aanleiding van het uit de groep gooien van Kasper Peters (door alle leden overigens, niet alleen door Droog) en van een opmerking van Jainandun Singh, die vertelt de groep te hebben verlaten omdat de druk die Droog hem oplegde te groot was.
Mijn oordeel in deze kwestie: Coen Peppelenbos heeft het meeste gelijk aan zijn zijde (al heeft hij ongelijk dat Klug was afgehaakt) – hij baseert zich in dezen immers uitsluitend op de documentaire en daaruit rijst inderdaad dit beeld op.

Kanttekening 2
Coen: ‘Het beeld dat (volgens mij) uit de documentaire naar voren komt is dat jij ervoor gezorgd hebt dat Epibreren een grote vlucht heeft genomen en dat je tegelijkertijd mensen binnen de groep, vroeger of later, van je vervreemd hebt. Maar dat kan een slecht geïnformeerde en vooringenomen analyse zijn.’ Verder maakt Coen gewag van ‘het beeld (dat uit de film naar voren komt) dat jij regeltjes opstelt waaraan anderen zich moeten houden.’
Bart: ‘Wat de “regeltjes” betreft: waar samengewerkt wordt zijn afspraken nodig. Bij Epibreren werden die afspraken door alle groepsleden, na onderling overleg, gemaakt en deed ieder zijn best die naar beste vermogen na te leven. Zoiets is… heel normaal.’
Coen: ‘Over die regeltjes wordt in de documentaire heel anders gedacht.’

Bart heeft natuurlijk gelijk dat waar samengewerkt wordt afspraken gemaakt (moeten) worden. Ik heb geen reden om eraan te twijfelen dat die afspraken niet werden opgelegd, maar dat ze werden vastgelegd tijdens de vergaderingen van de Dichters uit Epibreren; dat geloof ik onmiddellijk, maar ik vermoed wel (Bart kennende) dat hij nogal dwingend was tijdens die vergaderingen. En dat dat mede de reden was waarom ze traditiegetrouw (aldus Klug in de documentaire) eindigden in ruzie. Daar moet ik onmiddellijk aan toevoegen, dat Bart tijdens de projecten die hij en ik gezamenlijk ondernamen – zoals het programma Levend in de kroeg, waarmee Bart en ik door België toerden –, dat Bart tijdens die samenwerking nooit geprobeerd heeft om mij welke regel dan ook op te leggen. Dat gezegd hebbende: uit de documentaire rijst wel het beeld op dat Bart FM Droog in ieder geval in de begintijd de broek aan had en bepaalde wat er gebeurde; die indruk wordt gewekt door uitlatingen van mij (mea culpa) en van de groepsleden Kasper Peters en Paul Jainandun Singh – de laatste refereert zelfs aan Droog als “de Leider”. Dat Peppelenbos dat opschrijft in zijn recensie is dus niet raar, en wanneer dat in de documentaire geschetste beeld niet juist is, dan is dat te wijten aan de uitspraken van de voornoemde drie en aan de keuze van de regisseurs om juist die uitspraken in de film op te nemen. Kortom, hier vliegen Coen en Bart elkaar in de haren om een verkeerde reden: omdat Coen uitgaat van het beeld dat uit de documentaire naar voren komt, een beeld waardoor Bart zich aangevallen voelt; en omdat Bart de film nog niet gezien heeft verdedigt hij zich door in de tegenaanval te gaan – op Coen, die er ook niks aan kan doen en alleen maar heeft opgeschreven wat hij heeft gezien en gehoord.
Als recensent heeft Peppelenbos dus het gelijk aan zijn zijde. Maar dat Bart reageert op een aanval op zijn persoon, is volkomen te billijken – ook al reageert hij niet op de juiste aanvaller. Allebei gelijk dus. Kom op heren: samen de pijlen richten op de juiste personen.

Kanttekening 3
Het punt dat leidt tot de meeste over en weer vliegende onaangenaamheden, culminerend in een scheldstuk van Droog op De Contrabas.
Peppelenbos: ‘Wat betreft Winterschrift: ik heb dat destijds anders opgevat. Je opmerking bij TV-Noord (zit wel in de film) heb ik als ironie opgevat.’
Dit is een problematisch punt: in de documentaire zit over deze kwestie uitsluitend het TV-Noord fragment, en de opmerking van Droog in dat fragment zou inderdaad kunnen worden opgevat als zijnde ironisch. Maar! Peppelenbos verwijst in zijn recensie naar de werkelijkheid van buiten de documentaire: naar zijn ervaring en herinnering. Dus hier heeft Droog het volste recht om zich te verdedigen met behulp van bewijsstukken die niet in de documentaire zitten. En dat doet Bart dan ook: ‘Wat Winterschrift/Winterschifting betreft: blijkbaar heb je jaren opgewonden over waandenkbeelden. Sneu voor jou – maar niet iets wat je mij kan kwalijk nemen.’
Hier wordt Coen wat vals: ‘kijk de krantenberichten uit die tijd maar na. Ohlsen voert steeds het woord, maar jullie hoorden steeds bij zijn, in mijn ogen, ondermaatse aanval op de bestaande festivals. Een schaamteloze, maar gelukte poging, om jezelf te programmeren.’
Bart: ‘toon de relevante passages maar eens waaruit blijkt dat “wij” deel uitmaakten van wat Ronald Ohlsen eind 1997/begin 1998 nastreefde. Die passages kan je niet tonen, want die bestaan niet.
Sterker nog – na raadpleging van mijn eigen archief vond ik artikelen uit de Vera Krant, waaruit blijkt dat ik in die dagen niet bepaald fan was van Winterschifting en dat ik daarom in Muziekcafé Koekkoek een alternatief programma (jawel, een alternatief voor een alternatief) neerzette, onder de naam “Nacht der geschiften”. Dat uiteindelijk, net als Winterschifting, door Winterschrift ingekaderd werd.
Maar om een alternatief voor een alternatief een “ondermaatse aanval op de bestaande festivals” te noemen is te zot voor woorden. We hadden toen al veel bij festivals opgetreden, we traden toen veel op – kortom, je verkondigt in deze een waanidee.’
Coen: ‘Fijne herschrijving van de geschiedenis.’
Bart: ‘Als je dat echt wil copy/paste ik hier de relevante passages uit de Vera-Kranten eind 1997/begin 1998 af. Want wie hiér aan geschiedvervalsing doet ben jij.
Nogmaals: als je zo zeker bent van je zaak, laat de relevante krantenberichten maar zien. Dat kan je niet, want die bestaan niet.’
En Coen weer: ‘Nonsens. Jij zat in het kamp Ohlsen. Kijk het archief van het Dagblad van het Noorden (Nieuwsblad van het Noorden) maar na. Er komt heibel en wie komen er optreden: juist. Dat Winterschrift Winterschifting inkaderde lijkt me ook niet helemaal juist. De pers (NvhN en de Groninger Courant) was toen erg tegen Winterschrift en greep elke kans aan om kritiek te leveren. Een deel van de tactiek om dat te veranderen was door de mensen die kritiek leverden toe te laten tot Winterschrift. If you can’t beat them, join them. Zo is het gegaan. Jij zat niet in het kamp van verdedigers van Winterschrift, ondanks dat fragment van RTV Noord.’
Hierop besloot Bart de botte bijl te hanteren en hij schreef een scheldkanonnade die hij publiceerde op De Contrabas. Dit stuk schoot mij in het verkeerde keelgat, en ik reageerde: ‘Vanwaar deze toon, dit schuimbekkend van krankzin uithalen naar de persoon van de recensent? Discussiëren op basis van argumenten, dat is wat ik verwacht op een literaire site; niet deze schofterige GeenStijl-toon.’

[Intermezzo: Na afloop van de première van Bliksem & Betonrot sprak ik uitgebreid met Bart – we hadden elkaar jaren niet gezien: Bart woont al een aantal jaar in de provincie en ik kom nauwelijks de stad uit, ik vind Haren al ver – en tijdens dit uitermate gezellig samenzijn (voor de goede orde: hier is geen sprake van ironie) gaf Bart toe dat zijn column wellicht wat puberaal was, maar dat hij even stoom had moeten afblazen.]

En toen werd het stil – terwijl ik juist erg benieuwd was naar hoe het nu zat. Dus benaderde ik zowel Bart als Coen met het verzoek om informatie over deze kwestie. Bart zond mij een grote hoeveelheid materiaal waaruit bleek dat hij zich juist afzette tegen het door Coen zo gelaakte initiatief van Ohlsen. Onder die teksten ook een ingezonden brief in het Nieuwsblad van het Noorden. Uit deze brief: ‘Overigens was Winterschifting géén idee van Ronald Ohlsen alleen: ook Eddy Koekkoek en Hielke Wenselaar stonden aan de wieg van dit “alternatieve” festival. Het grote idee erachter was literatuur terug in de binnenstad te brengen. De aangehaalde “feiten” dat op vorige Winterschrift-edities jongere schrijvers nagenoeg ontbraken en dat alles te “elitair” was, verwijs ik naar de prullenbak, simpelweg omdat dit leugens zijn. Lees er de programma’s van voorgaande jaren maar op na. Met andere woorden: meneer Ohlsen is een blaaskaak die niet van wanten wil weten.’
Ook Coen stuurde mij – heel sportief – die op 7 februari 1998 in het Nieuwsblad gepubliceerde brief van Droog. Hij schreef daarbij: ‘Zo langzamerhand denk ik dat ik Bart wel een klein beetje tegemoet moet komen. Hij was inderdaad niet een van de mensen die actief in de kranten opriep tot een tegenfestival (alhoewel hij er later wel bij betrokken was).’
Kortom: op dit punt geven de feiten (en, enigszins schoorvoetend, Coen Peppelenbos) Bart FM Droog gelijk.

Algemene conclusie:
De recensie van Peppelenbos is een integere recensie, die correct weergeeft welk beeld oprijst uit de film – ondanks Coens uit de bocht vliegen waar het “de kwestie” Winterschifting betreft.

[Ik heb er een droge bek van gekregen, van al dat gebetoog. Tijd voor een pilsje. Bart en Coen, proosten jullie mee – en ook met elkaar?]


woensdag 31 augustus 2011

Goeie discussie!

Op de Groninger Internet Courant (“Voor Stad en Ommeland. De feiten die tellen. Sinds 1997.”) een zeer bevredigend potje PVV’ertje-pesten gespeeld:












(wordt eventueel hier vervolgd)

dinsdag 30 augustus 2011

Die Toffe Gasten live on line




GRONINGEN – Noorderzon is achter de rug, net als Bommen Berend. Er is in Stad dus even sprake van rust. Tijd voor een terugblik, voor nog even nasudderend genieten van het schone dat achter ons ligt. Daarom hier de registratie van de voorstelling Dokter Bernhard en dokter Manfred en dokter Utker. Die Toffe Gasten live on stage op 25 augustus 2011. Voor een uitverkochte tent. Waarschuwing: het eerste filmpje is nogal stompzinnig, dus eigenlijk geheel in de geest van de optredende artisten, omdat de geprojecteerde teksten niet leesbaar zijn – gelukkig werd dit euvel snel onderkend en lijdt de rest van opnames hier niet onder.






woensdag 24 augustus 2011

Opmerkelijk

Dit hadden we ter redactie nog nooit gehoord. Ja, het nummer Stand by me kenden we natuurlijk wel. En de zanger ook, maar dan voornamelijk in een andere rol. Een verrassende combinatie. Een talent dat hij dus wel heeft laten liggen. Is lang niet slecht. Nou ja, enjoy.

vrijdag 12 augustus 2011

Sumo Schilt



Hoewel we geen Sumo-liefhebbers zijn, vonden we het toch uitermate spannend en dus willen we het de bezoekers van Kortsluiting niet onthouden: afgelopen april was er in Japan een tv-show, waarin beroemdheden het tegen elkaar opnamen in de Sumo-ring. Eén van de deelnemers: viervoudig K-1 wereldkampioen Sem Schilt uit Zuidlaren. Het betrof een achtmanstoernooi, de winnaar ervan mocht vechten tegen Sumo-legende Akebono.

Akebono is ook bij K-1-fans bekend: hij vocht enkele partijen, maar al gauw was duidelijk dat hij aanmerkelijk meer talent voor Sumo had dan voor K-1. En nu we het toch over K-1 hebben: nog steeds heeft de nieuwe eigenaar van K-1 geen officiële mededeling gedaan over de World Grand Prix 2011, waarvan de Laatste Zestien in oktober gehouden zou moeten worden. Geruchten genoeg, maar nog steeds geen zekerheid – reden voor Simon Rutz, directeur van It’s Showtime, om gisteravond laat het volgende bericht de wereld in te helpen: “Today i make myself a promise; when the K-1 don’t fix there problems before the end of this month, i organize this year a big big IT’S SHOWTIME event in the Netherlands!” Hoe graag we ook zo’n evenement zouden willen bezoeken, nog grager zien we de K-1 WGP 2011.

Terug naar de tv-show in Japan. Zal Schilt de eer van K-1 hoog weten te houden tussen body builders, MMA-vechters, de sterkste man van Japan en worstelaars? En maakt hij een kans tegen Akebono? Gaat het zien. Sumo Schilt is de lange bleke man in het sexy rode broekje.




donderdag 11 augustus 2011

Denkend aan Stefan

Een zelfontspanner van het merk masturbant is nooit grappig.

zaterdag 6 augustus 2011

Een dagje naar de stad


Regen.
De zendeling voor het Centraal Station gaat gewoon door: ‘Jezus geeft je vrede. Jezus geeft je liefde.’
Langslopende Amsterdammer: ‘Als ie me nou een paraplu geeft.’

woensdag 3 augustus 2011

Literaire Trotski Quiz (54)



[Illustratie: Bob Row (website: hier).]


Geen goede oplossing bereikte de burelen van Kortsluiting. De juiste inzending had moeten luiden: Bart Holsters – Geld maakt niet gelukkig (A.W. Bruna & Zoon, Utrecht/Aartselaar 1986), pp. 137-138.
De nieuwe opgave:
1. welke journalist en romancier schreef onderstaande regels; en
2. aan welke oorspronkelijk Nederlandstalig werk werd onderstaande passage ontleend?

Met zijn historische mythen en pathetische symboliek verwierf Eisenstein meer roem buiten de Sovjet-Unie dan onder de communistische leiders. De avant-gardefilmers van Duitsland, Frankrijk, Italië, Engeland en Japan bewonderden Staking en Pantserkruiser Potjomkin en bekeken Eisenstein als een welhaast bovenmenselijke figuur. Maar Stalin had weinig op met de regisseur omdat hij geen films maakte ‘die door miljoenen begrepen konden worden’. Heimelijk had Stalin een voorkeur voor westerns en Hollywoodproducties.
Oktober werd fel bekritiseerd in de partijbladen vanwege de ‘formalistische’ preoccupaties met montage, het gebrek aan individuele helden, de houterige acteur die Lenin speelde – een fabrieksarbeider – en vanwege het feit dat Trotski, de militaire leider van de Oktoberrevolutie, erin voorkwam. Trotski was door Stalin uit de partij gezet en in de ban gedaan; sindsdien had Trotski voor Stalin nooit bestaan. Stalin vatte het als een persoonlijke belediging op dat hij in de film een heroïsche rol vervulde. De partijleiders vonden dat Eisenstein nog veel te wéínig loog, de scène met Trotski werd uit de film gesneden.
Tijdens de opnamen van het tweede deel van
Ivan de Verschrikkelijke kreeg Eisenstein het in 1948 opnieuw aan de stok met Stalin. De regisseur diende alle wensen van de partijleider te honoreren, waardoor het eindresultaat sterk verschilde van de film die hem voor ogen stond.
Sergej Eisenstein overleed in hetzelfde jaar aan een hartverlamming, vijftig jaar oud. Uiteindelijk deelde Stalin hem in bij de Joden – Eisenstein, Mandelsjtam, Chagall – die de ‘lelijke vervormingen van de avant-garde’ op hun geweten hadden.

zaterdag 30 juli 2011

Sprookje

En ze liefden nog lang en gelukkig.

donderdag 21 juli 2011

Samoeraizwaard

Wanneer de Mathenesserbrug openstaat om er een binnenvaartschip door te laten, dan drommen auto's, brommers, fietsers, scootmobiels en voetgangers aan weerszijden van de ophaalbrug samen, gelaten wachtend tot ze hun reis kunnen voortzetten.
Wanneer de brug langzaam begint te dalen, krijg ik een welhaast onbedwingbare kriebel in mijn donder. Het voelt alsof er een slagveld begint. Ik moet de neiging onderdrukken naar de voetgangers aan de overkant te stormen om er op los te beuken. Gelukkig laat ik mijn samoeraizwaard altijd thuis.

maandag 18 juli 2011

Vereniging Martijn verbieden?


[Het betreft hier een uiterst gevoelig onderwerp, dus voor alle duidelijkheid: Karel schreef dit.]

En opeens is er een nieuw kwaad ontdekt: de pedofiel. Binnen no time had een petitie die pleit voor het verbieden van Vereniging Martijn meer dan de veertigduizend voor een burgerinitiatief vereiste ondertekenaars, waardoor de Tweede Kamer na het zomerreces gaat praten over een eventueel verbod van deze vereniging van en voor pedofielen. (De uit slechts enkele zinnen bestaande petitie barst trouwens van de feitelijke onjuistheden, maar dat is niet waar het hier om gaat – al maakt het wel duidelijk dat de opstellers en ondertekenaars zich niet interesseren voor feiten maar slechts voor onderbuikgevoelens.) Dat Kamerdebat in september zal verheffende taferelen gaan opleveren: om niet bij elkaar achter te blijven of voor elkaar onder te doen zullen woordvoerders van alle partijen zich in niet mis te verstane bewoordingen uitlaten tegen pedofielen, pedoseksuelen, kinderverkrachters en makers en verspreiders van kinderporno; daarbij voor het gemak al deze categorieën aan elkaar gelijkstellend.
Het is natuurlijk bijzonder ernstig wat hier gebeurt: men wil Martijn verbieden vanwege de ideeën die de vereniging uitdraagt. En hoe abject je die opvattingen misschien ook mag vinden, dat mag nooit een reden zijn om over te gaan tot een verbod. Als de vereniging strafbare feiten zou plegen, dan kan er via het strafrecht worden opgetreden – vooralsnog is hiervan geen sprake; sterker nog: het Openbaar Ministerie heeft nog zeer onlangs onderzoek gedaan naar de vereniging en geen aanleiding gevonden om tot vervolging over te gaan.
In een interessante discussie die ik hierover laatst had met een weldenkend iemand die ertoe neigt om in te stemmen met een verbod, werd mij duidelijk dat dat standpunt kan voortkomen uit nog iets anders dan alleen maar burgerlijk onbehagen over de ideeën van Martijn; dat het samenhangt met het ontkennen van de aanwezigheid van seksuele gevoelens bij kinderen. Ik merkte op: “Natuurlijk zit je met het probleem dat er altijd sprake is van een scheve machtsverhouding bij contacten tussen volwassene en kind, en zul je daarin altijd de kant van het kind moeten kiezen; ik geloof echter niet dat zo’n contact per definitie slecht is voor het kind. Vaak wel, maar lang niet altijd.”
Het antwoord luidde: “Waar baseer jij op dat zo’n contact niet per definitie slecht is voor een kind? Ik geloof namelijk terdege dat zo’n contact per definitie slecht is voor een kind, zeker ook voor een kind van 12. Ik weet niet waar jij je mee bezighield toen je 12 was, maar in mijn geval was dat met soldaatje spelen, transformers en technisch lego en zeker niet met seks met (of gevoelens voor) iemand van drie of vier keer mijn leeftijd. Het lijkt me dat de scheve verhouding (jij noemt het machtsverhouding maar ik zie het ruimer dan alleen macht) voor het kind ook niet valt in te schatten.”
Ik: “Ik baseer dat op mijn eigen ervaring (als kind). Ik heb er nu geen tijd voor, maar zal in de loop van het weekend een uitgebreider stuk daarover schrijven op mijn weblog.”
Daarom hieronder een autobiografisch fragment uit mijn (nog) niet gepubliceerde roman De hoofdpersoon:

Dat ik blij ben dat de kinderverkrachter van Chick gepakt en veroordeeld is, wil natuurlijk niet zeggen dat ik ontken dat kinderen seksuele gevoelens hebben (verkrachting heeft immers niets met seks te maken, maar alles met macht en geweld), of dat ik geloof dat pedofilie of pedoseksualiteit per se schadelijk zijn voor een kind. Wat het eerste betreft: als jongetje van tien kocht ik regelmatig de Candy, tijdens het doorbladeren van welk periodiek ik mijn onbehaarde zakie streelde tot menig zaadloos orgasme. Die “seksboekjes” verkreeg ik op slinkse wijze: ik schreef, in schuinschrift, een briefje waarin ik mij uitgaf voor mijn invalide vader, die zelf niet in staat was naar de winkel te komen en derhalve verzocht aan mij de nieuwe Candy mee te geven. Dat briefje ging samen met geld in een envelop en vervolgens over de toonbank. Mijn bij tijd en wijle bijzonder geestige vader, die maar één arm had, zei toen hij hierachter kwam: ‘Wat misselijk om mijn invaliditeit te misbruiken.’ Verder maakte hij er geen woord aan vuil. Wel wilden hij en mijn moeder graag mijn verzameling pornoblaadjes lenen. Pas later begreep ik waarom: toen ik het stapeltje terugkreeg hebben ze me uitgebreid op het hart gedrukt dat wat in die tijdschriften stond alleen maar seks was, en dat het niets te maken had met liefde. Daarna zijn ze er nooit meer op teruggekomen.
Seksueel getint lichamelijk contact met een volwassene had ik toen ik een jaar of twaalf oud was. Om te oefenen voor een muziekuitvoering in een tehuis voor mongolen, waren een vriendje en ik thuis bij de (niet mongoloïde) organisator van die avond – een man van rond de dertig denk ik, maar in ieder geval: een zwaar volwassen vent. Hij liet ons allerlei oosterse dolken en zwaardachtige dingen zien, onderwijl opscheppend over de gevaarlijke vechtsport die hij beoefende. Wij vonden het allemachtig stoer. Dus toen de man zei dat het bij zo’n zware sport belangrijk was om je spieren goed los te maken, en dat dat het beste kon middels massage, wilden wij natuurlijk graag zo’n massage ondergaan. Binnen de kortste keren lagen we op onze buik op bed, met slechts een onderbroekje aan. Op een gegeven moment vertelde de masseur dat de spieren uit de bovenbenen doorliepen in de billen, en dat hij beter zou kunnen masseren wanneer we onze broekjes uitdeden. Mijn vriendje wilde dat niet – op hem werd verder ook geen enkele druk uitgeoefend. Ik daarentegen verklaarde me onmiddellijk bereid. Het enige waar ik me zorgen over maakte, was dat de echtgenote van onze masseur misschien de slaapkamer zou binnenstappen – niet omdat ik het idee had dat er iets gebeurde dat niet mocht, maar omdat ik niet in mijn blote kont voor een vreemde vrouw te kijk wou liggen. Nadat mij verzekerd was dat ze de eerste uren niet thuis zou komen, ontdeed ik mij van mijn onderbroek. Pas jaren later begreep ik als lustobject voor de man gediend te hebben, maar ik heb daar nooit moeite mee gehad: ik een fijne middag, want deelgenoot in een stoere mannensport, en hij een fijne middag, teder mijn jongensbillen knedend. Kortom: samen blij, niks mis mee lijkt me. En dat hij niet eerlijk was: ach – waarschijnlijk was ik me rot geschrokken was hij het wel geweest, en wie weet had ik daarvan dan wel last ondervonden.

zondag 17 juli 2011

Wit hart en zwarte tong

Ik kijk verder dan mijn neus lang is, daarom steek ik
liever mijn tong in andermans zaken. De tong is
erg gevoelig en het aanraken van andermans
zaken kan erg opwindend zijn. Cupido en
liefde zijn andermans zaken. Ik heb een tong als
een scheermes. Mijn tong is een beest, als je het vrijlaat
zal het bijten. Jouw zaken branden op mijn tong. Ik
spendeer mijn tijd in het opsporen van andermans
fouten. Persoonlijke zaken. Een traan droogt immers
snel, vooral bij andermans rampen. Ik stimuleer
graag de groei van bitterheid in andermans hart. Een
wens die uit moet komen omdat ik je schoenveters
strik. Leg daarom je witte hart op mijn tong en smelt.

Madurodam

Niemand in het restaurant
heeft ooit van een eierbal gehoord.

donderdag 14 juli 2011

Levenscyclus vanaf de top van de voedselketen

vanuit restaurant Vis aan de Maas te Rotterdam

Begin met het geven van namen aan je huisdieren.
Noem je hond koekje, je papagaai manna.
Noem je vissen fruit uit de zee en noem je konijn kerstdiner.
Maar noem het lam Hans.
Mest alles op vier poten vet behalve de tafel waarvan je het eet
en geef Hans visioenen van overvloedige schepschotelpeperkoek.

We're loving it, want daar gebeurt het.

Je kinderen hoeven nooit meer zonder overgewicht te leven.

Betaal tenslotte de leverancier uit Hamelen
met hun zoete bloed.

woensdag 13 juli 2011

overspel

mijn vrouw bakt taarten
en organiseert fancy fairs in de kerk

zaterdag 9 juli 2011

Net goed

In de aanbiedingenbak bij V&D – tot 70% korting! – ontdekte ik vanmiddag: de vijf-dvd-box “ik-weet-niet-hoeveel jaar André”. Hebbes! dacht ik. Op weg naar de kassa om het kostbaar kleinood af te rekenen, zag ik opeens dat het om Rieu ging en niet om Van Duin.

vrijdag 8 juli 2011

Gastmaal

Het gastmaal werd gehouden in het park. Tijdens het dessert raakte ik in gesprek met een man die beweerde dat zijn volk in vroeger eeuwen oorspronkelijk vier armen, vier benen, twee ruggen en twee gezichten hadden. Ik twijfelde of ik de beste man voor gek moest verklaren ofwel in lachen mocht uitbarsten om de goede mop. Nadat de man klaar was met zijn verhaal spreidde hij de vleugels op zijn rug en vloog weg. Ik heb hem nooit meer gezien.

donderdag 7 juli 2011

Raar

Je wordt wakker. Ogenschijnlijk zoals altijd, er gaan dan ook geen alarmbellen af. Je start je computer op en bemerkt dat hij het niet meer doet. De harde schijf zal wel weer gecrasht zijn. Je besluit je e-mail te checken in een internetcafé, maar daar werkt je hotmailaccount niet. Als je gaat informeren aan de balie, zegt de man: 'Hotmail? Dat is toch al eeuwen geleden in onbruik geraakt?' Pas dan bemerk je dat je twee verschillende sokken hebt aangetrokken.

vrijdag 1 juli 2011

Klavertjevier

Niets gaat vanzelf, maar toen ik eindelijk besloot om zelf op zoek te gaan naar een klavertjevier, bleken ze allemaal reeds gevonden. Ik bekloeg me bij een persoon die er eentje in zijn bezit had. Hij vond dat ik niet besefte hoe gelukkig ik mezelf mocht prijzen.
'Heb je er wel bij stilgestaan hoeveel onderhoud zo'n klavertjevier vergt om het in ordentelijke staat te behouden?' vroeg de persoon. 'Het is zinvol werk, maar ik kan het me niet permitteren om de aandacht te verslappen. Alle andere dingen schieten erbij in.'
Of die andere dingen dan ook de moeite waard zijn wist die persoon niet te vertellen.

donderdag 30 juni 2011

Etiquette

Nederlanders zijn een bot volk. Niet zelden bestellen zij in een bar met de frase: 'Ik wil een biertje.' Of het nog afgemetener: 'Bier!' Ik vind dat niet stijlvol en bestel derhalve altijd met de vraag: 'Mag ik wel een biertje?' Dat zorgt nog weleens voor gelazer. Er is altijd wel een bargriet die dan namelijk zegt: 'En als ik nu nee zeg.'
Ik antwoord dan steevast: 'Dan houd het op, hè. Dan zie ik mij genoodzaakt om naar een ander etablissement te verkassen alwaar ze wel willen voldoen aan mijn wensen. Wat dan wel weer inhoudt dat u baas inkomsten derft. En nu bier schenken, tuthola. Vort.'
Niet zelden geraak ik met zo'n uitspraak in de problemen. De vriend van de bargriet zit namelijk vrijwel altijd op de hoek van de bar en kan mijn antwoord niet anders dan gehoord hebben. Als nobele heer moet hij het dan wel opnemen voor zijn vriendin. Dat loopt dan altijd uit op heibel en een handgemeen. Dan moet ik dus het hoofd van die vriend weer enkele malen op de bar stoten en daarna als overwinnaar de bargriet, hard maar teder, te grazen nemen.
Wat ik maar wil zeggen: het belang van etiquette valt niet te onderschatten.

woensdag 29 juni 2011

K-1 WGP 2011 gaat door!


Uit welingelichte bron (zo heet dat), van een persoon die zo dicht bij het vuur zit dat het haast niet anders kan of zijn wenkbrauwen zijn geschroeid, van een direct betrokken partij dus, hoorden we het volgende grote nieuws: de K-1 World Grand Prix 2011 gaat door!
Vrijwel niemand had het voor mogelijk gehouden, maar het is zo goed als zeker: begin oktober de K-1 WGP Final Sixteen – in China. Het is nog niet officieel, maar de K-1 is aan het herfinancieren en dat die herfinanciering zo goed als rond is kunnen we opmaken uit het feit dat de vechters al benaderd zijn door de K-1 organisatie. In de eerste helft van juli zal de K-1 dit nieuws naar buiten brengen.
Het wordt natuurlijk wel een beetje raar: de Laatste Zestien zonder voorafgaande kwalificatietoernooien, oftewel: acht wildcards. Maar laten we daarover niet zeuren en blij zijn dat de K-1 World Grand Prix ook dit jaar gehouden wordt.
Geplaatst voor de Final Sixteen zijn de deelnemers aan de Final Eight van vorig jaar: Mighty Mo, Peter Aerts, Semmy Schilt, Kyotaro, Gökhan Saki, Daniel Ghiţă, Alistair Overeem en Tyrone Spong.
Dat Peter Aerts zal meedoen is zeer onwaarschijnlijk: hij kondigde na de Laatste Acht van vorig jaar aan alleen nog enkele gevechten te zullen doen, omdat hij te oud werd voor toernooien.

zaterdag 25 juni 2011

Lijnen

‘Hij is inmiddels ruim vijfentwintig kilo kwijt. Dat is niet alleen knap, maar ook goed voor zijn zelfbeeld: de klit wordt weer een piemeltje, zeg maar.’

woensdag 22 juni 2011

Als een hond met zeven lullen


En wie is er apetrots op zichzelf omdat hij twee “vergeten” gedichten van Vaandrager heeft ontdekt? Juist!

dinsdag 21 juni 2011

Literaire Trotski Quiz (53)


Die was snel opgelost zeg! We hebben het over de vorige quizronde, die al was afgelopen haast voordat hij begonnen was. Voor de controleurs onder onze bloglezers volgt hier de exacte vindplaats: E. du Perron – [Brief aan Menno ter Braak] 5 februari [1934]. Uit [eigenlijk: Van]: http://www.mennoterbraak.nl/tekst/braa002brie21_01/braa002brie21_01_0539.php
Gaan we nu over tot de nieuwe opgave. Een citaat uit een thriller, stammend uit de tijd dat de term literair nog niet zo aan inflatie onderhevig was als tegenwoordig, nu zelfs het meest onbeholpen geschreven spannende verhaaltje het epitheton “literaire thriller” meekrijgt. Ook het boek waaruit onderstaande tekst gelicht werd zouden we hier ter redactie geen literatuur willen noemen, wegens het ontbreken van de zogenaamde “diepere laag”, maar het is wel goed geschreven – zoals op te maken valt uit de geciteerde passage.
De vragen:
1. aan de pen van welke detectiveschrijver ontvloden onderstaande regels; en
2. aan welke oorspronkelijk Nederlandstalige roman (een thriller volgens het voorplat) werd onderstaande alinea ontleend?

Mijn eerste vermoedens dat het huwelijksbootje weldra op de klippen zou lopen, ontstonden toen Gerda een fase van sociale bewogenheid doormaakte, wat leidde tot een proletarische romance met een authentieke mao-stalinistische Antwerpse dokwerker. Dat hij met mijn vrouw sliep kon mij niet veel schelen, want ik geloofde nog in het Open Huwelijk, dat toen ook in de mode was. Let wel, jaloersheid was mij vreemd, maar het vervelende was dat die kerel vreselijke tafelmanieren had – hij bleef vaak eten – voortdurend Elvisplaten draaide en oeverloos marxistisch-leninistisch zeurde. Mijn tegenoffensief, opgebouwd uit ondermijnende menu’s (‘Vanavond eten we goelag’) – als geëmancipeerde detective zonder klanten had ik regelmatig keukencorvee – en snedige opmerkingen over het Partijcongres van 1956, boekte weinig resultaten, tot ik een portret van Trotski boven het bed hing. Het werkte als knoflook tegen een vampier.

woensdag 15 juni 2011

Omtrent C.B. Vaandrager

Na hard doorwerken tijdens de pinksterdagen is het af en ingeleverd: een door de Groninger Kortsluiting-redacteur geschreven lang artikel over zijn literaire held Cornelis Bastiaan Vaandrager. Over onze literaire held C.B. Vaandrager (1935-1992). Het stuk zal verschijnen in een tijdschrift-in-boekvorm dat Uitgeverij Passage eind augustus presenteert: ‘Boterdiep 117. eenmalig literair tijdschrift’; ISBN 97890 5452 2362; 15 x 23 cm ingenaaid; ca. 160 pagina's; verkoopprijs € 10,00.
Over de inhoud van ‘Boterdiep 117’ weet de Kortsluiting-redactie niet meer dan dat er naast bovengenoemd artikel van de redactie-Groningen ook een verhaal van de redacteur te Rotterdam geplaatst wordt. Uitgever Anton Scheepstra: “Mijn bedoeling is om de komende dagen langzamerhand met meer nieuws naar buiten te komen. Waarvoor men dan het boekenlezers-weblog leze.”

Om terug te komen op C.B. Vaandrager: in het door Coen Peppelenbos samengestelde onovertroffen overzicht van dichters op you tube ontbreekt onze literaire held. Gelukkig ontdekte de Rotterdam-redactie een zeer onlangs geplaatst filmfragment van Frans Vogel en Cor Vaandrager. Het zijn de laatste bewegende beelden van Vaan. (Voor eerdere beelden, namelijk de door Hans Verhagen gemaakte documentaire ‘De nieuwe Rotterdammer (C.B. Vaandrager)’ uit 1973, zie hier - rechtsboven.) In het filmpje zien en horen we hem voorlezen, en wel het gedicht ‘Writers at work’ uit zijn debuutbundel Met andere ogen.

vrijdag 10 juni 2011

Gevecht van het jaar


Ons ter ore kwam het gerucht dat op 11 september 2011 in Amsterdam het gevecht zal plaatshebben: Daniel Ghiţă vs. Badr Hari. Op K-1-regels. Daar het met de dag waarschijnlijker wordt dat er dit jaar geen K-1 World Grand Prix zal worden gehouden, i.v.m. ernstige financiële problemen van het Japanse FEG, de organisator van de K-1 WGP, lijkt Ghiţă vs. Hari het gevecht van het jaar te worden.
Gebrand op zekerheid vroegen we It’s Showtime-directeur Simon Rutz of het gerucht op waarheid berust. Rutz: ‘Ghiţă vs. Badr is nog lang niet zeker, het hele evenement trouwens nog niet.’ Het evenement, dat is It’s Showtime in de ArenA – als organisator van dat gala houdt Rutz natuurlijk een slag om de arm, gezien de anti-vechtsport opstelling van burgemeester Van der Laan.
Dus ook maar even de trainer van Ghiţă benaderd, Anil Dubar. Die meldt: ‘11 september staat zo goed als vast voor de partij van het jaar, Badr Hari vs. Daniel Ghiţă. Oorspronkelijk zouden ze 24 september vechten in België en ook was er interesse vanuit Roemenië om die partij daar te doen. Ze zijn uiteindelijk op 11 september uitgekomen. In Amsterdam. Ik ga in ieder geval alles uit de kast halen om deze pot te winnen, dus Badr mag zijn borst echt nat maken.’
Kijk, dat is goed nieuws. Als liefhebbers van de sport én fans van Daniel Ghiţă zien we reikhalzend uit naar deze partij. Maar first things first: morgenavond, 11 juni, vecht Ghiţă in Warschau tegen Erhan Deniz. We hopen dat Ghiţă daar Deniz de oren wast, liefst niet al te zachtzinnig. Anil Dubar: ‘Als trainer zijnde moet je altijd voorzichtig zijn met voorspellingen van partijen van je pupil. Maar één ding probeer ik te beloven: Deniz gaat niet drie rondes uitvechten tegen Ghiţă.’ We gaan het zien, via de livestream, morgenavond om 21.00 uur; hier nog te bestellen voor €10,=. En wie heeft meegekregen dat hij de vorige keer niet werkte en zich afvraagt: maar durf je dat dan nog een keer aan? Jazeker, dat is keurig afgehandeld door It’s Showtime: niet alleen heb ik mijn tien euro teruggekregen, maar bovendien – als goedmakertje – de livestream van morgen voor niets. Zo zie je maar weer: organisatoren van vechtsportgala’s zijn zo slecht nog niet. Zoals ook de (meeste) fans en vechters niet voldoen aan het vooroordeel dat het ongeciviliseerde primaten zijn. Koen Scharrenberg formuleert het als volgt in het juni-nummer van Ringsports: “Met dank aan pionier Eurosport, die onder aanvoering van met name karate- en kickbokskampioen Fred Royers en in zijn kielzog Ronald ‘The Voice’ Wustenberg heel veel goed heeft gedaan. De buitenwereld was waarschijnlijk na de eerste uitzendingen op Eurosport verbaasd dat die commentatoren normaal en beschaafd konden praten. Net zoals ze waarschijnlijk omvielen toen bleek dat vechtsporters rechtop lopen en zelden tot nooit op hun handen trappen als ze zich voortbewegen.”
De fightcard voor morgen in Warschau:
-77 kg: Errol Koning (Nederland) vs. Murthel Groenhart (Suriname)
-95 kg: Revanho Blokland (Nederland) vs. Marc Vlieger (België)
-73 kg: Hafid El Boustati (Marokko) vs. Piotr Woźnicki (Polen)
It's Showtime 95 MAX Wereldtitelgevecht: Danyo Ilunga (Congo) vs. Nenad Pagonis (Servië)
-70 kg: Rafał Dudek (Polen) vs. Michał Głogowski (Polen)
Zwaargewicht: Daniel Ghiţă (Roemenië) vs. Erhan Deniz (Turkije)

vrijdag 3 juni 2011

Noomen est Oomen

RUG-dichter Joost Oomen bedacht een fraai project om poëzie onder de aandacht van een groot publiek te brengen: in de nacht van donderdag 2 op vrijdag 3 juni stuur ik zeventig studenten op pad met een dichtbundel en een pak stoepkrijt; het is de bedoeling dat ze dan de hele binnenstad van Groningen onderkalken met gedichten.
Terugfietsend van een werkbespreking met een collega-poeet, zag de Groninger Kortsluiting-redactie in de Herestraat enkele jongens op de knieën, fanatiek krijtend. Verderpeddelend zag hij overal op stoepen gedichten staan. Een fijne actie, dacht hij nog, vooral toen hij voor het huis van zijn corpsballenburen een welgekozen tekst aantrof van Bertolt Brecht. Zoekend naar zijn sleutels zag de redacteur uit een ooghoek ook voor zijn eigen deur wat staan: een gedichtje gesigneerd “S.L.”. Gezien de inhoud dacht hij, heel even, te maken te hebben met een grap van stadsdichter Stefan Lieuwenhuis, maar omdat hij net bij de stadsdichter vandaan kwam, waar hij de hele avond gezeten had, aldus de man een waterdicht alibi verschaffend, kon hij niet anders dan concluderen dat het een tekst van Sacha Landkroon betrof. Hij opende zijn voordeur en stapte de gang in, denkend: een leugenachtig tekstje, want Sacha Landkroon vindt mij helemaal niet kut – en terecht.