
In het titelgedicht verhaalt Deelder, met een tsunami aan herhalingen, over de gebeurtenis die ertoe leidde dat hij permanent een ruis in zijn linker oor hoort. Hij schoot met een alarmpistool van Duitse snit tijdens de opening van een popfestival in het Zuiderpark. Het pistool hield hij te dicht bij zijn hoofd. Het eind van het gedicht heeft echter een opmerkelijke twist, of chute zo je wilt. Daar krijgt plotseling Geert Wilders een sneer.
[...]
of leven... leven... misschien is
LEEFDEN in dezen meer op z'n
plaats nu de Verlosser van Venlo
het veld heeft betreden die het
debiele deel van de natie een
oor aannaait met loze kreten
waar de honden geen brood van
lusten
[…]
– maar gék wor-
den...? Ik? Ik dacht het niet
althans niet van zo'n ruisch
of piep... Van die paardenlul
uit Venlo weet ik het zo net
nog niet)
Of die feeks uit Venlo het verdient om opgenomen te worden in een gedicht? Dat lijkt me niet, aangezien dat aandachtsgeile schimmelpiemeltje niets op heeft met om het even welke cultuur (behalve allicht om te misbruiken in de rechtbank). Maar in de literatuur mag alles, dus het zij zo. En die kanttekening daargelaten: Ruisch is een aanrader voor iedereen die zichzelf niet tot het debiele deel der natie rekent.
1 opmerking:
Inderdaad een fijne bundel, maar wel erg wisselend van kwaliteit.
Een reactie posten