Ouwelullensentimentaliteitstour – mooi scrabblewoord dat precies aangeeft wat ik de afgelopen twee dagen in Haarlem en Bloemendael deed. Aanleiding tot de trip naar de stad en het dorp van mijn jeugd was een tentoonstelling over Godfried Bomans, held van De Verloofde die ook mij niet onberoerd laat (Bomans bedoel ik). Na het inchecken bij de bed & breakfast aan de Raamsingel, in het hartje van Haarlem, togen wij naar de Groote Markt, waar we in de Hallen, aan de voet van de Grote of Sint-Bavokerk, genoten van schilderijen van Bomans (dat wil zeggen: hij figureert erop), van televisieoptredens op bioscoopfilmformaat geprojecteerd, van handschriften, foto’s, radio-optredens, originele illustraties en alles wat ik hier vergeten ben; alleen de composities hebben we niet beluisterd – om de één of andere reden hadden we allebei geen groot vertrouwen in de toondichtkwaliteiten van Bomans. Wellicht ten onrechte, maar dat zij dan maar zo.
Na het bezoek aan deze verrukkelijke tentoonstelling, want dat was het, namen we plaats op het terras van café Brinkmann, eveneens op de Groote Markt (jazeker, met twee o – ik begrijp nu meteen waarom ik dikwijls de Grote Markt in Groningen foutief met dubbel o spel). In de kelder onder Brinkmann was vroeger de sociëteit Teisterbant gevestigd – kunstzinnige ballenclub waarvan Bomans één der drijvende krachten was. Voor wie geïnteresseerd is: Louis Ferron schreef De keldergang der heren. Geschiedenis van de Haarlemse sociëteit Teisterbant (De Haan, Haarlem 1981); een waarschuwing vooraf: het is een gortdroog boekwerk, met de herlezing waarvan ik – ondanks de goede aanleiding – nog niet verder gevorderd ben dan tot pagina 48 (van de 161).
Brinkmann is een fijn lommer- en dus schaduwrijk terras waar altijd een verkoelend windje staat, maar er zitten minder schilderachtige figuren dan op het terras van café Vreeburg in Bloemendaal, het bekakte dorp waar ik negentien jaar woonde. Een bejaarde juffrouw begint tegen de terrasloper aan te leuteren over de tegen de gevel groeiende druivelaar, waarop hij haar maant toch vooral niet de trossen, eens ze rijp zijn, te komen oogsten. De dame klaagt over de kruisbessenstruik in haar tuin, die altijd wordt leeggevreten door de vogels. Van enkele tafels verder roept een andere bejaarde dame, met keurige dictie, dat niet de vogels de struik hebben leeggegeten, maar dat zij dat heeft gedaan. ‘Het was erg lekker.’ De terrasloper zegt: ‘Mevrouw, u bent een deugniet,’ waarop de deugniet tevreden verder gaat met het verorberen van haar witte kadetje met ham – zij doet dit met mes en vork.
(wordt vervolgd)
Na het bezoek aan deze verrukkelijke tentoonstelling, want dat was het, namen we plaats op het terras van café Brinkmann, eveneens op de Groote Markt (jazeker, met twee o – ik begrijp nu meteen waarom ik dikwijls de Grote Markt in Groningen foutief met dubbel o spel). In de kelder onder Brinkmann was vroeger de sociëteit Teisterbant gevestigd – kunstzinnige ballenclub waarvan Bomans één der drijvende krachten was. Voor wie geïnteresseerd is: Louis Ferron schreef De keldergang der heren. Geschiedenis van de Haarlemse sociëteit Teisterbant (De Haan, Haarlem 1981); een waarschuwing vooraf: het is een gortdroog boekwerk, met de herlezing waarvan ik – ondanks de goede aanleiding – nog niet verder gevorderd ben dan tot pagina 48 (van de 161).
Brinkmann is een fijn lommer- en dus schaduwrijk terras waar altijd een verkoelend windje staat, maar er zitten minder schilderachtige figuren dan op het terras van café Vreeburg in Bloemendaal, het bekakte dorp waar ik negentien jaar woonde. Een bejaarde juffrouw begint tegen de terrasloper aan te leuteren over de tegen de gevel groeiende druivelaar, waarop hij haar maant toch vooral niet de trossen, eens ze rijp zijn, te komen oogsten. De dame klaagt over de kruisbessenstruik in haar tuin, die altijd wordt leeggevreten door de vogels. Van enkele tafels verder roept een andere bejaarde dame, met keurige dictie, dat niet de vogels de struik hebben leeggegeten, maar dat zij dat heeft gedaan. ‘Het was erg lekker.’ De terrasloper zegt: ‘Mevrouw, u bent een deugniet,’ waarop de deugniet tevreden verder gaat met het verorberen van haar witte kadetje met ham – zij doet dit met mes en vork.
(wordt vervolgd)
3 opmerkingen:
Voor de lezer die nu denkt "Jaja, Ten Haaf weer": ik kan getuigen dat de conversaties en gebeurtenissen exact zo gegaan zijn, zonder enige chargering.
En dat rokje is te lang, ik zie het nu duidelijk. Daar gaat 10 centimeter af.
Hoera! Ik dacht al dat je bekeerd was tot de maximode.
Verrek ik dacht dat je een ceintuur om gedaan had!!
Ojee, nou moet ik uit gaan kijken!!
Even over het terras, is cafetaria Brander er nog??
Die lekker slaatjes met stukjes appel erdoor!! Karel MOET ze kennen!!
Ik zal je onder 4 ogen nog eens vertellen hoe ik op die Grote Markt een keer vreselijk dronken ben geworden/geweest, man man man!!
Een reactie posten