vrijdag 1 mei 2009

Literaire Trotski Quiz (31)


Jawel: 1 mei, Dag van de Arbeid. Dus: Literaire Trotski Quiz. Nummer 31 alweer, en ik moet helaas toegeven dat de bron langzamerhand opdroogt. Maar vooralsnog gaan we gewoon door. Eerst het antwoord van de vorige keer: Karel van het Reve – ‘Het communisme’ In: Verzameld werk I. Autobiografische verhalen / Sovjet-annexatie der klassieken / Ongebundeld werk 1932-1958 (Uitgeverij G.A. van Oorschot, Amsterdam 2008), pp. 676-677. [Oorspronkelijke publicatie in: L. van der Land (red.) – Repertorium van de sociale wetenschappen. Deel 1: Politiek (1958)]
En dan nu nummertje 31. Ingezonden door trouwe deelnemer aan en veelvuldig winnaar van dit spelletje Jürgen Smit.

De vragen:
1. wie schreef onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig werk werd deze alinea ontleend?

De ingezonden tekst:

Leon Trotsky, mijn leven. Van het drietal Lenin-Trotsky-Stalin was Trotsky verreweg de grootste auteur. Bij al zijn hartstocht blijft hij steeds nuchter genoeg om ook andere dingen te zien dan politiek. Hij melodramatiseert nergens, wat men juist van hem nog het meest zou mogen verwachten. Zijn schampere stijl is prachtig, en prikt aan alle kanten door de zwakke vertaling heen ‘Zola gaf in dat jaar een boek uit, waarin de toenmalige prins van Wales als een uitstekend kenner van operettezangeressen wordt getekend.’ Over Boecharin, die altijd iemand moest hebben om zich aan op te trekken: ‘Ik heb Boecharin nooit bijzonder ernstig genomen en liet hem aan zichzelf over, dwz. aan anderen.’

Geen opmerkingen: