Posts tonen met het label stemrecht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label stemrecht. Alle posts tonen

maandag 8 juni 2009

Kandidaat Kwisthout over de identificatieplicht


Naar aanleiding van dit stukje over de stembusperikelen van Kortsluiting-Groningen afgelopen donderdag, stelde René de vraag: “wat zou Johan Kwisthout hier zelf van vinden?” Ik beloofde hem om het aan Johan te vragen. Hier zijn reactie:

Beste Karel,

je vraagt me te reageren op de berichten op je blog over het stemmen en de identificatieplicht. Allereerst dank voor je voornemen op om mij te stemmen. In tegenstelling tot Joe Higgins zal ik geen zetel halen in het Europees Parlement, maar een significant aantal voorkeursstemmen voor een revolutionair socialist is altijd een mooi signaal.

Nu inhoudelijk. Het systeem met stempassen heeft, ten opzichte van het oude systeem met oproepingskaarten, een voordeel en diverse nadelen. Het voordeel is dat een kiezer kan stemmen in een stembureau naar keuze in zijn of haar gemeente en daarmee dus gefaciliteerd wordt. Nadeel is, dat de kiezer niet zonder (verloren gegane) stempas kan gaan stemmen, én dat het systeem niet waterdicht is en het ronselen van stemmen mogelijk maakt. Om dit onmogelijk te maken is de legitimatieplicht ingevoerd. Omdat er geen registratie van kiezers is op de stemdistricten, zou je niet alleen met je eigen pas kunnen stemmen, maar ook met die van anderen die qua geslacht en leeftijd in ieder geval enigszins in de buurt komen. Natuurlijk niet allemaal in hetzelfde stembureau (alhoewel mensen daar ook afgewisseld worden), maar je had zonder problemen 20 stempassen kunnen verzamelen - of ontvreemden - en 20 stemmen uit kunnen brengen in Groningen. Iedere keer 1 voor jezelf en 2 machtigingen. Dat probleem was er natuurlijk ook met de oude oproepingskaarten, alleen was het daar wat minder nadrukkelijk aanwezig omdat je verplicht was in het op de kaart genoemde district te stemmen.

Om dit probleem te dichten is de legitimatieplicht ingevoerd. Vroeger was het een recht van de voorzitter van het stembureau om kiezers om hun legitimatie te vragen en hen bij weigering hun stemrecht te onthouden. Nu is het de plicht van de voorzitter om dit te doen. In ieder geval is hier enige willekeur weggenomen.

Dan speelt de vraag wat erger is: een mogelijkheid tot fraude openlaten, of een legitimatieplicht hanteren. Ik constateer ten eerste dat die fraudemogelijkheid al eerder aanwezig was, en dit geen reden vormde om legitimatie te eisen; ten tweede dat ook met legitimatieplicht fraude/ronselen nog steeds op allerlei manieren mogelijk is (bijvoorbeeld met volmachten); ten derde dat de bekende gevallen van fraude bij de verkiezingen van 2006 betrekking hadden op fraude van een stembureaulid wat er op enigerlij wijze in slaagde om iedereen op hemzelf te laten stemmen. Ten laatste zij opgemerkt dat het handmatig tellen waarschijnlijk meer fouten heeft geïntroduceerd als door fraude het geval is geweest. Kortom, hier is een verplichting ingevoerd die iedere redelijke grondslag mist.

Het enige positieve wat ik hieruit kan halen is dat niet alleen 'krakers, autonomen en ander langharig werkschuw tuig' de l*l zijn, maar dat ook de snelle commerciële jongen strak in het pak zich moeten legitimeren. Stembureauleden zijn doorgaans zelfs nog plichtsgetrouw genoeg om hun eigen partner om legitimatie te vragen.

In het onderhavige geval had ikzelf waarschijnlijk meer waarde gehecht aan mijn stemrecht dan aan de wens mij niet te legitimeren, maar ik vind het toch interessant dat je de zaak hoog op speelt. Daarnaast is het een interessante casus om te bekijken of de in de wet opgenomen legitimatieplicht niet strijdig is met Europese wetgeving met betrekking tot stemrecht. Ik ben benieuwd!

mkg
Johan

vrijdag 5 juni 2009

Stijve kop


‘Wat heb jij soms toch ook een stijve kop,’ zei één van mijn collega’s gisteren toen ik vertelde geweigerd te hebben om me te legitimeren in het stembureau.
En een stijve kop heb ik inderdaad. Dus belde ik zojuist de politie.
Een vriendelijke vrouwenstem zei: ‘Regiopolitie Groningen, u spreekt met Van der (...), waarmee kan ik u van dienst zijn?’
‘Ik wil graag aangifte doen van onrechtmatige ontneming van het stemrecht, en ik vroeg me af of dat telefonisch of via het internet kan, of dat ik daarvoor naar het politiebureau moet.’
‘O, dat moet ik even overleggen. Daarop kan ik u niet onmiddellijk een antwoord geven, moet ik eerlijk toegeven.’
Ik werd even “in de wacht gezet” zoals wij telefonisten dat noemen.
‘Kunt u misschien nader toelichten hoe u het stemrecht is ontnomen?’
Ik stak dit verhaal af, en noemde ook duidelijk de reden van mijn weigering: dat het naar mijn mening gaat om omkering van de bewijslast.
‘En u bleef weigeren om zich te legitimeren.’
‘Ja, ik bleef in mijn weigering volharden. En toen mocht ik niet stemmen.’
‘Maar dat was de afspraak deze keer.’
‘Ja, maar volgens mij is dat in strijd met de grondwet.’
‘In strijd met de grondwet zelfs. Ik heb hier een collega naast me staan, die luistert nu even mee, en die schudt toch echt haar hoofd.’
‘Naar mijn overtuiging is dat wel zo, en ik wil dat graag voorleggen aan de rechter. Maar daarvoor moet ik wel eerst aangifte doen van onrechtmatige ontneming van het stemrecht.’
Ik word weer even in de wacht gezet voor verder overleg.
‘Meneer Ten Haaf, bedankt voor het wachten. Nee, wij doen daar niets mee. We raden u aan om naar het Juridisch Loket te gaan, dat is een gratis voorziening, en de zaak daar te bespreken. Dat is heel gemakkelijk te vinden op internet, en als u daar uw postcode invoert dan krijgt u het adres en telefoonnummer van het dichtstbijzijnde bureau.’
‘Prima, dan ga ik dat proberen. Dank voor de informatie.’
‘Ik wens u succes.’
‘Dank u wel mevrouw Van der (...).’

Ook bij het Juridisch Loket wordt de telefoon beantwoord door een vriendelijke vrouw. Ik vertel dat de politie geen aangifte wil opnemen, maar dat ik de zaak wel graag voor de rechter wil brengen.
‘Dan zult u er een civielrechtelijke zaak van moeten maken. Of het kans van slagen heeft kan ik zo gauw niet zeggen, want dit is de eerste keer dat ik hiermee te maken krijg.’
‘Het is ook nieuw natuurlijk.’
‘Ja, het is nieuw.’
Ik maak een afspraak voor volgende week dinsdag. ‘Dan zal mijn collega bekijken of het zin heeft.’

Wordt vervolgd. En in de tussentijd gaan we over tot de poëzie van de dag.

donderdag 4 juni 2009

Naar het stembureau


Zojuist naar het stembureau getogen, in de school bij mij om de hoek. Ik wilde mijn stem uitbrengen op kandidaat nummer 16 van lijst nummer 5: Johan Kwisthout, een revolutionair-socialist uit Breda.
Helaas: toen ik zei principiële bezwaren te hebben tegen het mij moeten legitimeren alvorens te kunnen stemmen, kreeg ik mijn stempas retour - in plaats van dat mij het stembiljet werd overhandigd. De heren van het stembureau vonden het erg vervelend, en hebben nog gekeken of er niet toch een manier was dat ik zou kunnen stemmen zonder mij te legitimeren. Terwijl één van de mannen telefonisch contact had met de “back office”, waarbij hij mededeelde dat twee van de drie medewerkers van het stembureau ervoor instonden dat het mijn stempas was die ik bij me droeg, wees een andere medewerker mij erop dat ik natuurlijk wel iemand anders kon machtigen om voor mij te stemmen – hij meldde mij dit conform de verkiezingsnieuwsbrief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties waarin staat dat kiezers die zich zonder identiteitsbewijs op het stembureau melden, op “nadrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer”, erop dienen “gewezen te worden dat zij toch kunnen stemmen, namelijk door het verlenen van een onderhandse volmacht aan een andere kiezer.”
Ondanks alle moeite die voor mij gedaan werd, ben ik uiteindelijk toch onverrichter zake heengezonden. Voor de eerste maal sinds ik stemgerechtigd ben, heb ik mijn stem niet uitgebracht – niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat het me werd belet.
Wordt vervolgd. Dat beloof ik.