Posts tonen met het label democratie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label democratie. Alle posts tonen

dinsdag 27 juli 2010

Extreemrechts rekenen


We worden zo verschrikkelijk moe van het verongelijkte geblaat waarop onbenullen van extreemrechtse snit ons de afgelopen weken dagelijks trakteerden.
O wat ondemocratisch, zo mekkerde men, dat de VVD ging praten met PvdA, D66 en GroenLinks, in plaats van met de PVV. De PVV was immers de grote winnaar van de verkiezingen, dus die moet regeren – aldus de runderen, die blijkbaar niet eens weten dat ze horen te loeien en niet blaten of mekkeren.
Nu zijn wij geen voorstanders van een paars kabinet, al dan niet plus, want dat is ons veel te rechts. Maar we zijn wel democraten en we wijzen er dan ook graag op dat het PVV-geschreeuw dan weliswaar een enorm volume mag hebben, maar dat volume in dit geval geen inhoudelijke connotatie heeft – of het moet zijn dat het gebrul wordt voortgebracht door leeghoofden, volume nul dus.
We zullen het nog één keer uitleggen:
Afgezien van het feit dat de combinatie VVD, PvdA, D66 en GroenLinks meer zetels heeft dan de combinatie VVD,CDA en PVV, is het vooral ook zo dat “paars plus” meer zetels won dan het door de PVV-adepten gewenste kabinet van VVD, CDA en PVV. Rekent u even mee?
We beginnen met VVD, CDA en PVV. De VVD won 9 zetels, het CDA verloor er 20 en de PVV won er 15. Een batig saldo dus van 4 zetels.
Dan de combinatie van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks. De VVD won 9 zetels, de PvdA verloor er 3, D66 won 7 zetels en GroenLinks ging er 3 op vooruit. Hier is dus sprake van een batig saldo van 16 zetels.
Zestien zetels, dat is vier keer zoveel. Het moge duidelijk zijn: een kabinet van VVD, CDA en PVV de enig juiste want meest democratische vertaling van de verkiezingsuitslag noemen is loeidom.

maandag 8 juni 2009

Kandidaat Kwisthout over de identificatieplicht


Naar aanleiding van dit stukje over de stembusperikelen van Kortsluiting-Groningen afgelopen donderdag, stelde René de vraag: “wat zou Johan Kwisthout hier zelf van vinden?” Ik beloofde hem om het aan Johan te vragen. Hier zijn reactie:

Beste Karel,

je vraagt me te reageren op de berichten op je blog over het stemmen en de identificatieplicht. Allereerst dank voor je voornemen op om mij te stemmen. In tegenstelling tot Joe Higgins zal ik geen zetel halen in het Europees Parlement, maar een significant aantal voorkeursstemmen voor een revolutionair socialist is altijd een mooi signaal.

Nu inhoudelijk. Het systeem met stempassen heeft, ten opzichte van het oude systeem met oproepingskaarten, een voordeel en diverse nadelen. Het voordeel is dat een kiezer kan stemmen in een stembureau naar keuze in zijn of haar gemeente en daarmee dus gefaciliteerd wordt. Nadeel is, dat de kiezer niet zonder (verloren gegane) stempas kan gaan stemmen, én dat het systeem niet waterdicht is en het ronselen van stemmen mogelijk maakt. Om dit onmogelijk te maken is de legitimatieplicht ingevoerd. Omdat er geen registratie van kiezers is op de stemdistricten, zou je niet alleen met je eigen pas kunnen stemmen, maar ook met die van anderen die qua geslacht en leeftijd in ieder geval enigszins in de buurt komen. Natuurlijk niet allemaal in hetzelfde stembureau (alhoewel mensen daar ook afgewisseld worden), maar je had zonder problemen 20 stempassen kunnen verzamelen - of ontvreemden - en 20 stemmen uit kunnen brengen in Groningen. Iedere keer 1 voor jezelf en 2 machtigingen. Dat probleem was er natuurlijk ook met de oude oproepingskaarten, alleen was het daar wat minder nadrukkelijk aanwezig omdat je verplicht was in het op de kaart genoemde district te stemmen.

Om dit probleem te dichten is de legitimatieplicht ingevoerd. Vroeger was het een recht van de voorzitter van het stembureau om kiezers om hun legitimatie te vragen en hen bij weigering hun stemrecht te onthouden. Nu is het de plicht van de voorzitter om dit te doen. In ieder geval is hier enige willekeur weggenomen.

Dan speelt de vraag wat erger is: een mogelijkheid tot fraude openlaten, of een legitimatieplicht hanteren. Ik constateer ten eerste dat die fraudemogelijkheid al eerder aanwezig was, en dit geen reden vormde om legitimatie te eisen; ten tweede dat ook met legitimatieplicht fraude/ronselen nog steeds op allerlei manieren mogelijk is (bijvoorbeeld met volmachten); ten derde dat de bekende gevallen van fraude bij de verkiezingen van 2006 betrekking hadden op fraude van een stembureaulid wat er op enigerlij wijze in slaagde om iedereen op hemzelf te laten stemmen. Ten laatste zij opgemerkt dat het handmatig tellen waarschijnlijk meer fouten heeft geïntroduceerd als door fraude het geval is geweest. Kortom, hier is een verplichting ingevoerd die iedere redelijke grondslag mist.

Het enige positieve wat ik hieruit kan halen is dat niet alleen 'krakers, autonomen en ander langharig werkschuw tuig' de l*l zijn, maar dat ook de snelle commerciële jongen strak in het pak zich moeten legitimeren. Stembureauleden zijn doorgaans zelfs nog plichtsgetrouw genoeg om hun eigen partner om legitimatie te vragen.

In het onderhavige geval had ikzelf waarschijnlijk meer waarde gehecht aan mijn stemrecht dan aan de wens mij niet te legitimeren, maar ik vind het toch interessant dat je de zaak hoog op speelt. Daarnaast is het een interessante casus om te bekijken of de in de wet opgenomen legitimatieplicht niet strijdig is met Europese wetgeving met betrekking tot stemrecht. Ik ben benieuwd!

mkg
Johan

donderdag 4 juni 2009

Naar het stembureau


Zojuist naar het stembureau getogen, in de school bij mij om de hoek. Ik wilde mijn stem uitbrengen op kandidaat nummer 16 van lijst nummer 5: Johan Kwisthout, een revolutionair-socialist uit Breda.
Helaas: toen ik zei principiële bezwaren te hebben tegen het mij moeten legitimeren alvorens te kunnen stemmen, kreeg ik mijn stempas retour - in plaats van dat mij het stembiljet werd overhandigd. De heren van het stembureau vonden het erg vervelend, en hebben nog gekeken of er niet toch een manier was dat ik zou kunnen stemmen zonder mij te legitimeren. Terwijl één van de mannen telefonisch contact had met de “back office”, waarbij hij mededeelde dat twee van de drie medewerkers van het stembureau ervoor instonden dat het mijn stempas was die ik bij me droeg, wees een andere medewerker mij erop dat ik natuurlijk wel iemand anders kon machtigen om voor mij te stemmen – hij meldde mij dit conform de verkiezingsnieuwsbrief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties waarin staat dat kiezers die zich zonder identiteitsbewijs op het stembureau melden, op “nadrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer”, erop dienen “gewezen te worden dat zij toch kunnen stemmen, namelijk door het verlenen van een onderhandse volmacht aan een andere kiezer.”
Ondanks alle moeite die voor mij gedaan werd, ben ik uiteindelijk toch onverrichter zake heengezonden. Voor de eerste maal sinds ik stemgerechtigd ben, heb ik mijn stem niet uitgebracht – niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat het me werd belet.
Wordt vervolgd. Dat beloof ik.