zondag 21 juni 2009

Literaire Trotski Quiz (33)


De voorgaande opgave bleek nogal eenvoudig – binnen no time was de juiste oplossing binnen. Maar dat mocht ook wel weer een keer, want de twee daaraan voorafgaande vragen werden met in totaal slechts één poging beantwoord, zo moeilijk waren ze.
Dit keer weer een volgens ons redelijk gemakkelijke quiz.

De vragen:
1. welke literator schreef onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig werk werd deze alinea ontleend?

Tijdens een collecte voor de Vietcong was er een man naar me toe gekomen die het revolutionaire bedrag van een kwartje in mijn collectebus stopte en zich daarna bekendmaakte als de persattaché van de russische ambassade. Hij vroeg of hij eens langs mocht komen en ik zei dat ik daar geen bezwaar tegen had. Ik dacht, dat is zomaar een frase, dat doet hij nooit. Maar na een paar maanden belde hij me op en we maakten een afspraak. Hij kwam aan met een fles russian vodka, de goeie, Moskovskaya, en een grammofoonplaat van Scriabin, symphony no. 3, ‘The Divine Poem’, was onberispelijk gekleed als een spion uit een James Bondfilm, sprak griezelig goed nederlands en droeg een zwartlederen diplomatenkoffertje zo onopvallend met zich mee, alsof het aan zijn demi-saison gekleefd zat, dat ik me pas veel later afvroeg waarom hij die plaat en die fles drank er niet in had en wat er wel uit mocht komen. Niets. Er zat kennelijk iets in dat het daglicht niet kon verdragen. En dat bleek. Want toen Voske de deur met een krachtige zwaai opensprong, wat hem een kleine maar heftige schrikreactie bezorgde die hij verdacht snel onder controle had, liep ze meteen op het koffertje af zoals ze altijd deed als er vrouwen met tassen bij me op bezoek waren. (Voor dieren geldt kennelijk het verbod niet dat je in geen geval de tas van een dame mag besnuffelen.) Maar toen ze er een paar meter van verwijderd was beef ze ineens stokstijf staan alsof ze bij toverslag in de Nijldelta gemummificeerd was. Alleen haar oren spitsten zich. Zo bleef ze een hele poos luisteren naar het draaien van een bandrecorder die zich daar in het binnenste van het zwarte leder moest bevinden, toen tilde ze haar rechtervoorpoot op en trilde ermee zoals ze altijd deed als ze haar onbehagen wilde uitdrukken. Met een hoge rug liep ze weg en bleef de hele verdere avond op veilige afstand, met vervreemde kologen, van de russische persattaché naar het diplomatenkoffertje zitten kijken. Van tijd tot tijd keek hij bevreesd naar de kat alsof hij vermoedde dat de geest van Trotski in haar gevaren was. En terwijl hij erover sprak dat er zoveel negatieve kritiek op Rusland in de pers kwam en of ik niet eens een reis door zijn onmetelijke steppenland wilde maken om er daarna wat onbevooroordeelder over te schrijven, merkte hij op dat hij katten onbehaaglijke dieren vond. Ze konden je zo ondoorgrondelijk zitten aankijken dat het eng was. En dat moet het ook wel voor hem geweest zijn, want het was puur Edgar Allan Poe tegen de KGB.

6 opmerkingen:

coen zei

Jan Wolkers

coen zei

In een van zijn dagboeken.

coen zei

Waar blijven de prijzen?

coen zei

Als de revolutie van Trotski net zo snel ging als de toejuichingen van deze redactie dan is het te begrijpen waarom ze hem vermoord hebben.

Kortsluiting zei

Hoera hoera! Er is er één winnaar! Al is het geen dagboekfragment, maar een alinea uit een roman (of novelle). Wie het niet gelooft, leze het hier na: Jan Wolkers – De junival (Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 1982), pp. 54-56.
En de redactie was, voor zover niet in de Ardennen, even eten, vervolgens schrijven en daarna aan de buis gekluisterd. Vandaar de vertraging. O sla ons niet de schedel in.

Stormblast1953 zei

Schedel inslaan?? Hooguit effe met de koppen tegen elkaar.