woensdag 17 juni 2009

De Hoofdpersoon naar de uitgever


Nu de Kortsluiting-redactie het unaniem erg druk heeft – deadline volgt op deadline – leek het ons een goed idee om hier maar weer een fragment te publiceren uit de ons ter beoordeling voorgelegde roman De Hoofdpersoon, geschreven door Laura Scheer-Oldeheuvel. De schrijfster, wier hoofd dit blogje fotogeniek siert en wier Hoofdpersoon een ik-figuur is van het mannelijk geslacht, heeft ons te kennen gegeven dat het typoscript van haar debuutroman binnen twee weken zal worden ingeleverd bij uitgever Anton Scheepstra – de auteur hoopt dat haar eersteling volgend voorjaar in de winkel zal liggen. De nu volgende alinea’s zijn afkomstig uit hoofdstuk vijf: “Geheime Diensten”.

Afgelopen weekend moest ik optreden in Amsterdam, tijdens een Erotic Poetry Night – jawel. Terwijl ik, pilsje in de knuist, zat na te genieten van mijn succesvolle voordracht werd ik opeens verjaagd van mijn plekje aan de bar. Ik moest plaats maken voor een female act. Het bleek te gaan om een juffrouw die zich, al kronkelend rond een paal, staande op de toog, langzaam van haar kleding ontdeed. Op zich kan dat best een aangenaam gezicht zijn natuurlijk, maar deze strippende paaldanseres kwam op in een roze jurkje dat mij onmiddellijk deed denken aan een meisje van nog geen tien jaar - een enorme lolly in haar mond had niet misstaan. En daar begrijp ik dus niets van: waarom is dat toch, die kinderachtige verkleedpartijen van sekswerksters – moet dat onschuld suggereren? Dat is dan prima gelukt bij mij: dankzij haar outfit had er ik subiet geen behoefte meer aan om haar naakt te zien; kinderen en lust zijn wat mij betreft twee volstrekt van elkaar losstaande grootheden (ze zijn volkomen incompatibel, zoals dat in modern Nederlands heet).
De begeleider van de paaldanseres, laat ik vriendelijk zijn en hem haar manager noemen, was een wandelende karikatuur van zijn beroepsgroep: middelbaar van leeftijd, witte schapenkrulletjes op het hoofd, T-shirt in de broek zodat zijn vette bierbuik goed uitkwam, slobberige spijkerbroek rond de oude hangkont en natuurlijk een bij zijn outfit (maar waarbij niet?) volkomen misstaande brede gouden schakelarmband. Op de borst van deze meneer prijkte het woord Chick. En toen viel alles opeens op zijn plaats: de oprichter van het betreffende pornotijdschrift heeft immers jaren in de bak gezeten wegens het verkrachten van zijn minderjarige dochter (of dochters, daar wil ik vanaf zijn). De bewijsvoering was rond in een vloek en een zucht: hij publiceerde foto’s van de gewelddaad in zijn ranzige blaadje. Tot mijn genoegen kan ik je melden dat de man, volkomen berooid en fascist geworden, uiteindelijk verzopen is in een Amsterdamse gracht. Een ander, wel bonafide (voorzover dat kan als zakenman), die rijk geworden is dankzij de “seksuele revolutie” in de jaren zestig van de vorige eeuw is de oprichter van Candy, Peter J. Muller. Misschien ken je hem: alvorens genoemd seksblad op te richten, zette hij enkele voorzichtige schreden op het pad van de literatuur. In zijn inmiddels onvindbare boekje De Verwekkers staan, naast verhalen, een paar niet onaardige gedichten – ik zal er één voor je overnemen:

Ik ken maar weinig provo’s
die ook lang haar van binnen hebben

Geen opmerkingen: