vrijdag 25 november 2011

Literaire Trotski Quiz (58)



‘Dat werd weer eens tijd ook. Lang geleden dat er een berichtje op Kortsluiting verscheen.’
‘Ja, hoor eens – het is herfst.’
De vorige opgave werd juist beantwoord, hoera! Voor degenen die het niet helemaal vertrouwen en graag nazoeken of het citaat wel juist is (‘Staat er wel echt dat Hitler de Sovjet-Unie binnenviel op 22 juli 1941, terwijl dat 22 juni moet zijn.’): Sal Santen –Dapper zijn omdat het goed is. Brieven uit de cel (Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 1993), pp. 9-10.
En dan nu: het nieuwe citaat, voorafgegaan door de twee vragen die de opgave completeren.
1. welke journalist en romancier schreef onderstaande passage n.a.v. het lezen van het eerste deel van J.J. Voskuil – Het Bureau; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig boek werden de nu volgende alinea’s ontleend?

Dat ik bleef doorlezen kwam niet in de laatste plaats door meneer Beerta, die ik snel herkende als dr. P.J. Meertens, in zijn vrije tijd de uiterst correcte en superdemocratische voorzitter van de Amsterdamse afdeling van het Sociaal Democratisch Centrum, het SDC waar ik lid van was geworden. Dat centrum werd in de jaren vijftig gevormd door een groepje ontevreden leden van de Partij van de Arbeid dat, hartje Koude Oorlog, voor meer klassenstrijd pleitte en zich daarbij beriep op de leerstellingen van de zo goed als afgezworen Karl Marx. Hier en daar schurkte het SDC wat tegen de Derde Weg-beweging aan, die een positie tussen Moskou en Washington nastreefde. Het SDC gaf een blaadje uit, Socialistisch Perspectief geheten, dat – maar dat bleek me pas veel later – door trotskisten als de historicus drs. Theo van Tijn, Herman Drenth en Maurice Ferares was opgericht. De trotskisten hadden besloten hun eigen succesloze partijtje op te heffen om te proberen binnen de PvdA een ‘linkervleugel’ op te bouwen, althans, de totstandkoming daarvan te stimuleren. Drenth bracht het later nog tot gerespecteerd Kamerlid met gezondheidszorg als specialisatie. Binnen dat SDC bestonden allerhande snerpende tegenstellingen tussen pacifisten, christen-socialisten (Piet Meertens was een van hen) en marxisten, die, het was ingewikkeld, weer verdeeld waren in aanhangers die de grote theoreticus en sociaal-democraat Karl Kautsky volgden en anderen die zich beriepen op Lenin en (maar dat spraken ze binnen de PvdA niet luid uit) Leon Trotski.
Onderling verdeeld, maar verenigd waren we in onze afkeer van de PvdA-leiding, die aan de leiband liep van de katholieke partij, de koloniale oorlog in Indonesië had gesteund en kritiekloos stond tegenover het ‘imperialistische’ Amerika.
Daar torende de vormelijke Piet Meertens bovenuit, die als voorzitter iedereen aan het woord moest laten (wat hij ook deed) en tegen allen voorkomend en aardig was en bleef. Hij had gezag. Wat de SDC-leden niet wisten, was dat de homoseksuele Piet Meertens kort gevangen had gezeten op beschuldiging van omgang met (toen) minderjarige mannen. Waarschijnlijk kon het die leden ook niets schelen, want ze vormden een vrijmoedig gezelschap.