Door Menno Schenke. Uitgesproken op vrijdag 16 maart in een afgeladen boekhandel v/h Van Gennep te Rotterdam tijdens de presentatie van de nieuwe Vaandrager. Menno Schenke, schrijver van de biografie Vaan. Het bewogen leven van C.B. Vaandrager (De Bezige Bij, Amsterdam 2005), is de man rechts van de lamp die in de camera blikt (niet de lamp blikt, maar de man).
Cor Vaandrager wordt beetje bij beetje van iedereen, terwijl hij als schrijver van proza niets van ons moest hebben. Geen concessies aan easy readers… hij heeft het meer dan eens gezegd en opgeschreven.
Er zijn goedwillende Rotterdammers, die met een stalen gezicht beweren dat op Zuid vele duizenden vierkante meters naar Cor Vaan zijn genoemd: Vaanweg en Vaanplein. Laten ze die wetenschap alsjeblieft blijven koesteren. Over het vernoemen van Vaandrager maken we geen grappen. Er is in de wijk Lombardijen, tegen de grens van Rotterdam, de Homerusstraat. Homerus en Vaandrager hebben iets met elkaar, dat weten we, al was het maar omdat Cor op 1 juni 1964 bij zijn diploma gymnasium alfa een cijferlijstje krijgt met daarop een 10 voor zijn vertaling van Homerus. Overigens, ook Plato en Herodotus spraken hem aan: voor beide vertalingen uit het klassieke Grieks een 9. Als je in de Homerusstraat een hoek omgaat, en ik heb het gistermorgen gedaan, kom je in de Primo Levihof. Even verder is de Dantestraat. Als je over ruim een jaar tegenover de Primo Levihof een straat inloopt, stap je het Cor Vaandragerveld op. Fris en groen, ook dan is de lente net begonnen. Wat zegt u? Jawel, het Cor Vaandragerveld. De stad Rotterdam, waar Cor Vaandrager zich op z’n zachtst gezegd niet altijd helemaal happy heeft gevoeld, heeft in januari besloten in een nieuwbouwwijkje straten en openbaar groen te vernoemen naar Rotterdamse dichters die niet meer onder ons zijn. Zij maken, zo stelden burgemeester en wethouders vast, momenteel deel uit van het collectieve geheugen van deze stad. Behalve het Vaandragerveld, dat een flinke oppervlakte beslaat, zijn daar straks ook het Theo Verhaarveld, de Chris van Abkoudehof en de Riekus Waskowskyhof. Cor weet zich daar, waar nu nog groene containers van aannemer Dura Vermeer staan, in het gezelschap van een stel oude bekenden en gelouterden als Homerus, Dante en Primo Levi. Dat zal hem deugd doen.
Dit bij wijze van inleiding op de feestelijke gebeurtenis waarvoor wij hier samen zijn: Sleutels, nieuw boek van Vaandrager. Tien jaar geleden was een zaal in Hotel New York het toneel voor de presentatie van een editie van het literaire tijdschrift Passionate, dat geheel aan Vaandrager was gewijd. C.B. Vaandrager herleeft in Hotel New York, stond er op de uitnodiging van Passionate. Toen stonden we stil bij de tiende sterfdag van Cor. Zondag is Cor Vaandrager 20 jaar dood. Ook deze sterfdag krijgt een passend accent door het verschijnen van Sleutels, een novelle ooit onderdeel is geweest van het manuscript van Vaandragers vermaarde klassieker De Hef uit 1975. Dat concludeert bezorger Karel ten Haaf in zijn nawoord en ik kan hem niet tegenspreken.
Geen concessies aan easy readers, ik herhaal het maar eens bij wijze van waarschuwing aan iedereen die Sleutels gaat lezen. Er staan mooie zinnen in Sleutels, Vaandrageriaanse taalvondsten, zoals deze: ‘Lopers zijn alledeursvrienden met een rechthoekige baard.’
Wie, beginnend bij De avonturen, het proza van Cor Vaandrager gaat lezen, moet weten dat hij of zij een autobiografie leest, waarin weinig is verdicht of aangezet. De Reus van Rotterdam gaat over het leven van Cor, De Hef idem dito en dat geldt ook voor Sleutels. Misschien mag ik u een paar sleuteltjes aanreiken voor beter begrip. Ik kreeg ze weer van Hetty, Cors weduwe en de moeder van Isis.
Vaandrager stuurde Sleutels in augustus 1974 naar het literaire tijdschrift Maatstaf in de hoop op publicatie en dus enige publiciteit. Het begeleidende briefje is gedateerd 21 augustus 1974: de verjaardag van zijn moeder Jannie. Niets is toeval in het oeuvre van Vaandrager.
Het boek opent met een brief, cursief gezet, aan ene ‘beste Nabob’. Nabob is Rotterdammer Mike von Bibikov, overleden in 2004, reclametekstschrijver, provocateur, tien jaar geleden leider van het Amsterdamse splinterpartijtje de Reageringspartij en net als Cor Vaan liefhebber van geestverruimende middelen.
De introductie tot Sleutels noemde Vaan Status Presens. Die term leende hij van zijn medische status, die hij bij psychiater Hans van Epen had ingezien. Lezen wat de dokter over hem had opgeschreven en je dan afvragen wat die medische terminologie bedoelt te zeggen. Het is begin jaren 70, Vaandrager staat voor de mentaal zwartste periode van zijn leven.
In die introductie duikt opoe Slooter op. Dat is Cors oma, de moeder van zijn moeder Jannie. Hij spuwt gal jegens ‘de duistere brievenschrijver Bellaart’, die hij voor wijvendief, schemerige saboteur en schietbaanlaankater uitmaakt. Gerard Bellaart, van uitgeverij Cold Turkey Press in Rotterdam en uitgever van teksten van William Burroughs en Charles Bukowksi, twee Amerikaanse helden van Vaan, is duidelijk geen vriend. Zoals ook andere types uit de sien van toen een veeg uit Cors pan krijgen.
Vaandrager associeert dat het een lust is, rijmt vaak binnen een zin, lijkt teksten die hij eerder schreef, zoals Olé Coltrane, te hergebruiken, is teder over Hetty en Isis. Pink Floyd komt voorbij, net als Soft Machine en Alice Cooper, Willem van Hanegem heet Ga na Hem, Faas Wilkes wordt Fazeke en een lied van Cream, Anyone for Tennis, figureert ineens plompverloren als Wie is er voor tennis? Natuurlijk duikt ook boezemvriend en vijand Hans Sleutelaar op: dat begint al in de titel Sleutels. Misschien zit ik er naast, maar ook in deze novelle is Vaandrager lief voor zijn vrienden. Bohémien Frans Vogel speelt zijn rol en Vaan is mild jegens Sleutelaar. Die relatie, hoe vertroebeld en angstaanjagend die ook geweest is op sommige momenten, blijft er in de kern een van vriendschap.
Sleutels is een literair pareltje in het oeuvre van Cor Vaandrager en daarom is het fantastisch dat dit boekje vandaag, vlak voor Cors twintigste sterfdag, in de boekwinkel ligt. De VPRO Gids van deze week noemt de novelle waarderend ‘een Vaandrager-monumentje voor gevorderden.’ Misschien is monumentje wel een sleutelwoord voor de bijeenkomst bij de dertigste sterfdag van Cornelis Bastiaan Vaandrager, op het Cor Vaandragerveld in Rotterdam-Lombardijen. Men fluistert dat daar een borstbeeld, stijl anno 2022, van Vaan wordt onthuld…
Boeken zonder fouten bestaan niet – of nauwelijks. Ook de komende vrijdag te presenteren nieuwe Vaandrager – Sleutels, een ‘straat-collage’ (een prachtboek, zowel van buiten als van binnen) – bevat enige slordigheidjes. Dit reken ik mezelf aan, ik ben immers de bezorger van de tekst. Gelukkig gaat het, op één foutje na (nummer 2.), om vrij onbeduidende dingetjes. Hoe komt het dat deze “fouten” mij meteen in het oog springen bij lezing van het boek zelf, vers van de pers, terwijl ze me keer op keer ontgaan zijn bij het doornemen van de tekst tijdens het voorbereiden van de uitgave? Dat is één van de raadselen van de werking van het menselijk brein: kennelijk wordt een gedrukte tekst anders gezien of verwerkt dan dezelfde tekst geprint. Voer voor psychologen en hersenwetenschappers. Hoe het ook zij, hier de errata (om de boekbesprekers voor te zijn): Nummer 2. komt uit de zinsnede ‘20-ste eeuws schiet zo weed mens (man)’ – een verwijzing naar het nummer 21st Century Schizoid Man van King Crimson (met als bandleider Robert Fripp, gitarist die op de eerste bladzijde van mijn ‘uitleiding’ genoemd wordt – over compositie gesproken!):
Karel ten Haaf (1962) wordt hogelijk gewaardeerd – vooral door zichzelf – als prozaïst. Zijn meest recente publicaties op dit vakgebied zijn de roman Geen zomer meer en de novelle Bokkenvla (beide Uitgeverij Passage, Groningen). Als dichter geniet hij vooral vermaardheid in het kroegencircuit, dit in weerwil van het feit dat hij soms wel eens droog staat. Zijn gedichten werden gepubliceerd in tijdschriften alsmede in een negental eigenbeheer bundels. De tiende dichtbundel was niet alleen zijn officiële debuut als dichter, maar tevens het dikste poëziedebuut uit de geschiedenis van de Nederlandstalige letteren. De woordkunst van Ten Haaf wordt door de pers zeer divers gewogen: het Dagblad van het Noorden had het over “platte prietpraatpoëzie”, Vrij Nederland maakte gewag van “een bijzondere leeservaring”, terwijl Trouw zijn werk kenschetste als “opwindend”. O ja: de in december 2007 bij Uitgeverij Passage te Groningen verschenen, 544 pagina’s tellende bundel heet meisjespijn. In 2008 verscheen zowel Die Toffe Gasten - Snackhal Leo (samen met Stefan Nieuwenhuis geschreven) als Mieke Maaike van het Noorden - Schimmel (samen met Marjan Feith geschreven), en in 2009 het solowerkje Mijn Nieuwe Roman.
In 2010 zag Zieteratuur het licht; een bloemlezing concrete en visuele poëzie uit Nederland en Vlaanderen. Eveneens in 2010 (en eveneens bij Passage) verscheen K-1, van de schoonheid en de kracht - dit vechtsportboek schreef Karel ten Haaf samen met
Daniël Dee (1975) verwierf bekendheid met zijn debuutbundel 3D – schetsjes van onvermogen (uitgeverij Passage, Groningen) en als samensteller van de bloemlezingen Vanuit de lucht, Kutgedichten en Klotengedichten (de laatste twee samen met Tsead Bruinja). Zijn gedichten verschenen in diverse literaire tijdschriften (o.a.: Passionate, Het liegend konijn en Krakatau) en enkele bloemlezingen (o.a.: De Dikke Komrij en de Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst). Hij droeg zijn gedichten voor door heel Nederland en België, onder andere op festivals als de Wintertuin en Lowlands. Dee geeft veelvuldig workshops.
Zijn tweede bundel Vierendeel (Uitgeverij De Geus, Breda) werd door het dichterspanel van de poëzieclub verkozen tot Poëzieclubkeuze zomer 2005. In 2007 verscheen bij uitgeverij Passage zijn derde bundel getiteld Koffiedik zingen. Momenteel is Dee huisdichter van het radiostation KinkFM en vaste recensent van het poëzietijdschrift Awater. Ook levert hij culturele bijdragen aan nu.nl en de krant Rotterdam Vandaag & Morgen. Daarnaast bezit Dee alle platen van de Fuckups.
In 2009 verscheen de bloemlezing Meesterwerk, waarin Daniël Dee 37 jonge dichters heeft gevraagd om een poëtisch antwoord te formuleren op hun favoriete gedicht. Meesterwerk bevat zowel de klassieke gedichten als de moderne versies, naast elkaar.
Voor meer indrukken kijk op: http://www.danieldee.nl/.