Op het weblog van het Artistiek Bureau schrijft De Directeur over wat hij noemt “het mishandelen van boeken”:
“Sommige zelfverklaarde bibliofielen kunnen het niet laten. Ik maakte onlangs mee dat iemand een luxe Slauerhoff kocht, in een sjieke perkamenten band, een kleinood van een paar honderd euro. De nieuwe eigenaar haalde vervolgens zijn balpen uit de binnenzak en schreef vol trots zijn naam op de Franse titelpagina. Ik heb op mijn tong gebeten. Stond erbij en keek ernaar.”
Hij raakt hier aan een interessante discussie, die zelden gevoerd wordt. Zijn mensen die hun naam in boeken zetten per definitie niet bibliofiel? Het antwoord op deze vraag hangt af van hoe je een boek beschouwt: is het een cultuurdrager, of een zelfstandig kunstobject? De Directeur gaat het duidelijk om het object zelf, terwijl ik, Kortsluiting-Groningen, het boek zie als cultuurdrager.
De Verloofde durft mijn boeken niet open te slaan, uit angst dat ik haar mijn leven uitschop wanneer zij een boekrug breekt. Volgens haar ben ik ernstig bibliofiel. En ze heeft gelijk: ik behandel mijn boeken zo voorzichtig mogelijk; maar niet omdat ik het object “heilig” acht, doch omdat ik wil dat het zo lang mogelijk behouden blijft als cultuurdrager – voor volgende generaties. Ik behandel het ding dus goed, opdat de inhoud zo lang mogelijk bewaard blijft. Er steekt wat mij betreft dan ook absoluut geen kwaad in, om in elk van mijn boeken op het schutblad dan wel de Franse titelpagina niet alleen mijn naam te schrijven, maar ook de maand waarin ik het in bezit kreeg. Sterker nog: als anderen, voor mij, dat ook gedaan hebben, dan vergroot dat de waarde zelfs voor mij. Zo heb ik bijvoorbeeld een aantal boeken uit de collectie van wijlen Ger Harmsen in mijn bezit – en het is wellicht interessant voor volgende lezers om te zien dat een exemplaar van de eerste druk van de driedelige Trotski-biografie van Isaac Deutscher eerst in het bezit was van de stalinist Ger Harmsen, en vervolgens terecht kwam in de boekenkast van de trotskist Karel ten Haaf. Min of meer hetzelfde geldt voor het deze week door mij verworven exemplaar van de door Jef Last geschreven dichtbundel Twee werelden: de aanblik van mijn naam op de door Jef Last gesigneerde Franse titelpagina zal de bibliofiele De Directeur waarschijnlijk welhaast fysiek pijn doen omdat hij vindt dat het boek nu niets meer waard is; naar mijn bibliofiele mening is het object juist interessanter geworden, want het draagt meer geschiedenis met zich mee.
Kortom, De Directeur: we zijn allebei bibliofiel, maar elk om een andere reden en dus op een andere manier.
“Sommige zelfverklaarde bibliofielen kunnen het niet laten. Ik maakte onlangs mee dat iemand een luxe Slauerhoff kocht, in een sjieke perkamenten band, een kleinood van een paar honderd euro. De nieuwe eigenaar haalde vervolgens zijn balpen uit de binnenzak en schreef vol trots zijn naam op de Franse titelpagina. Ik heb op mijn tong gebeten. Stond erbij en keek ernaar.”
Hij raakt hier aan een interessante discussie, die zelden gevoerd wordt. Zijn mensen die hun naam in boeken zetten per definitie niet bibliofiel? Het antwoord op deze vraag hangt af van hoe je een boek beschouwt: is het een cultuurdrager, of een zelfstandig kunstobject? De Directeur gaat het duidelijk om het object zelf, terwijl ik, Kortsluiting-Groningen, het boek zie als cultuurdrager.
De Verloofde durft mijn boeken niet open te slaan, uit angst dat ik haar mijn leven uitschop wanneer zij een boekrug breekt. Volgens haar ben ik ernstig bibliofiel. En ze heeft gelijk: ik behandel mijn boeken zo voorzichtig mogelijk; maar niet omdat ik het object “heilig” acht, doch omdat ik wil dat het zo lang mogelijk behouden blijft als cultuurdrager – voor volgende generaties. Ik behandel het ding dus goed, opdat de inhoud zo lang mogelijk bewaard blijft. Er steekt wat mij betreft dan ook absoluut geen kwaad in, om in elk van mijn boeken op het schutblad dan wel de Franse titelpagina niet alleen mijn naam te schrijven, maar ook de maand waarin ik het in bezit kreeg. Sterker nog: als anderen, voor mij, dat ook gedaan hebben, dan vergroot dat de waarde zelfs voor mij. Zo heb ik bijvoorbeeld een aantal boeken uit de collectie van wijlen Ger Harmsen in mijn bezit – en het is wellicht interessant voor volgende lezers om te zien dat een exemplaar van de eerste druk van de driedelige Trotski-biografie van Isaac Deutscher eerst in het bezit was van de stalinist Ger Harmsen, en vervolgens terecht kwam in de boekenkast van de trotskist Karel ten Haaf. Min of meer hetzelfde geldt voor het deze week door mij verworven exemplaar van de door Jef Last geschreven dichtbundel Twee werelden: de aanblik van mijn naam op de door Jef Last gesigneerde Franse titelpagina zal de bibliofiele De Directeur waarschijnlijk welhaast fysiek pijn doen omdat hij vindt dat het boek nu niets meer waard is; naar mijn bibliofiele mening is het object juist interessanter geworden, want het draagt meer geschiedenis met zich mee.
Kortom, De Directeur: we zijn allebei bibliofiel, maar elk om een andere reden en dus op een andere manier.
5 opmerkingen:
die twee titels, links onder elkaar, die doen het hem wel...
welke titels bedoel je, der peter, ik begrijp je niet.
o wacht, nu zie ik het: links op de illustratie. inderdaad een leuke ready-made die de nu gangbare wijze van denken goed weergeeft. maar nog even kameraden, en de nu heersende mening is verleden tijd.
denk je? ik ben benieuwd. het borrelt wel, maar errug langzaam...
op Marktplaats is trouwens een aquarel van Last te koop, zag ik.
denken is een groot woord. maar ik hoop het en sluit het niet uit.
Een reactie posten