Het is weer de periode van het jaar waarin er weinig uit mijn vingers komt. Mijn is hier Kortsluiting-Groningen; maar gezien het gebrek aan activiteit op ons weblog lijdt ook Kortsluiting-Rotterdam waarschijnlijk aan dit euvel – of is hij als pasgetrouwde de afgelopen weken al zijn tijd bezig geweest met het aflopen van de leden van twee families? Hoe het ook zij, ik was zelfs te lamlendig om feliciterend te reageren op de juiste oplossing van de vorige Trotski Quiz (Literair). Dus dan maar even hier: proficiat, Jürgen Smit! Het volledige antwoord luidt: Boudewijn Büch – Links! Een rode burleske (Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1986), pp. 41-42. En ook heb ik verzaakt wat betreft het sturen van een beloofde top 10 naar Coen Peppelenbos, ter publicatie op zijn Peppelenblog (© Marjan). Binnenkort op Kortsluiting: onze boekentoptienen 2008 (voordeel: ze vallen meer op nu de hausse aan toppen tien voorbij is).
Komende week brengt de halve redactie door op het waddeneiland Schiermonnikoog, dus beloftes over een (vrijwel) dagelijks nieuw berichtje op dit weblog kunnen wij vooralsnog niet doen, in ieder geval niet gestand. Maar waarschijnlijk doet de midweek wonderen en gaan we daarna weer op volle kracht voorwaarts.
Voor nu de volgende vragen:
1. wie is de auteur van onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk werden deze alinea’s ontleend?
Ernst Toller – Een jeugd in Duitsland. Over zijn ervaringen tijdens en na de Münchener Radenrepubliek.
Vroeger beving me bij dergelijke boeken een eigenaardige opwinding. Stel nu eens dat de geschiedenis niet zo stom was geweest mijn geestverwante voorgangers te beletten de wereld te verbeteren… ja, stél.
Zouden socialisten, anarchisten en communisten iets beters hebben gemaakt van Duitsland? Zou Trotski of Boecharin iets beters hebben gemaakt van de Sovjetunie? Ik zou het graag geloven, maar op grond waarvan?
Wat hebben de joden gemaakt van Israël? Wat hebben de Vietnamezen gemaakt van Vietnam? Wat maakt mevrouw Aquino van de Filippijnen?
Hier en daar ontstaat een situatie die de voorkeur verdient boven de voorgaande. Soms wint het kleinste kwaad – maar wie loopt er nou warm voor het kleinste kwaad? Je wilt niet weer een situatie met haken en ogen, je wilt het paradijs.
Het vervelende van de geschiedenis is dat je een hekel krijgt aan álle mensen. Beulen en slachtoffers zijn deelgenoten in dezelfde smeerlapperij. Op den duur verliest zelfs het verzet tegen fascisme zijn geur van heiligheid.
Dit is een gevoel, geen gedachte. Misschien zou je het daarom niet moeten opschrijven. Op papier neemt een gevoel algauw de gedaante aan van een gedachte.
Een onbehaaglijk gevoel.
Komende week brengt de halve redactie door op het waddeneiland Schiermonnikoog, dus beloftes over een (vrijwel) dagelijks nieuw berichtje op dit weblog kunnen wij vooralsnog niet doen, in ieder geval niet gestand. Maar waarschijnlijk doet de midweek wonderen en gaan we daarna weer op volle kracht voorwaarts.
Voor nu de volgende vragen:
1. wie is de auteur van onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk werden deze alinea’s ontleend?
Ernst Toller – Een jeugd in Duitsland. Over zijn ervaringen tijdens en na de Münchener Radenrepubliek.
Vroeger beving me bij dergelijke boeken een eigenaardige opwinding. Stel nu eens dat de geschiedenis niet zo stom was geweest mijn geestverwante voorgangers te beletten de wereld te verbeteren… ja, stél.
Zouden socialisten, anarchisten en communisten iets beters hebben gemaakt van Duitsland? Zou Trotski of Boecharin iets beters hebben gemaakt van de Sovjetunie? Ik zou het graag geloven, maar op grond waarvan?
Wat hebben de joden gemaakt van Israël? Wat hebben de Vietnamezen gemaakt van Vietnam? Wat maakt mevrouw Aquino van de Filippijnen?
Hier en daar ontstaat een situatie die de voorkeur verdient boven de voorgaande. Soms wint het kleinste kwaad – maar wie loopt er nou warm voor het kleinste kwaad? Je wilt niet weer een situatie met haken en ogen, je wilt het paradijs.
Het vervelende van de geschiedenis is dat je een hekel krijgt aan álle mensen. Beulen en slachtoffers zijn deelgenoten in dezelfde smeerlapperij. Op den duur verliest zelfs het verzet tegen fascisme zijn geur van heiligheid.
Dit is een gevoel, geen gedachte. Misschien zou je het daarom niet moeten opschrijven. Op papier neemt een gevoel algauw de gedaante aan van een gedachte.
Een onbehaaglijk gevoel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten