Posts tonen met het label notities. Alle posts tonen
Posts tonen met het label notities. Alle posts tonen

zondag 11 mei 2014

donderdag 4 juli 2013

Een scenario

Voorafgaand aan de nachtdienst tijdens dewelke ik dit blogje typ, bezocht ik de Dichtclub in café Marleen. Ik had met Dichtclublid Renée Luth – Dichtclubluth – afgesproken dat we ‘gezellig’ zouden ‘bijkletsen’, en vooral zou ik haar vertellen over het filmscenario dat ik aan het schrijven ben. Het kwam er niet van: in de voordrachtvrije periodes stond ik buiten te roken terwijl Renée binnen aan het leuteren was. Daarom hier en nu een tipje van de sluier.
In het scenario is sprake van een dichter genaamd Karel ten Haaf die als gastdichter optreedt bij de Dichtclub in café Marleen. Wat hij daar voorleest is het slotgedicht uit zijn bundel Handboek ouderenseks. Dit is dat gedicht (het enige in de hele film):


‘Ik heb een keer gezegd
Niets is lekkerder dan een lul in mijn mond.
Ze kleurt een beetje, slaat de ogen verlegen neer. Geraffineerd.

‘Toen ik dat zei was ik een beetje dronken.
Maar het is wel waar.’
Ze glimlacht. Een gretig gebit komt bloot.

Denkt ze heus dat ik haar na deze mededeling niet anders zal bezien
omdat zij net na de twintig is en ik de vijftig al voorbij,
dat een man van mijn leeftijd een seksloos wezen is?

Mis.‘Ik zou liegen als ik zei dat ik je vriend beklaag,’ zeg ik
terwijl ik in gedachten een laatste keer de jeugd hervindend
in haar mond verzink. Zakdiep.

vrijdag 12 oktober 2012

Naar de drukker

Joepie! Van de straat is naar de drukker. Hierboven, als teasertje, het omslagontwerp (mét flappen).
Over de presentatie van deze uitgave van Uitgeverij Passage binnenkort meer.
En hieronder, tipje van de sluier, een beetje binnenwerk: de inhoudsopgave op p. [224]:

zondag 2 september 2012

Telefonie

Wat zegt u? Of ik Engels spreek? Yes.

vrijdag 25 mei 2012

Op de werkvloer

‘Ik zal u langzaam doorverbinden, zodat u tijd heeft om uw mond leeg te eten.’

donderdag 11 augustus 2011

Denkend aan Stefan

Een zelfontspanner van het merk masturbant is nooit grappig.

zondag 8 mei 2011

[prozagedicht zonder titel]

Ik had er een geweldige voorstelling van, maar het was een heel eng mannetje geworden. Kaal en bleek en van die benige handjes. En toen zei hij ook nog op die reünie: ‘Zal ik je naar huis brengen?’ Ik zeg: ‘Je bent niet goed snik.’

zaterdag 12 maart 2011

er blijft ze daar ook niets bespaard

er is bovendien een gerede kans dat dit jaar de k-1 failliet gaat


er is zojuist een kerncentrale ontploft in japan
er komt straling vrij
er worden jodiumpillen uitgedeeld
er lijkt een meltdown bezig
er wordt geëvacueerd tot op twintig kilometer
er is geen gevaar voor de volksgezondheid

dinsdag 14 december 2010

Het leven weer opgepakt


Zo, de sport ligt achter ons, kunnen we nu weer aan het werk. In Groningen is eindelijk echt begonnen (zie illustratie) aan de novelle Witte koorts – het streven is: eind volgend jaar in de winkel.
Van de straat (prozie/poëza) – najaar 2011 in de schappen bij de boekhandel – nadert de voltooiing.
Verder in de pen: Door het donker (roman) en Alleen de titel is nog niet af (roman); het laatstgenoemde werkje werd eerder aangekondigd als Stinkende heelmeesters.
O, wat heb ik het druk.

woensdag 28 april 2010

Strijdbare schoonheid


Het mooiste aan het schrijven van een boek is het bedenken ervan, het componeren. Wat daarna komt, de fysieke daad van het schrijven, het opschrijven dus eigenlijk, vind ik helemaal geen leuk werk – wat ik uiteindelijk op papier krijg is altijd minder dan wat ik in het hoofd had. Misschien is dat wel goed: kreeg ik één boek op papier zoals ik het bedacht heb, ik zou waarschijnlijk nooit meer durven schrijven omdat ik mezelf niet meer zou kunnen verbeteren.
Maar vooralsnog, het K-1 boek net naar de drukker, ben ik fijn aan het componeren in mijn hoofd. Een novelle, twee romans en een bundel klein spul. Heerlijke tijd. De kop vol schoonheid. En vol engagement: de novelle en één der romans zijn politiek geladen. Politieke betrokkenheid kan ook in de kunst mooie dingen opleveren – al is het tegenwoordig niet in de mode om dat te vinden. Dit hele verhaal is eigenlijk gewoon een inleiding tot wat geloof ik een link-dump heet: het prachtige nummer Malcolm X van The Beatnigs, geweldige band van alweer ruim twintig jaar geleden. Ter inspiratie.


vrijdag 22 mei 2009

maandag 13 april 2009

zaterdag 6 december 2008

K-1: De spanning stijgt


Hoera! Het is 6 december. Nog enkele uren en er is een nieuwe kampioen. Maar tot de SBS6-uitzending van vanavond laat: nagelbijten, internet ontwijken want bang zijn per ongeluk een uitslag te zien, geen radio luisteren, de tv uitlaten (nee, niet als een hondje - of moet ik hier met twee woorden spreken om de juiste betekenis uit te drukken?), niet de straat op uit angst een gesprek op te vangen tussen twee vechtsportliefhebbers die de live stream bekeken hebben; kortom allenig binnenshuis rondhangen en wat verveeld drentelen, want te nerveus om een boek te kunnen begrijpend lezen, in afwachting van de komst van de poëtische K-1 supportersvereniging en in de hoop dat geen van de verwachte gasten de uitslag al weet en zijn mond voorbijpraat. Wat een zenuwendag. Hoera!

Plagiaat


Tijdens de Dichtclub van woensdag jongstleden overhandigde Toffe Gast Stefan bijgaande Boomerang-kaart aan Toffe Gast Karel onder het uitspreken van de bloemrijke zin ‘Voor op je weblog’.
Deze prentbriefkaart is zacht uitgedrukt heel duidelijk gebaseerd op een hoofdstuk uit Snackhal Leo, het enige boek dat Die Toffe Gasten wél samen schreven. De gehele tekst van bedoeld sjapiter, getiteld Nominaties voor ‘De wipkip van de week’, dat de complete pagina 119 voor zo’n tweederde vult, werd al eerder op dit weblog geplaatst.



Die Toffe Gasten – Snackhal Leo, werd begin 2008 uitgegeven door Uitgeverij 05 te Groningen. Het prachtwerk bevat 145 dichtbeschreven pagina’s, kost slechts tien euro, en is hier te bestellen.

vrijdag 5 december 2008

Arbeid

‘Goedemorgen, UMC Groningen.’
‘Mag ik afdeling Cornelis drie?’
‘Jazeker, ik verbind u Dirk oor.’

maandag 17 november 2008

I’ve got mail!


Vandaag twintig jaar geleden ging de eerste mail over het wereldwijde web; een virtuele postbode sjeesde over de digitale snelweg van de VS naar Nederland, alwaar Piet Beertema zijn elektronische post ontving en opende. Hij las: “Dit is om je te laten weten dat de status van het netwerk is veranderd tot verbonden.”
Ik was iets later van de partij dan Piet. In maart 2000 kreeg ik verkering met mijn huidige De Verloofde, en daar zij op haar werk “iets met computers” deed, en thuis een pc met internetaansluiting via de telefoon bezat, vond ze dat ik moest leren hoe te e-mailen. (Ik bezat toentertijd weliswaar een computer – ik geloof dat het een 280’er heette, of en 480’er; ik weet het niet meer, maar zoiets was het – waarmee ik in MS-DOS teksten kon verwerken, maar die niet krachtig genoeg was om een internetverbinding aan te kunnen.) Op een avond in mei maakte De Verkering via heur pc een hotmail-account voor me aan en legde ze me uit hoe het werkte, waarna we opgewekt en -gewon-den te bed togen.
De volgende dag ging De Verkering naar haar werk, waarvandaan ze me een mailtje zou sturen. Ik zette mij in de loop van de middag achter haar pc, belde in (voor de jonge lezers: maakte via een telefoonverbinding contact met het internet), en probeerde eens wat. Met resultaat. Het was in de namiddag van dinsdag 23 mei 2000 dat ik mijn eerste elektronische post ontving en opende. Ik las:

From: t.s.c.pelupessy lich02@kpn.com
To: kareltenhaaf@hotmail.com
Date: Tue, 23 May 2000 16:43:55 +0200
Subject: ja, ik ben het wel...

Hotmalewonder!

't Is je gelukt. Knap. En welkom in de digitale wereld. Vanavond zal ik je leren hoe je mij kunt antwoorden. Dat moet namelijk ook naar die pelupessy, want ik heb geen eigen account (email adres) hier. Het verplicht me ook iedere morgen om haar wachtwoord te gebruiken. Lentedagen. En nou doe weer.
Dus ik begin al saggerijnig. Ja, ik weet wel dat je het als chagrijnig moet schrijven, maar dat ziet er minder saggerijnig uit.
Ik verveel me. De uiterst geavanceerde koffiemachine hier heeft een intrigerend knopje “koud water”, dus die heb ik geprobeerd. Het klopte. IJskoud water zelfs.
Ik heb net loonsverhoging gekregen van de aardige man Jan. Twee stappen. Wat dat inhoudt weet ik ook niet, maar het is in ieder geval meer geld, dus goed. Dat had nogal wat commotie veroorzaakt bij de juffies hier, want ik had via de mail, op aanraden van het leeghoofd van het uitzendbureau, gevraagd om schaal 7 en dat was fout. Dat was de directeurenschaal.
Ik mis je. En het is nog maar 16:37, dus voor m'n fatsoen kan ik er nog niet tussenuit naaien. Ik begin maar vast voorzichtig op te ruimen en dan zien we wel wat er van komt. Tot zo. Kusje.

Moi, Marjan

zaterdag 15 november 2008

Feestelijk

De A is van Assen
Daar wonen wij graag
(...)

vrijdag 14 november 2008

Dank voor de Duikersklok


Onlangs kwam ik via via en via mail weer in contact met de sedert lang uit Groningen vertrokken Erik Nieuwenhuis, een jongen (nu hoogstwaarschijnlijk man) met wie ik minimaal tien jaar geleden, maar het kan ook best vijftien zijn, voor het laatst een pilsje gedronken heb. Dat zal geweest zijn rond de tijd dat mijn gaskachel het begaf, en ik van Erik een toen al antiek exemplaar in bruikleen kreeg. En wat voor één: de leukste kachel die ik ooit zag – ik doopte hem onmiddellijk “de duikersklok”. Het ouwe beestje vervoeren had nog enige voeten in de aarde, want de verhuizing moest per fiets geschieden, en daar het geen lichte jongen is steigerde mijn stalen ros zodra ik de duikersklok op de bagagedrager plaatste. Dus moest ik staand op de trappers, zwaar hangend over mijn stuur, trachten mijn evenwicht te bewaren terwijl ik door de drukke binnenstad manoeuvreerde – voorwaar een Hollandsch tafereeltje.
De kachel is sindsdien enkele malen met mij meeverhuisd, en verspreid nog steeds warmte en gezelligheid in mijn ook verder niet al te modern interieur. Duikersklokkie heeft inmiddels wel klauwen met geld gekost aan reparaties – want de onderdelen worden sinds lang niet meer gemaakt – maar hij is het meer dan waard. Nu maar hopen dat hij deze maand weer door de jaarlijkse keuring komt.
Na al die jaren trouwe dienst was de kachel mij zo eigen, dat ik hem als de mijne beschouwde. Dit nu, was niet geheel conform de waarheid: hij was nog steeds eigendom van Erik Nieuwenhuis (daar is hij weer). En nu heeft Erik mij de kachel geschonken. Hoera en hulde en duizend maal dank.
Over zijn liefde voor deze kachel mailde Erik mij:

Het is november en als het november is (en anders nooit) word ik soms geplaagd door weemoed naar de stank van de suikerfabriek. Die kachel maakt deel uit van de valse herinneringen die mij (uitsluitend in november) doen denken dat het zo slecht niet was in Groningen. En zoveel is waar: hoe beroerd het ook was al die jaren, als ik thuiskwam stond die kachel er. Ik begrijp heel goed waarom jij er gehecht aan bent geraakt. Het is een kachel met geschiedenis. Ik denk dattie heel goed tot z'n recht komt in een kamer waar ook de laatst overgebleven banden van het verzameld werk van Lenin op de boekenplank staan.
Ik woon in een nieuwbouwhuis zonder gasaansluiting. Het zou niet in de geest van Lenin zijn hem terug te vragen voor decoratief gebruik. Maar zie je: ik was bezorgd dattie misschien in verkeerde handen was geraakt. Dat je hem misschien bij het grofvuil had gezet, ik durfde er geeneens aan denken. Je hebt me gerustgesteld. Als je goed voor hem zorgt, mag je hem van nu af aan als de jouwe beschouwen. (Ik heb er indertijd wel degelijk een punt van gemaakt dat het geen gift maar een lening was).

En over de geschiedenis wist hij te melden:

Ik ken vier mensen die de kachel in hun bezit hebben gehad. Een van hen was de schaker Eddie Janssen, die beter kon drinken dan schaken, maar zonder wie ik nooit de Toverberg zou hebben gelezen. Een ander mijn ex-vrouw Marije W. Er was een tijd dat ik haar graag met d'r billen op deze zelfde brandende kachel had gezet, maar ik ben milder geworden met de jaren. Zelf heb ik me er vaak aan gebrand (op mijn linkerdijbeen zit nog altijd een rechte streep littekenweefsel. Nog een geluk dat ik zo'n grote jongen was). Er is veel bij gehuild, soms ook gelachen. Misschien ook wel geneukt, dat herinner ik me niet meer zo precies. Ik raad het jou in elk geval af, want hij kan gevaarlijk heet worden.

Gevaarlijk heet wordt hij nog steeds. Copuleren bij de kachel heb ik nooit gedaan – en zal waarschijnlijk ook niet meer gebeuren; ik ben inmiddels een jaartje ouder en te stram voor acrobatiek op de vloer. Wel heb ik ooit, al televisiekijkend, voor de kachel de blote borstjes van een inmiddels vroegere vriendin gestreeld.

vrijdag 17 oktober 2008

Liefje


‘Mooierd.’
‘Ook met mijn domme brilletje op?’
‘Jazeker. Daar kijk ik doorheen.’

maandag 13 oktober 2008

Doe het zelf

Je moet dit niet hierin steken, maar dat daarin.