Voorafgaand
aan de nachtdienst tijdens dewelke ik dit blogje typ, bezocht ik de Dichtclub
in café Marleen. Ik had met Dichtclublid Renée Luth – Dichtclubluth – afgesproken
dat we ‘gezellig’ zouden ‘bijkletsen’, en vooral zou ik haar vertellen over het
filmscenario dat ik aan het schrijven ben. Het kwam er niet van: in de
voordrachtvrije periodes stond ik buiten te roken terwijl Renée binnen aan het
leuteren was. Daarom hier en nu een tipje van de sluier.
In
het scenario is sprake van een dichter genaamd Karel ten Haaf die als
gastdichter optreedt bij de Dichtclub in café Marleen. Wat hij daar voorleest
is het slotgedicht uit zijn bundel Handboek
ouderenseks. Dit is dat gedicht (het enige in de hele film):
‘Ik
heb een keer gezegd
Niets is lekkerder dan een lul in mijn
mond.’
Ze
kleurt een beetje, slaat de ogen verlegen neer. Geraffineerd.
‘Toen
ik dat zei was ik een beetje dronken.
Maar
het is wel waar.’
Ze
glimlacht. Een gretig gebit komt bloot.
Denkt
ze heus dat ik haar na deze mededeling niet anders zal bezien
omdat
zij net na de twintig is en ik de vijftig al voorbij,
dat
een man van mijn leeftijd een seksloos wezen is?
Mis.‘Ik
zou liegen als ik zei dat ik je vriend beklaag,’ zeg ik
terwijl
ik in gedachten een laatste keer de jeugd hervindend
in
haar mond verzink. Zakdiep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten