Posts tonen met het label Sneevliet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Sneevliet. Alle posts tonen

dinsdag 9 december 2008

Een vuurrood stel


Nieuw op Onvoltooid Verleden, “website voor de geschiedenis van sociale bewegingen”: het artikel Henk Sneevliet en Betsy Brouwer – geschreven door Dick de Winter en Jan Hekkenberg.
En wat is de link met Kortsluiting? Betsy Brouwer vertaalde Trotski’s Mijn leven in het Nederlands. Een fotografische herdruk van deze uit 1930 stammende vertaling verscheen dit jaar in de Nederlandstalige Trotski Bibliotheek (in twee banden, de delen 5 en 6). Deze NTB wordt uitgegeven en bezorgd door Kortsluiting redactie Groningen; de facsimile uitgave van Mijn leven kost 30 euro, en is te bestellen via boekwinkeltjes.nl (zoek onder boekhandeltje PALVU). Binnenkort krijgt de uitgeverij van de NTB, Revolutionair-Socialistische Publicaties (RSP), een eigen weblog – en een linkje via Kortsluiting, als redactie Rotterdam geen bezwaar heeft.
(Voor Henk Sneevliet op Kortsluiting zie hier en ook een beetje hier.)

zondag 3 augustus 2008

Discriminatie


Op het weblog van Coen Peppelenbos staat een leerzaam stukje: bij de dood van Jacob Israël de Haan haalt een vroegere vriend, de schrijver Henri Borel, herinneringen op. Hij schrijft op 2 juli 1924 in Het Vaderland:

Ik heb hem gekend toen hij zijn Pijpelijntjes had uitgegeven, en zijn S.D.A.P.-vrienden hem er om verstieten, en hij niet meer in Het Volk mocht schrijven, en hij als een geschuwde paria rondliep. “Durf je nog met me te loopen” zeide hij eens in Amsterdam tegen me “pas op, daar komt een Gids-redacteur aan!” Dat was in 1903.

En hoewel homoseksualiteit na de Russische Oktoberrevolutie van 1917 onmiddellijk gelegaliseerd werd (om enkele jaren later onder Stalin weer te worden verboden!), bleef het, ook in de revolutionaire beweging, nog erg lang een taboe – zoals moge blijken uit onderstaand citaat, waarin Sal Santen beschrijft hoe zijn schoonvader Henk Sneevliet, leider van de Revolutionair-Socialistische Arbeiders Partij, hem vertelt over een gesprek dat hij had met Niek Engelschman (die na de Tweede Wereldoorlog aan de wieg stond van het COC). De nu volgende passage speelt zich af eind jaren dertig van de vorige eeuw (als ik het goed heb in 1938):

‘Ik heb gisteravond je vriend Nico bij me gehad. Hij wil uit de partij en uit de jeugdbeweging.’
Nico? Die altijd zo hard werkte? En oom Henk die het zo rustig vertelde, ofschoon hij anders te keer ging als iemand de beweging verliet?
‘Het is geen politieke breuk. En een rustende schutter worden wil hij ook niet. Het ligt heel moeilijk. De jongeman is homoseksueel, heeft hij me verteld, en voelt zich verschrikkelijk eenzaam tussen al die anders gerichten, vooral omdat hij zijn eigen geaardheid moet verbergen. Nu wil hij iets gaan doen voor de rechten van de homoseksuelen, die hij een onderdrukte minderheid noemt en het misschien ook zijn. Ik heb hem mijn zegen gegeven.’

[Sal Santen – Sneevliet, rebel (Amsterdam, 1971), p. 35.]

Inmiddels is het binnen de socialistische beweging gelukkig heel vanzelfsprekend om homoseksuelen als onderdrukte minderheid te beschouwen. En hoewel er de afgelopen eeuw veel ten goede verbeterd is, mede dankzij zelforganisatie van homoseksuelen (momenteel in strijdbare kring ook wel holebi’s genoemd), drukken bovenstaande citaten ons weer even met de neus op de feiten dat acceptatie niet vanzelfsprekend is en dat waakzaamheid tegen discriminatie dus geboden blijft. We zij er helaas nog lang niet.

dinsdag 27 mei 2008

Voolooldeel?


Sinds enkele dagen is de Groninger Helft van Kortsluiting (1962) in het trotse bezit van een origineel kunstwerk: een door Franz Holß (Franz Wilhelm Meyer, 1906-1957) gemaakte tekening in Oost-Indische inkt van het konterfeitsel van de revolutionair Henk Sneevliet (1883-1942). Het betreft hier de tekening die staat afgedrukt voorin de door Max Perthus (Piet van ’t Hart, 1910-1975) geschreven biografie Henk Sneevliet. Revolutionair-socialist in Europa en Azië (1976).

Leuke anekdote: in China, waar Sneevliet begin jaren twintig van de vorige eeuw namens de Communistische Internationale (1919-1943) meehielp bij het oprichten van de Communistische Partij (1921), gebruikte hij de schuilnaam Maring. In 1936 vertelde Mao (1893-1976) zijn levensverhaal aan de Amerikaanse journalist Edgar Snow (1905-1972), die de gesprekken omwerkte tot het boek Red Star over China (1937). In dit boek lijkt Sneevliet merkwaardig genoeg niet voor te komen, en ook Maring lijkt niet genoemd te worden. Lijkt. Want hij komt wel degelijk voor, als
Ma-lin.