Karel ten Haaf (1962) wordt hogelijk gewaardeerd – vooral door zichzelf – als prozaïst. Zijn meest recente publicaties op dit vakgebied zijn de roman Geen zomer meer en de novelle Bokkenvla (beide Uitgeverij Passage, Groningen). Als dichter geniet hij vooral vermaardheid in het kroegencircuit, dit in weerwil van het feit dat hij soms wel eens droog staat. Zijn gedichten werden gepubliceerd in tijdschriften alsmede in een negental eigenbeheer bundels. De tiende dichtbundel was niet alleen zijn officiële debuut als dichter, maar tevens het dikste poëziedebuut uit de geschiedenis van de Nederlandstalige letteren. De woordkunst van Ten Haaf wordt door de pers zeer divers gewogen: het Dagblad van het Noorden had het over “platte prietpraatpoëzie”, Vrij Nederland maakte gewag van “een bijzondere leeservaring”, terwijl Trouw zijn werk kenschetste als “opwindend”. O ja: de in december 2007 bij Uitgeverij Passage te Groningen verschenen, 544 pagina’s tellende bundel heet meisjespijn. In 2008 verscheen zowel Die Toffe Gasten - Snackhal Leo (samen met Stefan Nieuwenhuis geschreven) als Mieke Maaike van het Noorden - Schimmel (samen met Marjan Feith geschreven), en in 2009 het solowerkje Mijn Nieuwe Roman.
In 2010 zag Zieteratuur het licht; een bloemlezing concrete en visuele poëzie uit Nederland en Vlaanderen. Eveneens in 2010 (en eveneens bij Passage) verscheen K-1, van de schoonheid en de kracht - dit vechtsportboek schreef Karel ten Haaf samen met
Daniël Dee (1975) verwierf bekendheid met zijn debuutbundel 3D – schetsjes van onvermogen (uitgeverij Passage, Groningen) en als samensteller van de bloemlezingen Vanuit de lucht, Kutgedichten en Klotengedichten (de laatste twee samen met Tsead Bruinja). Zijn gedichten verschenen in diverse literaire tijdschriften (o.a.: Passionate, Het liegend konijn en Krakatau) en enkele bloemlezingen (o.a.: De Dikke Komrij en de Spiegel van de moderne Nederlandse en Vlaamse dichtkunst). Hij droeg zijn gedichten voor door heel Nederland en België, onder andere op festivals als de Wintertuin en Lowlands. Dee geeft veelvuldig workshops.
Zijn tweede bundel Vierendeel (Uitgeverij De Geus, Breda) werd door het dichterspanel van de poëzieclub verkozen tot Poëzieclubkeuze zomer 2005. In 2007 verscheen bij uitgeverij Passage zijn derde bundel getiteld Koffiedik zingen. Momenteel is Dee huisdichter van het radiostation KinkFM en vaste recensent van het poëzietijdschrift Awater. Ook levert hij culturele bijdragen aan nu.nl en de krant Rotterdam Vandaag & Morgen. Daarnaast bezit Dee alle platen van de Fuckups.
In 2009 verscheen de bloemlezing Meesterwerk, waarin Daniël Dee 37 jonge dichters heeft gevraagd om een poëtisch antwoord te formuleren op hun favoriete gedicht. Meesterwerk bevat zowel de klassieke gedichten als de moderne versies, naast elkaar.
Voor meer indrukken kijk op: http://www.danieldee.nl/.
3 opmerkingen:
Totdat ik Alice Dee ontdekte, was ik geen fan van hermetische poëzie.
Dank Marjan!
Dit gedicht weerspiegelt mijn intens bezig zijn met zeer persoonlijke problematiek.
Daarmee hebt u het hoofdthema van alle hermetische dichters in één keer gevangen, mevrouw Dee.
Ik volg uw zoektocht naar de juiste vorm voor uw Twitternaturalisme met grote belangstelling en gepaste aanmoediging. Er zingt iets in u.
Een reactie posten