dinsdag 30 juni 2009

Ideële reclame


Of geëngageerde visuele poëzie?
Wat het ook zij: bovenstaand T-shirt is te bestellen in de maten S / M / L / XL / XXL, door overschrijving van €19,75 (dat is inclusief verzendkosten) naar bankrekeningnummer 355981904 t.n.v. H. Hoogenboom, onder vermelding van: "T-shirt 1" + de gewenste maat + naam & adres.

maandag 29 juni 2009

Geen luiheid

Dit is een beetje een saai blog, de laatste tijd. Dat komt zo: de redactie is momenteel razend druk met het afronden van twee dichtbundels, een roman, een verhalenbundel en een bloemlezing concrete en visuele poëzie; naast dit alles werkt de voltallige redactie aan een gezamenlijk boekproject waarover nu nog geen nadere details naar buiten gebracht kunnen worden.
Vergeef ons de betrekkelijke blogstilte; het komende jaar zult u meer van ons lezen kunnen dan u lief is.
Laten we nu zien waar een deel van de redactie zich terugtrekt ter ontspanning in deze arbeidzame tijden – want ondanks de drukte moeten we natuurlijk wel gedane beloftes inlossen, dus hier wat impressies van de inmiddels bekoorlijk bloeiende tuin bij het zomerverblijf van de Groninger redactie:


















































zondag 21 juni 2009

Literaire Trotski Quiz (33)


De voorgaande opgave bleek nogal eenvoudig – binnen no time was de juiste oplossing binnen. Maar dat mocht ook wel weer een keer, want de twee daaraan voorafgaande vragen werden met in totaal slechts één poging beantwoord, zo moeilijk waren ze.
Dit keer weer een volgens ons redelijk gemakkelijke quiz.

De vragen:
1. welke literator schreef onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig werk werd deze alinea ontleend?

Tijdens een collecte voor de Vietcong was er een man naar me toe gekomen die het revolutionaire bedrag van een kwartje in mijn collectebus stopte en zich daarna bekendmaakte als de persattaché van de russische ambassade. Hij vroeg of hij eens langs mocht komen en ik zei dat ik daar geen bezwaar tegen had. Ik dacht, dat is zomaar een frase, dat doet hij nooit. Maar na een paar maanden belde hij me op en we maakten een afspraak. Hij kwam aan met een fles russian vodka, de goeie, Moskovskaya, en een grammofoonplaat van Scriabin, symphony no. 3, ‘The Divine Poem’, was onberispelijk gekleed als een spion uit een James Bondfilm, sprak griezelig goed nederlands en droeg een zwartlederen diplomatenkoffertje zo onopvallend met zich mee, alsof het aan zijn demi-saison gekleefd zat, dat ik me pas veel later afvroeg waarom hij die plaat en die fles drank er niet in had en wat er wel uit mocht komen. Niets. Er zat kennelijk iets in dat het daglicht niet kon verdragen. En dat bleek. Want toen Voske de deur met een krachtige zwaai opensprong, wat hem een kleine maar heftige schrikreactie bezorgde die hij verdacht snel onder controle had, liep ze meteen op het koffertje af zoals ze altijd deed als er vrouwen met tassen bij me op bezoek waren. (Voor dieren geldt kennelijk het verbod niet dat je in geen geval de tas van een dame mag besnuffelen.) Maar toen ze er een paar meter van verwijderd was beef ze ineens stokstijf staan alsof ze bij toverslag in de Nijldelta gemummificeerd was. Alleen haar oren spitsten zich. Zo bleef ze een hele poos luisteren naar het draaien van een bandrecorder die zich daar in het binnenste van het zwarte leder moest bevinden, toen tilde ze haar rechtervoorpoot op en trilde ermee zoals ze altijd deed als ze haar onbehagen wilde uitdrukken. Met een hoge rug liep ze weg en bleef de hele verdere avond op veilige afstand, met vervreemde kologen, van de russische persattaché naar het diplomatenkoffertje zitten kijken. Van tijd tot tijd keek hij bevreesd naar de kat alsof hij vermoedde dat de geest van Trotski in haar gevaren was. En terwijl hij erover sprak dat er zoveel negatieve kritiek op Rusland in de pers kwam en of ik niet eens een reis door zijn onmetelijke steppenland wilde maken om er daarna wat onbevooroordeelder over te schrijven, merkte hij op dat hij katten onbehaaglijke dieren vond. Ze konden je zo ondoorgrondelijk zitten aankijken dat het eng was. En dat moet het ook wel voor hem geweest zijn, want het was puur Edgar Allan Poe tegen de KGB.

woensdag 17 juni 2009

De Hoofdpersoon naar de uitgever


Nu de Kortsluiting-redactie het unaniem erg druk heeft – deadline volgt op deadline – leek het ons een goed idee om hier maar weer een fragment te publiceren uit de ons ter beoordeling voorgelegde roman De Hoofdpersoon, geschreven door Laura Scheer-Oldeheuvel. De schrijfster, wier hoofd dit blogje fotogeniek siert en wier Hoofdpersoon een ik-figuur is van het mannelijk geslacht, heeft ons te kennen gegeven dat het typoscript van haar debuutroman binnen twee weken zal worden ingeleverd bij uitgever Anton Scheepstra – de auteur hoopt dat haar eersteling volgend voorjaar in de winkel zal liggen. De nu volgende alinea’s zijn afkomstig uit hoofdstuk vijf: “Geheime Diensten”.

Afgelopen weekend moest ik optreden in Amsterdam, tijdens een Erotic Poetry Night – jawel. Terwijl ik, pilsje in de knuist, zat na te genieten van mijn succesvolle voordracht werd ik opeens verjaagd van mijn plekje aan de bar. Ik moest plaats maken voor een female act. Het bleek te gaan om een juffrouw die zich, al kronkelend rond een paal, staande op de toog, langzaam van haar kleding ontdeed. Op zich kan dat best een aangenaam gezicht zijn natuurlijk, maar deze strippende paaldanseres kwam op in een roze jurkje dat mij onmiddellijk deed denken aan een meisje van nog geen tien jaar - een enorme lolly in haar mond had niet misstaan. En daar begrijp ik dus niets van: waarom is dat toch, die kinderachtige verkleedpartijen van sekswerksters – moet dat onschuld suggereren? Dat is dan prima gelukt bij mij: dankzij haar outfit had er ik subiet geen behoefte meer aan om haar naakt te zien; kinderen en lust zijn wat mij betreft twee volstrekt van elkaar losstaande grootheden (ze zijn volkomen incompatibel, zoals dat in modern Nederlands heet).
De begeleider van de paaldanseres, laat ik vriendelijk zijn en hem haar manager noemen, was een wandelende karikatuur van zijn beroepsgroep: middelbaar van leeftijd, witte schapenkrulletjes op het hoofd, T-shirt in de broek zodat zijn vette bierbuik goed uitkwam, slobberige spijkerbroek rond de oude hangkont en natuurlijk een bij zijn outfit (maar waarbij niet?) volkomen misstaande brede gouden schakelarmband. Op de borst van deze meneer prijkte het woord Chick. En toen viel alles opeens op zijn plaats: de oprichter van het betreffende pornotijdschrift heeft immers jaren in de bak gezeten wegens het verkrachten van zijn minderjarige dochter (of dochters, daar wil ik vanaf zijn). De bewijsvoering was rond in een vloek en een zucht: hij publiceerde foto’s van de gewelddaad in zijn ranzige blaadje. Tot mijn genoegen kan ik je melden dat de man, volkomen berooid en fascist geworden, uiteindelijk verzopen is in een Amsterdamse gracht. Een ander, wel bonafide (voorzover dat kan als zakenman), die rijk geworden is dankzij de “seksuele revolutie” in de jaren zestig van de vorige eeuw is de oprichter van Candy, Peter J. Muller. Misschien ken je hem: alvorens genoemd seksblad op te richten, zette hij enkele voorzichtige schreden op het pad van de literatuur. In zijn inmiddels onvindbare boekje De Verwekkers staan, naast verhalen, een paar niet onaardige gedichten – ik zal er één voor je overnemen:

Ik ken maar weinig provo’s
die ook lang haar van binnen hebben

woensdag 10 juni 2009

Poetry herstelt oude Rotterdam-traditie


Het protest van vorig jaar heeft effect gehad: het Poetry International Festival Rotterdam herstelt een oude traditie. Op de vooravond van de veertigste editie van het poëziefestijn in de Rotterdamse Schouwburg is er na jaren van afwezigheid weer een Rotterdams voorprogramma om de banden met de Maasstad te benadrukken. Lees hier het hele AD-artikel.

dinsdag 9 juni 2009

Matters en matjes

Je moet wat, wanneer het tijdens de nachtdienst niet erg druk is. Ik ging op zoek naar de slechtste profbokser. Door Henk Landkroon, liefhebber van de pugilistiek, was ik al eens gewezen op de uiterst korte profcarrière van Brian Sutherland, die in zijn eerste en tevens laatste partij aantrad tegen Kenny Rainford. Let er ook even op hoe beleefd Brian reageert wanneer de scheidsrechter zijn obligate praatje afsluit met ‘Any questions?’



Vannacht ontdekte ik nog een kanshebber voor de titel: Pat Huerta. Na slechts drie partijen als amateurbokser werd hij prof. In zijn eerste partij trad hij aan tegen Robert Bailey. Ziehier de professionele boksloopbaan van Pat ‘Woest en Ledig’ Huerta:



Zou het te maken hebben met hun kapsels?

maandag 8 juni 2009

Kandidaat Kwisthout over de identificatieplicht


Naar aanleiding van dit stukje over de stembusperikelen van Kortsluiting-Groningen afgelopen donderdag, stelde René de vraag: “wat zou Johan Kwisthout hier zelf van vinden?” Ik beloofde hem om het aan Johan te vragen. Hier zijn reactie:

Beste Karel,

je vraagt me te reageren op de berichten op je blog over het stemmen en de identificatieplicht. Allereerst dank voor je voornemen op om mij te stemmen. In tegenstelling tot Joe Higgins zal ik geen zetel halen in het Europees Parlement, maar een significant aantal voorkeursstemmen voor een revolutionair socialist is altijd een mooi signaal.

Nu inhoudelijk. Het systeem met stempassen heeft, ten opzichte van het oude systeem met oproepingskaarten, een voordeel en diverse nadelen. Het voordeel is dat een kiezer kan stemmen in een stembureau naar keuze in zijn of haar gemeente en daarmee dus gefaciliteerd wordt. Nadeel is, dat de kiezer niet zonder (verloren gegane) stempas kan gaan stemmen, én dat het systeem niet waterdicht is en het ronselen van stemmen mogelijk maakt. Om dit onmogelijk te maken is de legitimatieplicht ingevoerd. Omdat er geen registratie van kiezers is op de stemdistricten, zou je niet alleen met je eigen pas kunnen stemmen, maar ook met die van anderen die qua geslacht en leeftijd in ieder geval enigszins in de buurt komen. Natuurlijk niet allemaal in hetzelfde stembureau (alhoewel mensen daar ook afgewisseld worden), maar je had zonder problemen 20 stempassen kunnen verzamelen - of ontvreemden - en 20 stemmen uit kunnen brengen in Groningen. Iedere keer 1 voor jezelf en 2 machtigingen. Dat probleem was er natuurlijk ook met de oude oproepingskaarten, alleen was het daar wat minder nadrukkelijk aanwezig omdat je verplicht was in het op de kaart genoemde district te stemmen.

Om dit probleem te dichten is de legitimatieplicht ingevoerd. Vroeger was het een recht van de voorzitter van het stembureau om kiezers om hun legitimatie te vragen en hen bij weigering hun stemrecht te onthouden. Nu is het de plicht van de voorzitter om dit te doen. In ieder geval is hier enige willekeur weggenomen.

Dan speelt de vraag wat erger is: een mogelijkheid tot fraude openlaten, of een legitimatieplicht hanteren. Ik constateer ten eerste dat die fraudemogelijkheid al eerder aanwezig was, en dit geen reden vormde om legitimatie te eisen; ten tweede dat ook met legitimatieplicht fraude/ronselen nog steeds op allerlei manieren mogelijk is (bijvoorbeeld met volmachten); ten derde dat de bekende gevallen van fraude bij de verkiezingen van 2006 betrekking hadden op fraude van een stembureaulid wat er op enigerlij wijze in slaagde om iedereen op hemzelf te laten stemmen. Ten laatste zij opgemerkt dat het handmatig tellen waarschijnlijk meer fouten heeft geïntroduceerd als door fraude het geval is geweest. Kortom, hier is een verplichting ingevoerd die iedere redelijke grondslag mist.

Het enige positieve wat ik hieruit kan halen is dat niet alleen 'krakers, autonomen en ander langharig werkschuw tuig' de l*l zijn, maar dat ook de snelle commerciële jongen strak in het pak zich moeten legitimeren. Stembureauleden zijn doorgaans zelfs nog plichtsgetrouw genoeg om hun eigen partner om legitimatie te vragen.

In het onderhavige geval had ikzelf waarschijnlijk meer waarde gehecht aan mijn stemrecht dan aan de wens mij niet te legitimeren, maar ik vind het toch interessant dat je de zaak hoog op speelt. Daarnaast is het een interessante casus om te bekijken of de in de wet opgenomen legitimatieplicht niet strijdig is met Europese wetgeving met betrekking tot stemrecht. Ik ben benieuwd!

mkg
Johan

Vizie


zondag 7 juni 2009

vrijdag 5 juni 2009

Zie: poë


Stijve kop


‘Wat heb jij soms toch ook een stijve kop,’ zei één van mijn collega’s gisteren toen ik vertelde geweigerd te hebben om me te legitimeren in het stembureau.
En een stijve kop heb ik inderdaad. Dus belde ik zojuist de politie.
Een vriendelijke vrouwenstem zei: ‘Regiopolitie Groningen, u spreekt met Van der (...), waarmee kan ik u van dienst zijn?’
‘Ik wil graag aangifte doen van onrechtmatige ontneming van het stemrecht, en ik vroeg me af of dat telefonisch of via het internet kan, of dat ik daarvoor naar het politiebureau moet.’
‘O, dat moet ik even overleggen. Daarop kan ik u niet onmiddellijk een antwoord geven, moet ik eerlijk toegeven.’
Ik werd even “in de wacht gezet” zoals wij telefonisten dat noemen.
‘Kunt u misschien nader toelichten hoe u het stemrecht is ontnomen?’
Ik stak dit verhaal af, en noemde ook duidelijk de reden van mijn weigering: dat het naar mijn mening gaat om omkering van de bewijslast.
‘En u bleef weigeren om zich te legitimeren.’
‘Ja, ik bleef in mijn weigering volharden. En toen mocht ik niet stemmen.’
‘Maar dat was de afspraak deze keer.’
‘Ja, maar volgens mij is dat in strijd met de grondwet.’
‘In strijd met de grondwet zelfs. Ik heb hier een collega naast me staan, die luistert nu even mee, en die schudt toch echt haar hoofd.’
‘Naar mijn overtuiging is dat wel zo, en ik wil dat graag voorleggen aan de rechter. Maar daarvoor moet ik wel eerst aangifte doen van onrechtmatige ontneming van het stemrecht.’
Ik word weer even in de wacht gezet voor verder overleg.
‘Meneer Ten Haaf, bedankt voor het wachten. Nee, wij doen daar niets mee. We raden u aan om naar het Juridisch Loket te gaan, dat is een gratis voorziening, en de zaak daar te bespreken. Dat is heel gemakkelijk te vinden op internet, en als u daar uw postcode invoert dan krijgt u het adres en telefoonnummer van het dichtstbijzijnde bureau.’
‘Prima, dan ga ik dat proberen. Dank voor de informatie.’
‘Ik wens u succes.’
‘Dank u wel mevrouw Van der (...).’

Ook bij het Juridisch Loket wordt de telefoon beantwoord door een vriendelijke vrouw. Ik vertel dat de politie geen aangifte wil opnemen, maar dat ik de zaak wel graag voor de rechter wil brengen.
‘Dan zult u er een civielrechtelijke zaak van moeten maken. Of het kans van slagen heeft kan ik zo gauw niet zeggen, want dit is de eerste keer dat ik hiermee te maken krijg.’
‘Het is ook nieuw natuurlijk.’
‘Ja, het is nieuw.’
Ik maak een afspraak voor volgende week dinsdag. ‘Dan zal mijn collega bekijken of het zin heeft.’

Wordt vervolgd. En in de tussentijd gaan we over tot de poëzie van de dag.

donderdag 4 juni 2009

Naar het stembureau


Zojuist naar het stembureau getogen, in de school bij mij om de hoek. Ik wilde mijn stem uitbrengen op kandidaat nummer 16 van lijst nummer 5: Johan Kwisthout, een revolutionair-socialist uit Breda.
Helaas: toen ik zei principiële bezwaren te hebben tegen het mij moeten legitimeren alvorens te kunnen stemmen, kreeg ik mijn stempas retour - in plaats van dat mij het stembiljet werd overhandigd. De heren van het stembureau vonden het erg vervelend, en hebben nog gekeken of er niet toch een manier was dat ik zou kunnen stemmen zonder mij te legitimeren. Terwijl één van de mannen telefonisch contact had met de “back office”, waarbij hij mededeelde dat twee van de drie medewerkers van het stembureau ervoor instonden dat het mijn stempas was die ik bij me droeg, wees een andere medewerker mij erop dat ik natuurlijk wel iemand anders kon machtigen om voor mij te stemmen – hij meldde mij dit conform de verkiezingsnieuwsbrief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties waarin staat dat kiezers die zich zonder identiteitsbewijs op het stembureau melden, op “nadrukkelijk verzoek van de Tweede Kamer”, erop dienen “gewezen te worden dat zij toch kunnen stemmen, namelijk door het verlenen van een onderhandse volmacht aan een andere kiezer.”
Ondanks alle moeite die voor mij gedaan werd, ben ik uiteindelijk toch onverrichter zake heengezonden. Voor de eerste maal sinds ik stemgerechtigd ben, heb ik mijn stem niet uitgebracht – niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat het me werd belet.
Wordt vervolgd. Dat beloof ik.
Na een wat narrig verslag (twee maanden terug) kan ik thans mijn opluchting uitspreken over de ‘actuele conditie’ van de Rotterdamse Dichtclub. Waar ik de vorige keer mijn verbazing uitsprak over de aan desinteresse grenzende slordigheid waarmee sommige poëten hun eigen werk benaderen (en het ontbreken van enig corrigerend optreden vanuit de kring der collega’s), zag ik bij allen dit keer gezonde ‘zin’ om het eigen werk café De Schouw in te slingeren.

Lees op Seksloos de hele opluchting van Hans van Willigenburg.

woensdag 3 juni 2009

Heftig


Je bent niet echt in Rotterdam geweest wanneer je De Hef niet hebt gezien. De beroemde brug is inmiddels niet meer in gebruik, maar torent gelukkig nog wel als een prachtig industrieel monument hoog uit boven de Maas. De mare wil, dat de naam De Hef afkomstig is uit de koker van C.B. Vaandrager, die door de Kortsluiting-redactie eensgezind wordt beschouwd als één der grootste Nederlandse dichters ooit; de officiële naam van de hefbrug luidt Koningshavenbrug.
Dat veel Rotterdamse dichters De Hef bezongen hebben, is niet meer dan logisch. In 2000 verscheen de fraai vormgegeven, met prachtige foto’s van samenstelster Hansje de Reuver verluchtigde poëziebloemlezing Hé, de Hef. Een kranige brug bij de Rotterdamse uitgeverij Duo/Duo. In dit prachtboek staat onder andere een niet eerder gepubliceerd gedicht van de inmiddels verscheiden en vrijwel vergeten schrijver A. Moonen, dat het verdient om gelezen te worden door meer mensen dan de 1250 bezitters van genoemde uitgave – dus:

Onlangs trof ik in de bundel Rijm en onrijm Rotterdam (Rotterdamse Kunststichting, 1980), van de reeds bij leven vergeten dichter D. Kornet, een prachtpoëem over De Hef, dat niet werd opgenomen in bovengenoemde bloemlezing van Hansje de Reuver. Wij nemen het hier wel op; – voor de liefhebbers van “Rotterdamse poëzie”:

dinsdag 2 juni 2009

Het dikste deel


Veel later dan de bedoeling was, maar hij is nu dan toch eindelijk verschenen: Lessen van Oktober, het negende en vooralsnog dikste boek (300 pp.) in de Nederlandstalige Trotski Bibliotheek, waarmee de serie nu voor een derde voltooid is. Wie weten wil welke teksten er in NTB 22 werden opgenomen, hij of zij klikke hier.

Inmiddels is een begin gemaakt met de vormgeving van deel 19, Overgangsprogramma, met de publicatie waarvan het aantal verschenen delen van de NTB onomkeerbaar in de dubbele cijfers zal zijn beland.

En de samensteller, hij stelde voort.