zaterdag 31 januari 2009

De Roode Draad (2)


Na het vorige blogje zijn de lezers natuurlijk énorrem benieuwd naar de inhoud van de door Jef Last geschreven dichtbundel Twee werelden; en hoewel eigenlijk wat te snel na de eerste aflevering van deze rubriek, volgt hier, om de vele verzoekjes voor te zijn, de publicatie van alweer een ouderwets geëngageerd gedicht – dit keer dus een (bijzonder vreedzaam eindigend) socialistisch poëem van Jef Last:

HET LIED VAN DEN KLINKER

Boven de havens
boven de huizen
boven de molens
boven den dijk
Holland ligt open
Wie wil het koopen?!
rijk Holland ligt voor mijn oogen te kijk!

Zwaai de hamer, raak de kop
alle nagels moeten op.

Wie koopt onze leugenkranten?
Wie koopt onzen dominee?
Wie koopt onze spekulanten
en hun galgen over zee?
Wie koopt onze loonsverlagers
en de slagers van ons vee?
’k Geef al onze ordedragers
gaarne in het koopje mee!

Boven de ploegers
boven de zwoegers
boven hun krotten
diep in het slijk –
Holland ligt open
Wie wil het koopen?!
Arm Holland ligt voor mijn oogen te kijk!

Wie koopt onze malsche kazen?
Wie koopt onze hongerstee?
Wie koopt onze valsche bazen
en de Roomsche klassenvree?
wie koopt al de sinterklazen
van het machtig N.V.V.?
Ik geef hem Banning’s preek met Paschen
gaarne in het koopje mee!

Zwaai de hamer, raak de kop
alle nagels moeten op.

Boven de kluizen
boven de kerken
boven de kerkers
bloedrood de vlag.
Holland ligt open
wij gaan het doopen
Heel Holland – Sowjetland –
hamert mijn slag.

Raak hun maag en raak hun neus
Sowjet Holland wordt de leus.


[Jef Last - Twee werelden. Verzen (W.L. & J. Brusse’s Uitgevers Maatschappij N.V., Rotterdam 1933), pp. 21-22.]

Bibliofielen


Op het weblog van het Artistiek Bureau schrijft De Directeur over wat hij noemt “het mishandelen van boeken”:
“Sommige zelfverklaarde bibliofielen kunnen het niet laten. Ik maakte onlangs mee dat iemand een luxe Slauerhoff kocht, in een sjieke perkamenten band, een kleinood van een paar honderd euro. De nieuwe eigenaar haalde vervolgens zijn balpen uit de binnenzak en schreef vol trots zijn naam op de Franse titelpagina. Ik heb op mijn tong gebeten. Stond erbij en keek ernaar.”
Hij raakt hier aan een interessante discussie, die zelden gevoerd wordt. Zijn mensen die hun naam in boeken zetten per definitie niet bibliofiel? Het antwoord op deze vraag hangt af van hoe je een boek beschouwt: is het een cultuurdrager, of een zelfstandig kunstobject? De Directeur gaat het duidelijk om het object zelf, terwijl ik, Kortsluiting-Groningen, het boek zie als cultuurdrager.
De Verloofde durft mijn boeken niet open te slaan, uit angst dat ik haar mijn leven uitschop wanneer zij een boekrug breekt. Volgens haar ben ik ernstig bibliofiel. En ze heeft gelijk: ik behandel mijn boeken zo voorzichtig mogelijk; maar niet omdat ik het object “heilig” acht, doch omdat ik wil dat het zo lang mogelijk behouden blijft als cultuurdrager – voor volgende generaties. Ik behandel het ding dus goed, opdat de inhoud zo lang mogelijk bewaard blijft. Er steekt wat mij betreft dan ook absoluut geen kwaad in, om in elk van mijn boeken op het schutblad dan wel de Franse titelpagina niet alleen mijn naam te schrijven, maar ook de maand waarin ik het in bezit kreeg. Sterker nog: als anderen, voor mij, dat ook gedaan hebben, dan vergroot dat de waarde zelfs voor mij. Zo heb ik bijvoorbeeld een aantal boeken uit de collectie van wijlen Ger Harmsen in mijn bezit – en het is wellicht interessant voor volgende lezers om te zien dat een exemplaar van de eerste druk van de driedelige Trotski-biografie van Isaac Deutscher eerst in het bezit was van de stalinist Ger Harmsen, en vervolgens terecht kwam in de boekenkast van de trotskist Karel ten Haaf. Min of meer hetzelfde geldt voor het deze week door mij verworven exemplaar van de door Jef Last geschreven dichtbundel Twee werelden: de aanblik van mijn naam op de door Jef Last gesigneerde Franse titelpagina zal de bibliofiele De Directeur waarschijnlijk welhaast fysiek pijn doen omdat hij vindt dat het boek nu niets meer waard is; naar mijn bibliofiele mening is het object juist interessanter geworden, want het draagt meer geschiedenis met zich mee.
Kortom, De Directeur: we zijn allebei bibliofiel, maar elk om een andere reden en dus op een andere manier.

vrijdag 30 januari 2009

K-1: Sem Schilt vs. Badr Hari



Enkele uren geleden maakte de organisatie van It’s showtime de matchmaking bekend van het vechtsportgala dat 16 mei aanstaande gehouden wordt in de Amsterdam ArenA.
Hoofdpartij is: drievoudig WGP-winnaar (2005, 2006 en 2007) Sem Schilt tegen wegens verregaande onsportiviteit gediskwalificeerd WGP-finalist (2008) Badr Hari. De Kortsluiting-redactie zal dit festival bezoeken, en wil graag van de poëtische K-1 pooldeelnemers van december jongstleden weten of ook zij lijfelijk aanwezig willen zijn in de ArenA – en zo ja: wil men voor dit gezamenlijke uitje kaarten van 40, 50, 60, 75 of 99 euri? De Kortsluiting-redactie neigt, vooral gezien de hoofdpartij, naar de duurste variant (voor placering zie het kaartje hier – even naar beneden scrollen).
Dit zijn de net vrijgegeven op het programma staande partijen [geüpdate vrijdagmiddag ca. 18.00 uur]:

Sem Schilt vs Badr Hari
Tyrone Spong vs Gökhan Saki
Melvin Manhoef vs Stefan Leko
Errol Zimmerman vs Mourad Bouzidi
Andy Souwer vs Chahid Oulad El Hadj
William Diender vs Gago Drago
Joerie Mes vs Alviar Lima
Giorgio Petrosyan vs Faldir Chahbari
Sahin ‘Kaas’ Yakut vs Nieky Holzken
Chris Ngimbi vs Dennis Schneidmiller
Björn Bregy vs
Imro Main vs Sem Braan
Orono vor Petchpoon vs Hassan El Hamzaoui
Murat Direkçi vs
Rico Verhoeven vs Brian Douwes

donderdag 29 januari 2009

Literaire Trotski Quiz (26)


Tijd voor een prozaïsch spelletje, op deze landelijke gedichtendag waarop iedereen streeft naar het mooie en het diepe en het ware en het waarlijk diep ingaan op of tot het mooie. Of zoiets.

Daar gaan we:
1. welke publicist is de auteur van onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig werk werd deze alinea ontleend?

Daar, in St. Palais, had ik, toen secretaris van de Onafhankelijk Socialistsche Partij (O.S.P.) en redacteur van haar weekblad, mijn eerste persoonlijke ontmoeting met Trotsky, begin augustus 1933. Het zou interessant zijn iets te vertellen over die ontmoeting, die in verband stond met een conferentie die een aantal links-socialistische partijen – o.a. de Noordse Arbeiderspartij, De Engelse I.L.P., de Sneevliet-partij in Nederland, de O.S.P., een Frans partijtje dat onder leiding stond van Paul Louis, bekend als historicus van de Franse arbeidersbeweging, benevens groepen van Duitse, Italiaanse en andere emigranten, en tenslotte de Trotskyisten, – eind augustus in Parijs zouden houden. Maar het zou de gang van deze bespreking van Deutschers boek te zeer onderbreken. En dus kom ik later nog wel eens op die ontmoeting met Trotsky en m’n verblijf in St. Palais terug. Evenals op de tweede en laatste ontmoeting die ik met Trotsky had, op Oudejaarsavond 1933, toen hij clandestien en vermomd Parijs bezocht om deel te nemen aan een bijeenkomst van die samenwerkende partijen, wier afgevaardigden toen in ’t geheim bijeenkwamen in het huis van de ouders van de later zo bekend geworden Simone Weil, die zelf niet aan de conferentie deelnam, maar die ik na afloop voor het eerst, en laatst, sprak… m’n enige ontmoeting met een ‘heilige’. Om deze passage af te ronden nog dit: ik was toen géén Trotskyist, was het nooit geweest, hoezeer ik Trotsky ook bewonderd had en met veel van zijn critiek op het Stalinisme sympathiseerde; na de ontmoetingen met Trotsky werd ik overtuigd anti-Trotskyist en stond het voor mij vast dat, zoals veel socialisten alleen ‘verhinderde kapitalisten’ zijn, de Trotskyisten alleen ‘verhinderde Stalinisten’ waren.

IJspret


Insluiten gaat niet, maar klik beslist even hier. (Met dank aan Stefan Nieuwenhuis.)

woensdag 28 januari 2009

afscheidsvers

didevan wissen
die is plassen

De Roode Draad (1)


Na betaling van slechts Є 4,50 mag ik, Kortsluiting-Groningen, mij sinds halverwege de middag van dinsdag 27 januari 2009 eigenaar noemen van de door Freek van Leeuwen geschreven dichtbundel Herdersgave (W.L. & J. Brusse n.v., Rotterdam 1940). De boekverkoper was blij verrast iemand te treffen die nog wist wie Freek van Leeuwen was; ik zei gek te zijn op dit soort literaire socialistica, maar Van Leeuwen eigenlijk veel te christelijk te vinden. Hoe dan ook, na thuiskomst spoedde ik mij naar de boekenkast om te controleren of ik niet toevallig een werkje had aangeschaft dat ik reeds bezat. Gelukkig had ik de bundel nog niet. Wel zag ik op de plank een bundel van Freek van Leeuwen, getiteld Door het donker. Nou ja zeg, dacht ik – want de roman die ik op dit moment aan het schrijven ben heeft als (werk)titel Door het donker. Ik heb de in januari 1987 aangeschafte bundel direct herlezen, maar kwam de titel in geen enkel gedicht tegen.
Als het geen verwijzing naar de bijbel is, heeft Van Leeuwen zijn titel waarschijnlijk aan hetzelfde gedicht ontleend als ik: De mars der arbeiders, op 10 oktober 1896 gepubliceerd door Piter Jelles Troelstra. Het is een nogal lang gedicht, dus ik reproduceer hier slechts het refrein:

Hoor het rollen van de donder!
Hoog de zon en nacht daaronder.
Door het donker komt een wonder:
’t Is het volk, dat opmarcheert!

Het gehele poëem staat afgedrukt op pp. 410-412 van Piter Jelles Troelstra – Samle fersen (Bosch & Keuning nv/De Tille bv, Baarn/Ljouwert 1981).

De wetenschap dat ook Kortsluiting-Rotterdam een collectie socialistische dichtbundels uit het interbellum bezit, bracht mij op het volgende idee voor een gezamenlijk te vullen nieuwe rode draad op ons weblog: de regelmatige publicatie van een ouderwets geëngageerd gedicht. Het spits wordt afgebeten door Freek van Leeuwen:

MEI 1928

O Mei! Hoe beiden wij uw mild ontfermen
Hoe houden w’ onze hoop op u gesteld.
De Herfstwind deed ons harte buigen, kermen –
De strijders vielen vèr, en ongeteld.

Daar is zoo menig lied, dat nimmer werd volzongen
Zoo menig woord, dat nimmer werd verstaan.
Ons ijl geluid wordt overstemd, verdrongen
En meegesleurd in ’s levens wilde waan.

O hart, zwijg stil! Als duist’re schepen varen
Uw klachten over al de golven aan.
Zij zwalken rond, op torenhooge baren
Totdat zij willoos in den nacht vergaan.

En immer stuwt de tijd weer nieuwe golven
En alle beuken los op ’t oeroud strand.
En worden opgeheven, dan van schuim bedolven
En spatten uit en sterven in het zand.

O hart, zwijg stil: Geen strijder gaat verloren,
Geen stem zoo zwak, die d’ aether niet bewoog…
Uit bloed en tranen wordt het heil geboren
En uit d’ellende rijst de Dag omhoog.


[Freek van Leeuwen – Door het donker. Met een inleiding van Henr. Roland Holst (De Boekenvrienden “Solidariteit”, Hilversum 1934), p. 8.]

Rotterdamse dichterstour!


Morgen, donderdag 29 januari 2009, vindt in Nederland en Vlaanderen de gedichtendag plaats. In het kader van deze dag organiseert Bibliotheek Rotterdam een dichterstour door het centrum van Rotterdam.

Tijdens de dichterstour dragen vijf Rotterdamse dichters op verschillende plekken voor uit eigen werk. De dichters die deelnemen aan deze tour zijn: nieuw gekozen stadsdichter Jana Beranová, Bianca Boer, Daniël Dee, Jeroen Naaktgeboren (Stadsdichter 2007/2008) en Juan Heinsohn.

Programma
Van 14:00 tot 16:00 uur wandelen de dichters door de stad om op een aantal centrale plekken op te treden, waaronder Selexyz Donner, Eendrachtsplein, Coolsingel (bij Beurs / WTC) en ten slotte de Centrale Bibliotheek Rotterdam, waarmee een Open Podium wordt ingeluid. Deelnemers kunnen zich ter plekke aanmelden voor het Open Podium. Het Open Podium start om 16:00 uur en wordt gepresenteerd door Jeroen Naaktgeboren.

dinsdag 27 januari 2009

Gerard Fieret (1924-2009)

Afgelopen donderdag, 22 januari, overleed de Haagse dichter Gerard Fieret op de leeftijd van 85 jaar. In de dikke Komrij komt hij niet voor. In mijn kast kon ik slechts één gedicht van hem vinden, gebloemleesd door Paul Rodenko in het uit 1954 stammende nieuwe griffels schone leien, een “bloemlezing uit de poëzie der avant-garde”.

Pas bijna twintig jaar later, in 1973, verscheen zijn debuut De trommel van de vrijbuiter (Bert Bakker), in 1980 gevolgd door De lasso van de minnaar (Nijgh en Van Ditmar). Hierna verschenen zijn bundels in eigen beheer.
Het leven van Fieret werd er niet gemakkelijker op: hij leed aan paranoia. Alles wat hij maakte werd door anderen gestolen, die vervolgens beroemd werden met zijn werk. ‘De gewone burger is zich er misschien niet zo van bewust,’ vertelde hij in 2006 aan Trouw-journaliste Esther Hageman, ‘maar er is een heel netwerk, van de kunst naar de hogere regionen van de ambtenarij, dat het werk van de echte kunstenaars steelt.’
Uit hetzelfde artikel van 29 juni 2006:
“Neem zijn gedichten. Zat hij, in de eerste jaren na de oorlog, in café De Posthoorn op het Lange Voorhout aan een gedicht te werken - waar het toen nog bruiste van kunstzinnigheid. Ging hij eventjes naar de wc. Liet hij zijn schriften dus op de leestafel liggen. Zat verderop aan die leestafel een jongeman, zo'n Brylcreem-boy, met een lucht om zich heen van hier naar Groningen. Komt Fieret terug van de wc. Is die jongen weg, maar Fierets stapel gedichten ook. Gaat Fieret naar de barman: weet die waar zijn schriften zijn gebleven? Je moet zelf op je spullen letten, zegt de barman. Verschijnt een tijdje later een bundel gedichten die ‘Het innerlijk behang’ heet. Waren die zogenaamd geschreven door een of ander miljonairszoontje uit Wassenaar, Hans Lodeizen. Terwijl dat dus gewoon Fierets werk is.”
Behalve dichter, was Gerard Fieret een begenadigd fotograaf. Om te voorkomen dat zijn foto’s gestolen zouden worden, zette hij er een copyrightstempel op, vaak meerdere malen.
In De Hallen in Haarlem, is van 18 maart t/m 1 juni aanstaande een tentoonstelling vrouwenportretten van Gerard Fieret.
Over de dichter/fotograaf maakten Wieteke van Dort en Henk Augustijn deze korte documentaire, waarin de poëet ook enkele van zijn verzen voordraagt:

Presentatie stadsdichter Rotterdam


Morgen, woensdag 28 januari 2009, wordt de Rotterdamse Stadsdichter Jana Beranová gepresenteerd en wordt er afscheid genomen van de WoordDansers, die in 2007 en 2008 stadsdichter waren.

De WoordDansers vervulden in 2007 en 2008 het Rotterdamse stadsdichterschap. Aan de vooravond van Gedichtendag dragen de WoordDansers het stokje over aan de nieuwe stadsdichter. Naast optredens van de oude en nieuwe stadsdichter, zijn er ook optredens van Najiba Abdellaoui en Daniël Dee.

Locatie: Bibliotheektheater, Hoogstraat 100
Datum: woensdag 28 januari 2009
Tijd: 20.45 uur
Toegang: gratis

Activiteit in het kader van Gedichtendag.

maandag 26 januari 2009

Van Nijlande naar heelal


Nog voor de eerste maand van het jaar om is, moet ik terugkomen op mijn voornemen alle in 2009 door mij gelezen boeken te becommentariëren op dit blog. In de eerste plaats: hoe definieer je “gelezen boek”? Dat ik in het kader van het Darwin-jaar gedeeltes herlees uit Trotsky’s Notebooks, 1933-1935. Writings on Lenin, Dialectics and Evolutionism, of dat ik uit Daniel de Lange – Willem de Zwijger en andere opstellen een verhandeling lees over Rosa Luxemburg, terwijl ik de rest van het werk hapsnap doorneem – is dat het lezen van een boek? En wat heeft het voor zin een niemendalletje als Karel heeft echt bestaan van Arnon Grunberg te bespreken, of een als cahier uitgegeven artikel van Igor Cornelissen – Borgtochtelijk lijden. Het korte leven van J.K. van Eerbeek? Wie zit er te wachten op een bespreking van Richard Grunberger – Red rising in Bavaria, een studie uit 1973, of van Grondslagen en problemen der nieuwe kultuur in Sowjet-Rusland van Henriette Roland Holst-Van der Schalk uit 1932? Niemand niet! En dat antwoord is meteen het bruggetje naar de poëzie.


Vorig jaar verscheen het (Nederlandstalige) debuut van Erik HarteveldDe eeuwig zoemende vliegenstrip (Uitgeverij kleine Uil, Groningen 2008), een ijzersterke bundel waarin de dichter extrapoleert van het verwonderende hele kleine (geboortedorp) naar het onbevatbaar reusachtige (heelal). Normaalgesproken geen liefhebber van gedichten over de jeugd van een schrijver, vind ik ze in deze bundel volkomen op hun plaats, omdat ze deel uitmaken van een groter geheel, van de compositie. Zo wordt in het derde gedicht

Wij krijgen breuken
in de derde klas.
Wat tot voor kort
ondeelbaar was
bestaat niet als geheel.

De wereld valt uiteen:
de liksteen op het land,
het schrikdraad en wijzelf
staan in een nieuw verband.

[p. 9]

op haast kinderlijk eenvoudige wijze weergegeven, hoe kennis je kijk op de wereld niet alleen verandert, maar tevens de wereld vergroot. Dat getallen kunnen worden opgedeeld, verruimt de blik van de derdeklasser, en het inzicht dat de wereld niet ondeelbaar is maar de som der delen, maakt tevens de geest rijp voor uiteindelijk de kwantummechanica. Hoe kleiner de samenstellende delen, hoe groter de wereld. De nieuwe blik richt zich echter niet alleen naar binnen, naar het kleinste deel(tje), maar verwijdt zich ook richting heelal: de som van alle delen. Kennis verandert alles rigoureus, gedachten en inzicht schieten met een noodgang alle kanten op. De bundel als big bang – al lijkt ook Harteveld, getuige de laatste strofe van het gedicht

Ruimtevaart

Ergens moet er niets bestaan,
we komen er vandaan.

Er is geen gewicht,
geen donker en geen licht,
geen woord geen zin.

Wat trekt ons deze ruimte
zonder einde of begin?

[p. 37]

vraagtekens te zetten bij die theorie (altijd fijn, mensen die niets voor zoete koek slikken maar een onderzoekende, wetenschappelijk geest hebben); tenminste wanneer je de zin interpreteert zoals ik: heeft het heelal niet alleen geen begin in ruimtelijke zin, maar evenmin in de tijd?
Wat moet ik verder over De eeuwig zoemende vliegenstrip zeggen? Misschien dit: als ik niet uit principe altijd weigerde om zitting te nemen in literaire jury’s en deel uitmaakte van zo’n commissie, dan zou ik deze bundel onmiddellijk bekronen met welke prijs dan ook.

Meesterwerk is een feit




Gisteren was de presentatie van de bloemlezing Meesterwerk. De eerste signaleringen druppelen binnen.


In het net verschenen handboek Gedichten schrijven. De regels van het vrije vers beschrijft Chrétien Breukers het belang dat dichters andere dichters lezen. “Niet af en toe, maar structureel – alsof het vakliteratuur betreft. (…) Een beginnend dichter en poëzielezer kan de hele geschiedenis van de poëzie nooit overzien. Daarom bestaat er een aantal zeer handige bloemlezingen.” Meesterwerk is zo’n bloemlezing.


Lees de hele signalering van Joep van Ruiten op Woest en Ledig.


Bekijk een prachtige fotoserie van de voordragende dichters bij Corrie Boin.


En bekijk een korte sfeerimpressie van de middag en het gedicht van Hanz Mirck die reageerde op een gedicht van Ed. Hoornik bij Coen Peppelenbos. Hij heeft trouwens ook enkele niet te versmaden foto's genomen.

zondag 25 januari 2009

Ongerijmd


Alweer een presentatie. Werd afgelopen middag Meesterwerk gepresenteerd, woensdag aanstaande wordt Ongerijmd ten doop gehouden.
Over de presentatie van Meesterwerk morgen ongetwijfeld meer, over die van Ongerijmd: de zesde bundel van De Dichtclub in Groningen krijgt een feestelijke lancering op woensdag 28 januari, in café Marleen aan de Kleine Pelsterstraat. Het programma duurt van 20.30 tot 22.00 uur, de toegang is vrij.
Optredens zullen worden verzorgd door de huidige Dichtclubleden: Rense Sinkgraven, Jan Glas, André Degen, Hubert Klaver, Stefan Nieuwenhuis, Karel ten Haaf, Arjen Nolles, Coen Peppelenbos, Renée Luth, Jurre van den Berg, Ton Meijer en Hedwig Baartman.
Naast bovenstaande Dichtclubleden, zijn er ook twee ex-Dichtclubbers die acte de présence geven - ook van hun staat er werk in Ongerijmd, daar ze in 2008 deel uitmaakten van de club. Deze twee gastdichters zijn: Ruth Koops van 't Jagt en Ellen Deckwitz.
Komt allen!

zaterdag 24 januari 2009

[Herinnering] Meesterwerk

Morgen, zondag 25 januari 2009, zal de bloemlezing Meesterwerk om 15.00u gepresenteerd worden in Het Paleis te Groningen. Een twintigtal dichters zal een korte voordracht houden, mits ze niet geveld zijn door de griep. De toegang is gratis.


De laatste Indiaan is dood

Ik hoorde het pas vandaag, maar Jimmy Carl Black, de Indiaan van de Mothers of Invention, is op 1 november 2008 overleden. Zijn taak in de band was drummen, zingen en armoede. Daarom nog eenmaal, uit eerbetoon, de Native American die een Redneck immiteert.

Lonsome Cowboy Burt

donderdag 22 januari 2009

Bestseller


Zojuist vernamen wij uit doorgaans welingelichte kring, dat de tweede, verbeterde druk van de door Mieke Maaike van het Noorden geschreven poëtische thriller Schimmel door een vertegenwoordiger van Uitgeverij Passaatuil is uitgeleverd aan boekhandel Godert Walter.

Het jonge stel dat afgelopen middag in genoemde zaak informeerde of hun bestelling al binnen was, kan dus hedenavond gebruik maken van de koopavond om het zo node gewenste kleinood aan te schaffen voor de bescheiden somma van Є 7,=.

Dat wordt straks lekker pageturnen voor de open haard. Jong leesgraag stel, Mieke Maaike houdt van jullie - aldus bovenaangehaalde doorgaans welingelichte kring.

maandag 19 januari 2009

Eindelijk weg


Wie weten wil uit welke elementen bijgaand portret van de vandaag voor het laatst president zijnde Bush werd samengesteld door het hem op de huid zittende artofresistance.org, hij of zij klikke hier voor de ware grootte van dit ook karakterologisch en politiek goed gelijkende werk.

Voor hullie die firefox gebruiken in plaats van explorer (firefox schijnt niet compatibel te zijn omdat de foto uit 2004 stamt of zoiets onbegrijpelijks) volgt hier een screenshot, een close-upje dus.



zondag 18 januari 2009

Bergman (1921-2009)


Op de dood van de Haagse voornaamloze dichter Bergman geattendeerd door het Artistiek Bureau, bedacht Kortsluiting-Groningen zich dat hij [wordt nu de zin minder afstandelijk hernomen:] bedacht ik mij dat ik een bundel van de verscheiden poëet in de kast had staan. Mezelf lovend voor mijn alfabetisch op schrijver ingedeelde boekenkast, greep ik meteen raak: het in de reeks “De Boekvink” uitgegeven bundeltje Kamerbreed (Em. Querido’s Uitgeverij B.V., Amsterdam 1977). Aangeschaft juni ’81, zo staat rechtsbovenaan op de Franse titelpagina vermeld. De bundel herlezen, na bijna achtentwintig jaar. En aangenaam verrast door de nuchtere toon en de onopgesmukte woorden. Zoals bijvoorbeeld in het slotgedicht van de bundel (p. 40):

de maan schijnt over het water
wat doet het er toe
nu jij geen sjoege
en de kroeg geen krediet geeft

Ach ja, de zwarte romantiek – fijn leesvoer. Ik kan me helemaal vinden in de blurb van C. Buddingh’ (over de bundel De inhoud van het oppervlak) die op het achterplat van Kamerbreed werd afgedrukt: “zijn beste gedichten kenmerken zich door een frappante kwasi-nonchalance die verkwikkend aandoet naast veel zwaarwichtig hedendaags gesteun en opgeschroefd gejeremieer.”
Uit Kamerbreed (p. 32):

wat weet ik van de dood
hij komt
zo goed en kwaad
nog niet
hij komt
eer het te laat is
en altijd te vroeg

Bergman (pseudoniem van Aart Kok) is 87 jaar geworden.
De herlezing van mijn enige Bergmanbundel deed me besluiten om over te gaan tot de aanschaf van meer van zijn dichtwerk. En zo is het bewijs geleverd: er is lezen na de dood.

zaterdag 17 januari 2009

Er is nummer één jarig, hoera, hoera!

(Dit blogje is opgedragen aan Stefan Nieuwenhuis, in de hoop dat hij gaat inzien dat Ali wel degelijk “the greatest” is.)

Zevenenzestig wordt hij vandaag, de beste bokser ooit. Wie hem nooit bezig heeft gezien in de ring, wie hem slechts kent als de huidige aan parkinson lijdende vleesgeworden traagheid zelve, kan het zich waarschijnlijk niet voorstellen. Maar de als Cassius Clay geboren, zich later noemende Muhammad Ali, is de man die het dansen, de lichtvoetigheid, introduceerde in de boksring; die een einde maakte aan het statische toe-to-toe gevecht.
(Of Ali’s huidige neurologische aandoening het gevolg is van zijn jarenlange carrière als profbokser, daarover zijn de geleerden het niet eens. Maar ik haal in dit verband graag de woorden aan die Armando sprak, toen hem gevraagd werd waarom hij gestopt was met boksen: ‘Het kan nooit gezond zijn, al die klappen op je pan.’)
Door zijn beweeglijkheid is Muhammad Ali ook degene die als geen ander liet zien dat het ontwijken van slagen welhaast belangrijker is dan het uitdelen ervan; dat boksen inderdaad the noble art of self-defence is, en niet een tijdverdrijf voor primitieve agressievelingen (laag voorhoofd, platte kop).
Op verzoek van de Verloofde van Kortsluiting-Groningen, die niets van vechtsport hebben moet (de Verloofde bedoel ik), volgt hier een staaltje van Ali’s ontwijkkunst – een dans die zelfs de Verloofde met stomheid sloeg. (Om de een of andere reden lukt het insluiten niet, dus dan maar zo.)

Het was, als ik mij goed herinner, op onze eerste avond samen, dat ik de toen nog niet maar inmiddels al jaren Verloofde vertelde dat boksen ook poëzie kan zijn, en dat ik ter illustratie, enigszins beschonken, op straat imiteerde hoe Ali de finale klap inhield bij het neerslaan van George Foreman, hoe hij meedanste, de vuist in de aanslag, met de neertollende George – aldus de knock out, de superieure knock out verheffend tot poëzie. Ziehier het origineel.
(“Insluiten op verzoek uitgeschakeld” – dus een link.)

En de herhaling in slow motion: kijk.

Zelf heeft Kortsluiting-Groningen nog op het netvlies staan de partij, in Ierland, tegen Alvin Lewis, een vrij onbekende Amerikaanse bokser. (Wellicht was dit, we schrijven 1972, de eerste partij van Ali die ik live op tv zag, dat ik hem me daarom zo levendig herinner; en anders is het gewoon een goede bokswedstrijd die ik enkele jaren later gezien heb, en die mij bijbleef vanwege de kwaliteit.) Een wedstrijd die niet eindigde met een spectaculaire knock out, doch in Ali’s voordeel beslist werd op TKO in de elfde ronde. Maar wat een gracieuze en tegelijkertijd hard knokkende bokspartij van de grootste ooit (en petje af ook voor zijn opponent). Helaas staat niet de hele partij op you tube, dus moeten we het doen met ronde 9.

Literaire Trotski Quiz (25)


De vorige quiz leverde geen enkele reactie op. Ik wijd dit maar aan het feit dat ik in de inleiding stelde de dag na publicatie naar Schiermonnikoog te vertrekken, naar aanleiding waarvan onze slimme quizdeelnemers (m/v) concludeerden dat ik dus niet in staat zou zijn te reageren op de ingezonden oplossingen. Dat onze lezertjes dit spel niet leuk vinden, wil er bij mij namelijk niet in en weiger ik dus te geloven. De goede oplossing van de vorige quiz was: Koos van Zomeren – Een jaar in scherven (Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1988), pp. 231-232.
Ik stel er prijs op te verklaren, alvorens de volgende opgave bekend te maken, dat ik de komende periode meermalen daags Kortsluiting zal bekijken, om te controleren of er gereageerd is op de meest recente, nu volgende, Literaire Trotski Quiz, en dat ik dan ook waarschijnlijk op de dag van inzending nog zal duidelijk maken of de geposte oplossing(en) de juiste is (zijn). Ik vertrouw erop dat de twee mensen van wie ik zeker weet dat ze over de juiste oplossing niet hoeven na te denken, hun ijdelheid in bedwang weten te houden.
De vragen:
1. wie is de auteur van onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig toneelstuk werden deze alinea’s ontleend?

(Assistente komt opnieuw binnen, laat de deur open staan. Uit de verte klinkt de stem van de tandarts.)

Tandarts: Doet ie et nou?

Assistente: Néé dokter! (Tot de aanwezigen): De zoemer is kapot.
(Ze verdwijnt weer.)

Derde patiënte: Maar dat moest toch niet voorkomen! Nou hebben we hier meer dan een kwartier van onze tijd verdaan.

Vijfde patiënte (spottend): Amerikaanse sabotage tegen het proletariaat!

Derde patiënte (vinnig): Ach houd u zich d’r buiten. U bent nog niet droog achter uw oren… (Tot vierde patiënte): Hoe zit het nou met uw antwoord? Wat zegt u van Indonesië. En van Eén Mei? En van de huren? En van de gulden van Joekes?

Vierde patiënte: Voorlopig niets.

Derde patiënte: Ha ziet u nou wel! U vindt dat allemaal prachtig zeker?

Vierde patiënte: Prachtig? Ik vind het verschrikkelijk!

Derde patiënte: Verschrikkelijk? O, maar bent u dan niet van de Partij van de Arbeid? Dat dacht ik anders. Zoiets ruik ik gewoon. Dus u zit niet in het schuitje met Drees en Vorrink en de hele kliek. Maar u moet óók niets van de communisten hebben…? (Ze gaat ineens met een ruk overeind zitten en toont duidelijk haar afkeer.) O, maar dan bent u zeker Trotzkist! Nou, dat is nog veel erger!

Vijfde patiënte: Toe maar!

Tweede patiënte: Waar hebben ze het nou weer over?

Vierde patiënte: Nee mevrouw, u vergist u. Ik ben geen Trotzkist. Ik ben wel degelijk iemand die in het schuitje van Drees en Vorrink en de hele kliek zit.

Dichter des Vaderlands-campagne

Tsead Bruinja biedt Gerrit Komrij een vliegticket aan, zodat hij aanwezig kan zijn bij de live-uitzending van de NPS voor de verkiezing van de nieuwe Dichter des Vaderlands. Gerrit Komrij denkt er het zijne van.

vrijdag 16 januari 2009

Tweelingen (geen astrologie)


Dit deel van mijn leeservaringen 2009 heeft even op zich laten wachten, maar ja: Kortsluiten is niet mijn enige bezigheid. Zo zit ik ook nog de halve week te bellen voor de baas – ‘Goedemorgen/-middag/-navond/-nacht, UMC Groningen’ – en is er mijn reguliere schrijfarbeid waarover het volgende goede nieuws te melden valt: na een overleg met mijn uitgever, staat het verschijnen van de volgende twee boeken vast: een bloemlezing concrete en visuele poëzie (ziet waarschijnlijk het licht vlak voor of op de gedichtendag in januari 2010) en een roman (waarvoor een plaatsje vrijgehouden wordt in de voorjaarsaanbieding 2010).

Gauw terug naar Schiermonnikoog nu, waar ik de midweek besloot met het lezen van Graa BoomsmaDubbelspoor. Tweelingen in de 20ste en 21ste eeuw (Nieuw Amsterdam, Amsterdam 2007). Interessant en onderhoudend boek, waarin de geschiedenis van de afgelopen eeuw wordt behandeld aan de hand van de levensgeschiedenissen van negen tweelingparen. Boomsma kiest ervoor, in navolging van de Britse (marxistische) historicus Hobsbawm, de twintigste eeuw te laten beginnen bij de Eerste Wereldoorlog. Dubbelspoor eindigt in het heden, met een portret van de enge en helaas machtige Poolse tweeling Jaroslaw en Lech Kaczyński. Door de persoonlijke geschiedenissen van de broeder- en zusterparen te koppelen aan de “grote” geschiedenis, slaagt Boomsma erin je de geschiedenis te laten voelen, komt de eeuw je dicht op de huid. Dat “voelen van de geschiedenis” is sowieso het aantrekkelijke van het genre der (politieke of sociale) biografie, dat gelukkig de laatste jaren aan een opmars bezig is in ons taalgebied. Ik raad dit boek van harte ter lezing aan, ook al laat Boomsma zich mijns inziens wel erg leiden door de individualistische tijdgeest waar hij kritiekloos partij kiest voor de invloed van nature (erfelijkheid) en die van nurture (opvoeding en omgeving) wel erg ondoordacht van tafel veegt: “Dat nature heerst over nurture is een inzicht dat al in proefschriften van voor de Tweede Wereldoorlog werd geformuleerd.” (p. 10) Waarschijnlijk wel inziend dat deze zin net zo waar is wanneer nature en nurture van plaats wisselen, waarmee precies het tegenovergestelde wordt beweerd – net zo nietszeggend overigens –, geeft Boomsma een toelichting in een noot:
“Harold Snieder toont in Genetische epidemiologie van risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Een onderzoek bij tweelingen van middelbare leeftijd (1996) aan dat gemeenschappelijke omgevingsinvloeden nauwelijks van invloed zijn op risicofactoren voor hart- en vaatziekten, waardoor preventie zich slechts kan richten op gedrag (sport, voeding, roken, drinken).” (p. 231)
Veel te kort door de bocht, want: al dan niet sporten, gezond eten of regelmatig naar de snackbar gaan, roken en de onmatige consumptie van alcoholhoudende dranken – dit zijn allemaal zaken die voor een groot deel worden bepaald door sociale omgevingsfactoren.
Om misverstanden voor te zijn: ik beweer niet dat nurture bepalender is dan nature. Op basis van de huidige stand van onderzoek (voorzover ik als leek daarvan op de hoogte ben), lijkt mij vooralsnog een verdeling nature-nurture van fifty-fifty de meest houdbare stelling. Een dubbelspoor zeg maar.

donderdag 15 januari 2009

Meesterwerk

persbericht

Presentatie Meesterwerk

Vlak voor de tiende Gedichtendag en de tiende editie van de Poëziemarathon presenteert Uitgeverij Passage de bloemlezing Meesterwerk.

Een kleine veertig representanten van de jonge generatie dichters reageert in die bloemlezing op werk van oude meesters. Hoe hebben uiteenlopende dichters als Lucebert, Van Ostaijen, Kopland en Nijhoff de dichters van nu geïnspireerd?

Samensteller Daniël Dee vroeg een breed scala van dichters geboren na 1964 om een gedicht naast dat van een bewonderde voorganger te maken. Meesterwerk geeft op deze manier een boeiend inzicht in de recentste ontwikkelingen op poëziegebied. Voor een accurate lijst van grootmeesters en jonge dichters klikt u op de link van Meesterwerk.

De boekpresentatie van Meesterwerk vindt plaats op zondag 25 januari a.s. en vormt de aftrap van de tiende editie van de Poëziemarathon in poëziestad Groningen. De presentatie vindt plaats in Het Paleis in Groningen, een meesterlijk voormalig scheikundig laboratorium dat momenteel getransformeerd wordt voor bedrijven en kunstenaars van nu, tot een creatieve broedplaats dus. Een ideale plek om Meesterwerk te presenteren. Uitgeverij Passage gaat in de loop van dit voorjaar haar kantoor vestigen in dit gebouw. Lees erover op de pagina met uitgeverijnieuws.

De boekpresentatie begint om 15.00 uur, entree via de achteringang van Het Paleis, naast Boterdiep 109 in Groningen, gratis en voor iedereen toegankelijk.

noten voor de pers:
een recensie-exemplaar kunt u opvragen bij de uitgeverij via dit
info at uitgeverijpassage.nl.
Uitgeverij Passage is ook te bereiken via 050-5271332
voor inhoudelijke informatie kunt u contact opnemen met samensteller Danël Dee (
danieldee at hotmail.com)

Maaskant



Voor de liefhebbers van poëzie op experimentele muziek kan via Krakatau terecht voor Maaskant, een gedicht van Daniël Dee voorzien van intieme klanken door Peter de Groot.

woensdag 14 januari 2009

Zondag in Oeverloos


Aanstaande zondagavond ontvangt gastheer Leon Verdonschot zangeres Roos van Roosbeef in Oeverloos, een dag nadat ze op Noorderslag staat en een paar dagen na de presentatie van haar alom bejubelde debuut Ze willen wel je hond aaien maar niet met je praten.

Oeverloos, de wekelijkse radiotalkshow van Kink FM met poëzie van Daniël Dee en Rick de Leeuw, hoor je iedere zondagavond tussen 19 en 21 uur.

dinsdag 13 januari 2009

Linkse link


Eindelijk! Drie jaar na oprichting heeft de trotskistische uitgeverij Revolutionair-Socialistische Publicaties een webstek: de Internetionale. Revolutionair-Socialistische Publicaties, u weet wel, de eenmanszaak zonder winstoogmerk van Karel ten Haaf die de Nederlandstalige Trotski Bibliotheek uitgeeft. En de Nieuwe Nederlandstalige Trotski Bibliotheek. Eindelijk kunnen de vele geïnteresseerden nu on-line de inhoudsopgaven van de verschenen delen raadplegen, en de voorplatten bewonderen. Niet langer zijn de uitgaves uitsluitend te verkrijgen via boekwinkeltjes.nl, men kan nu ook rechtstreeks bestellen bij de uitgever zelve. Voorwaarts, opwaarts in de vaart der volkeren!

Licht langs het oppervlak scheren



Mark van Tongele is geen bekende dichter, hij wordt zelfs omschreven als de geheimtip van de Nederlandstalige poëzie uit Vlaanderen. Toch publiceert hij al sinds 1994 dichtbundels en inmiddels is zelfs zijn verzameld werk verschenen. Dat wil niet zeggen dat het oeuvre van Van Tongele af is. De dichter wenst nog steeds verder te gaan met schijven. Zijn nieuwste pennenvrucht heet Lichtspraak.

>>>Lees de hele recensie op Krakatau.

maandag 12 januari 2009

Een leven vol vervreemding



Is dit poëzie? Deze vraag mag gerust gesteld worden wanneer de nieuwste bundel het leven van van Nachoem M. Wijn berg ter hand genomen wordt. In deze bundel is praktisch geen sprake van de traditionele, ouderwetse stijlkenmerken waaruit gedichten worden opgebouwd. Zo zijn alliteratie, metrum en rijm volledig weggelaten. En als er al eens een aantal woorden allitereren dan is dat hoogstwaarschijnlijk puur toeval. De ‘gedichten’ in deze bundel zouden evengoed bestempeld kunnen worden als ultrakorte verhalen.

>>>Lees de hele recensie op Krakatau.

zondag 11 januari 2009

Lezendarisch 2009 [2]


Vandaag het één na laatste boek dat ik mee had naar Schiermonnikoog: Jerry GoossensVreeland (Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2008). Een roman “inclusief soundtrack”: “Freeland” door “The Group”. Tja. Ik had dit werk gelukkig aangeschaft zonder al te hooggespannen verwachtingen, als lekker vakantieboek ter ontspanning; en bovendien wil ik natuurlijk een beetje op de hoogte blijven van de nieuwe Nederlandstalige literatuur. Over het literaire gehalte van deze roman


het volgende. De compositie is krankzinnig: het opeens wisselen van vertelperspectief en de plotselinge flashbacks zijn kunstgrepen die geen ander doel hebben dan het de schrijver op de makkelijkste manier in staat stellen om bepaalde informatie nog even onder de pet te houden teneinde de spanningsboog van het verhaal te kunnen oprekken. Op zinsniveau strijden om voorrang: clichés en slechte beeldspraken (“En al die tijd gleden zijn ogen als natte sponzen over haar borsten.” [p. 27]; “het product Meike Edelkoorts moest een glimmende, uit hard plastic gegoten, luxe, soft-core sekspop worden; een karikatuur van het meisje dat ze was, waarbij haar seksualiteit werd uitvergroot als de neus aan het mombakkes van een politicus op een spotprent.” [p. 29]). Het verhaal is bijzonder onwaarschijnlijk (one-hit-wonder van jaren her gaat naar Afghanistan om de moordenaars van zijn neefje eigenhandig terecht te stellen) – dat hoeft geen probleem te zijn natuurlijk, maar nergens uit het boek blijkt dat het bedoeld is als onwaarschijnlijk. En de psychologie is hier en daar ronduit lachwekkend: een in Nederland beroemde welgevormde jongejuffrouw die zich in een minibikini laat fotograferen voor de cover van een ranzig weekblad (Goossens was trouwens enige tijd adjunct-hoodredacteur van de Revu), voelt zich korte tijd later bevrijd door het dragen van een boerka (“dit is een magisch kledingstuk, een object uit een sprookjesboek. Als ik het draag heb ik het gevoel volstrekt onzichtbaar te zijn.” [p. 232]) en besluit zich in het door de taliban geregeerde Afghanistan te vestigen.
Om positief te eindigen: wie een boek zoekt om zich bij te ontspannen, en zich niet druk maakt om clichés, mislukte beeldspraken, een onwaarschijnlijk verhaal, psychologie van lik-mijn-vestje en compositorische onmacht; hij of zij vindt deze roman wellicht best aardig.

Bij het boek hoort een cd: “Freeland: songs inspired by the novel Vreeland. Composed by Spinvis, Maurits Westerik (GEM), Anne Soldaat (Daryll-Ann / Do-the-undo), Marien Dorleijn (Moss) and Ronald Visser (Comedown / Faraways). Performed by The Group.”
The Group bestaat uit: Ronald Visser, Anne Soldaat, Maurits Westerik, Cor van Ingen, Jeroen Kleijn en “Additional musician” Marien Dorleijn.
Ik heb het schijfje zojuist beluisterd. Tja. Ik ben blij dat ik geen muziekrecensent ben.

zaterdag 10 januari 2009

Lezendarisch 2009


Onlangs kwam mij ter oge dat er mensen zijn, die bijhouden hoeveel boeken ze lezen. Ik neem aan dat ze ook noteren welke boeken het betreft. Dat bracht mij op een idee: als ik, Kortsluiting-Groningen, dit jaar nu eens digitaal verslag ga doen van mijn boekenleeservaringen – dus opschrijven wat ik gelezen heb. En om het wat minder saai te maken, zal ik die opsomming vergezeld laten gaan van een oordeel over elk boek.
Om te beginnen dan maar de boeken die ik las tijdens de afgelopen midweek op Schiermonnikoog. Wat ik dit jaar las voorafgaand aan deze korte vakantie, probeer ik te reconstrueren voor een volgend blogje. (Heerlijk, dit idee – nooit meer wanhopig op zoek naar een onderwerp, ‘want het is weer eens tijd voor een stukkie’.)


Ik begon met het uitlezen van Willem Frederik Hermans Volledige werken 11. Beschouwend werk (De Bezige Bij, Amsterdam 2008). Een fijn boek, meer zeg ik er nu niet over – om maar meteen goed te beginnen. Iets dieper ingaan op dit boek zal ik in mijn binnenkort, dat wil zeggen in de loop van de komende week, te publiceren Boekentoptien 2008, waarin het een plaats inneemt.


Hierna las ik Maurice FeraresMoussebilines. Vrijwilligers voor de dood (Uitgeverij Abigador, Arnhem 2007). Over deze door de revolutionair-socialist Ferares geschreven min of meer sleutelroman, die handelt over de Algerijnse vrijheidsstrijd en het in Nederland gehouden “valsemuntersproces” tegen twee kopstukken van de internationale trotskistische beweging (Michel Raptis en Sal Santen), is een uitgebreide bespreking in voorbereiding, ter publicatie in het eerste Jaarboek voor revolutionair-socialistische theorie, analyse en geschiedenis; en wellicht ook op dit blog. Vooralsnog wil ik volstaan met het globale oordeel: een spannend en vooral boeiend boek, dat echter bol staat van de kromzinnen – wat in ieder geval bij mij het leesplezier toch wel enigszins vergalde. Maar toch: lezen.


Herman de Regt & Hans Dooremalen Wat een onzin! Wetenschap en het paranormale (Uitgeverij Boom, Amsterdam 2008), is het werk dat ik hierna ter hand nam. Een prettig leesbaar boek, waarin op grond van wetenschappelijk onderzoek de vloer wordt aangeveegd met onder andere mediums, homeopathie en intelligent design; en waarin wordt aangetoond dat Pim van Lommel een oplichter is, met zijn geëmmer over bijna dood ervaringen die zouden bewijzen dat een bewustzijn onafhankelijk van het lichaam kan bestaan en functioneren. De Regt en Dooremalen laten zien dat Van Lommel welbewust de boel bedondert door zich te beroepen op wetenschappelijke publicaties die bij nalezing het tegenovergestelde blijken aan te tonen van wat Van Lommel beweert dat ze aantonen. Met andere woorden: Van Lommel is een leugenaar en een oplichter. Ook interessant is het hoofdstuk waarin de schrijvers proberen te verklaren waarom mensen behoefte hebben aan het geloven van aperte onzin. Het zou wel eens te maken kunnen hebben, stipuleren ze voorzichtig, met een evolutionair voordelige overlevingsstrategie: het leggen van verbanden tussen de dingen (en verschijnselen) die je om je heen waarneemt. Wie hierover meer wil weten leze hoofdstuk 6 van het boek Wat een onzin!, of het in de noten en literatuurlijst genoemde boek van L. Wolpert Six Impossible Things Before Breakfast. The Evolutionary Origins of Belief (Faber & Faber, London 2006). Ik ga dat boek binnenkort aanschaffen, dus over deze theorie later meer op dit weblog. Tot slot gaan de schrijvers in op de (on)verenigbaarheid van wetenschap en geloof in een god. Een zwak hoofdstuk, waarin ze niet de voor de hand liggende atheïstische conclusie trekken, maar ook ruimte laten voor het agnosticisme – en dit is in volledige tegenspraak met alles wat ze in de rest van het boek wetenschappelijk onderbouwd betogen. Jammer, maar desalniettemin is dit boek een aanrader voor iedereen die zich verzet tegen het hedendaagse modieuze gezweef. Ook voor zwevers, of new agers, of hoe ze zich ook maar noemen, is dit boek een aanrader; maar helaas leest dat soort mensen nooit iets dat tegen hun geloof ingaat.
Over de laatste twee boeken die op Schier las morgen, anders wordt dit een wel heel lang stukje.

vrijdag 9 januari 2009

De grote vragen van dit jaar

Het jaar is nog geen tien dagen oud, ik ga niet drinken.
Tijd voor het grote werk en andere goede voornemens.

Hoeveel levens heeft dit jaar nu al geëist?
Wil ze laten zien dat er niet met haar valt te sollen
of wil ze de ellende zo snel mogelijk achter de rug?

Naar welke school is zij gegaan? Grimmig en venijnig.
Voor welke politieke kleur staat zij met de poten in de modder
in deze slangenkuil te demonstreren? Zijn de ouders
wel betrokken bij de opvoeding van dit kleine kind?

Het jaar is nog geen tien dagen oud, ik ga niet drinken.
Tijd voor het grote werk en andere goede voornemens.

Dat zijn eigenlijk hele grote vragen. Dan ben je een eindje
verder. Dan stromen die wapens rustig voort. Hiermee
is het zaad gezaaid. Staan de zaken weer op scherp.

Kan dat eigenlijk wel? Zij moet zich gematigder opstellen.
De mening is gevormd. Er is een oorlog uitgebroken

en ander gestotter van frustratie.

Het jaar is nog geen tien dagen oud, ik ga niet huilen.
Het is vrijdag, geef mij maar die borrel. Ik heb dorst.



Daniël Dee
(Dit gedicht is ook hier na te luisteren.)

donderdag 8 januari 2009

Zondag in Oeverloos



Aanstaande zondagavond ontvangt gastheer Leon Verdonschot de band De Staat in Oeverloos, naar aanleiding van het verschijnen van hun plaat Wait for evolution.

Oeverloos, de wekelijkse radiotalkshow van Kink FM met poëzie van Daniël Dee en Rick de Leeuw, hoor je iedere zondagavond tussen 19 en 21 uur.

Scoop: stadsdichter Rotterdam

Erik Jan Harmens indachtig: altijd al eens willen doen. Een scoop. Uit vertrouwelijke bron, die hier ongenoemd zal blijven. Hier is mijn scoop. De nieuwe stadsdichter van Rotterdam is...

Tromgeroffel...

Jana Beranová!!!

De Kortsluiting-redactie Rotterdam feliciteert haar van harte. En geef ze van jetje!

woensdag 7 januari 2009

Dit is de dag



Dit is de Dag is een journalistiek achtergrondprogramma dat elke werkdag tussen 10.30 uur en 12.00 uur te beluisteren is op Radio 1, waarbij telkens een dichter, woordkunstenaar, liedjesschrijver of standup-comedian een sneldicht maakt op de actualiteiten die in de talkshow worden behandeld. Aanstaande vrijdag is het voor de vierde keer de beurt aan dichter Daniël Dee.

dinsdag 6 januari 2009

Dichtclub Rotterdam


Aanstaande woensdag (7 januari 2009) om 20.30u is het in Rotterdam weer zover: de Dichtclub Rotterdam in café de Schouw (Witte de Withstraat).

Met voordrachten van: Marjoleine van Aperen, Umeu Botojeu, Kobus Carbon, Daniël Dee, Arie van der Ent, Florian, Joz Knoop, Joris Lenstra, jeRoen Naaktgeboren, kO nOrderisk, Menno Smit, Benne van der Velde, Edwin De Voigt en Hans van Willigenburg.

- De deelnemende dichters zijn verplicht iedere maand minimaal één nieuw gedicht voor te dragen.
- De dichters dragen maximaal 5 minuten per persoon voor.

Komt allen!

maandag 5 januari 2009

Dan moet er wel iets mis met je zijn

Raadslid Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam heeft Ahmed Aboutaleb een lege envelop cadeau gedaan om zijn paspoort in op te sturen naar de koning van Marokko. Hij deed dit tijdens de buitengewone raadsvergadering waarin Aboutaleb aantrad als burgemeester van Rotterdam. 'U heeft nu de kans bij de Marokkaanse overheid de onmogelijkheid om het Marokkaanse paspoort op te zeggen, aan te vechten', aldus Pastors. Kortom: een ludieke actie. Toch vraag ik me af wat er fout is gegaan in de jeugd van Pastors. Als je je om zo'n futiele zaak druk maakt, dan moet er wel iets mis met je zijn. Ik heb zo wel mijn theorietjes, maar ik wil daar nu niet over speculeren. Ik wil alleen weten wat er mis is met het hebben van twee paspoorten? Al had Aboutaleb er dertig of geen één, zolang hij zijn burgemeesterschap naar behoren uitvoert en de dichters in zijn stad niet vergeet is er wat mij betreft niets aan de hand. Het liefst zou ik Pastors een envelop met aansteker opsturen, zodat hij zijn paspoort kan verbranden. Maar een postzegel van dit land aan hem spenderen vind ik verspilling van mijn in Rotterdam verdiende geld.

Ahmed Aboutaleb is de nieuwe burgemeester van Rotterdam, prima. Tsead Bruinja wordt de nieuwe Dichter des Vaderlands, helemaal goed. Nu alleen nog een nieuwe premier en dan wordt dit land toch weer leuk.

zondag 4 januari 2009

Literaire Trotski Quiz (24)


Het is weer de periode van het jaar waarin er weinig uit mijn vingers komt. Mijn is hier Kortsluiting-Groningen; maar gezien het gebrek aan activiteit op ons weblog lijdt ook Kortsluiting-Rotterdam waarschijnlijk aan dit euvel – of is hij als pasgetrouwde de afgelopen weken al zijn tijd bezig geweest met het aflopen van de leden van twee families? Hoe het ook zij, ik was zelfs te lamlendig om feliciterend te reageren op de juiste oplossing van de vorige Trotski Quiz (Literair). Dus dan maar even hier: proficiat, Jürgen Smit! Het volledige antwoord luidt: Boudewijn Büch – Links! Een rode burleske (Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1986), pp. 41-42. En ook heb ik verzaakt wat betreft het sturen van een beloofde top 10 naar Coen Peppelenbos, ter publicatie op zijn PeppelenblogMarjan). Binnenkort op Kortsluiting: onze boekentoptienen 2008 (voordeel: ze vallen meer op nu de hausse aan toppen tien voorbij is).
Komende week brengt de halve redactie door op het waddeneiland Schiermonnikoog, dus beloftes over een (vrijwel) dagelijks nieuw berichtje op dit weblog kunnen wij vooralsnog niet doen, in ieder geval niet gestand. Maar waarschijnlijk doet de midweek wonderen en gaan we daarna weer op volle kracht voorwaarts.
Voor nu de volgende vragen:
1. wie is de auteur van onderstaande passage; en
2. aan welk oorspronkelijk Nederlandstalig literair werk werden deze alinea’s ontleend?

Ernst Toller – Een jeugd in Duitsland. Over zijn ervaringen tijdens en na de Münchener Radenrepubliek.
Vroeger beving me bij dergelijke boeken een eigenaardige opwinding. Stel nu eens dat de geschiedenis niet zo stom was geweest mijn geestverwante voorgangers te beletten de wereld te verbeteren… ja, stél.
Zouden socialisten, anarchisten en communisten iets beters hebben gemaakt van Duitsland? Zou Trotski of Boecharin iets beters hebben gemaakt van de Sovjetunie? Ik zou het graag geloven, maar op grond waarvan?
Wat hebben de joden gemaakt van Israël? Wat hebben de Vietnamezen gemaakt van Vietnam? Wat maakt mevrouw Aquino van de Filippijnen?
Hier en daar ontstaat een situatie die de voorkeur verdient boven de voorgaande. Soms wint het kleinste kwaad – maar wie loopt er nou warm voor het kleinste kwaad? Je wilt niet weer een situatie met haken en ogen, je wilt het paradijs.
Het vervelende van de geschiedenis is dat je een hekel krijgt aan álle mensen. Beulen en slachtoffers zijn deelgenoten in dezelfde smeerlapperij. Op den duur verliest zelfs het verzet tegen fascisme zijn geur van heiligheid.
Dit is een gevoel, geen gedachte. Misschien zou je het daarom niet moeten opschrijven. Op papier neemt een gevoel algauw de gedaante aan van een gedachte.
Een onbehaaglijk gevoel.